delingen teneinde te onderzoeken hoe de overgang naar de nieuwe situatie zo geruisloos mogelijk zal plaatsvinden. De BTW-kwestie Dames en heren, allerlei ontwikkelingen op maatschappelijk, politiek en econo misch terrein laten het film- en bio scoopbedrijf en zijn organisatie niet on gemoeid. Er is een interdependentie van tal van zaken die ogenschijnlijk niets met elkaar uitstaande hebben, doch die ons wel degelijk rechtstreeks raken. Op elk terrein is een voortdu rende heroriëntering nodig, hetgeen het beleid in de ondernemingen en in de organisatie uitermate gecompliceerd maakt. In haar strijd tegen de werkloosheid en de tot een gemiddelde van 0 gedaalde rentabiliteit van het Nederlandse be drijfsleven heeft de regering niet ge kozen voor een algemene lastenverla ging die nieuwe impulsen zou bieden aan de Nederlandse economie in haar totaliteit, doch voor een selectieve aan pak ten behoeve van bedrijfstakken 'die het meest van de huidige recessie hebben te leiden. In het kader van deze aanpak is besloten tot een verhoging van het normale B.T.W.-tarief van 16 tot 18%. Onder deze omstandigheden is een speciale verlaging van de B.T.W. voor de diensten in de film- bioscoop sector, hoezeer daarvoor ook redelijke motieven zijn aan te voeren, thans niet te verwachten. Het Hoofdbestuur blijft niettemin in deze zaak alert, zodat, wan neer betere voorwaarden aanwezig zijn, onze wensen zijn gedeponeerd. De audio-visuele ontwikkeling zet zich onverdroten voort: video-cassetten, beeldplaat, kabeltelevisie, hoteltelevi sie, televisie via satellieten etc. Deze ontwikkeling is niet tegen te houden. Wij zullen van onze kant in de eerste plaats moeten bewerkstelligen, dat tij dens de bioscoopexploitatie geen door kruising via televisiemedia plaatsvindt. Zonodig zal met steun van de organi satie tegen een onrechtmatige exploi tatie worden opgetreden. De Bond De Bondsvoorzitter vestigde vervol gens de aandacht op allerlei ontwik kelingen op maatschappelijk, politiek en economisch terrein, ontwikkelingen die het film- en bioscoopbedrijf en zijn bedrijfsorganisatie direct of indirect raken. Er is dientengevolge een voort durende heroriëntering nodig, hetgeen het beleid in de ondernemingen en in onze organisatie uitermate gecompli ceerd maakt. Naast externe factoren spelen gewijzigde verhoudingen binnen onze bedrijfstak een rol. Naar mijn stellige overtuiging heeft de Bond als eenheidsorganisatie van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf nu en in de toekomst nog grote bete kenis. Tal van zaken die wij hier hebben geregeld, worden in andere landen of internationaal verband eerst nu overwo gen. Men begint nu pas in het buiten land te denken aan zaken, die voor ons al lang verworvenheden zijn. Zij die misschien menen, dat onze organisatie vieux jeu is, moeten zich realiseren, dat wij met hetgeen wij hier hebben verricht en nog steeds verrichten, dik wijls stukken voor liggen op het buiten land. Daar is door het ontbreken van een eenheidsverband menige kwestie niet te regelen of alleen door over heidsmaatregelen. Wij zullen mijns inziens ook in de toe komst moeten voortgaan met onze re gelingen kritisch te bekijken en zo no dig vereenvoudigen en versoepelingen aan te brengen. Daarnaast heeft de Bond belangrijke taken te vervullen als belangenorganisatie ten opzichte van overheid en anderen. Wij kunnen onze taken slechts naar be horen blijven verrichten, indien daar voor de steun van U allen aanwezig is, indien de werkzaamheid in de Bonds organen met een positieve instelling ten opzichte van elkaar zal kunnen wor den verricht. Daarvan zal het voor ons allen hier aanwezig en alle overigen die deel uitmaken van de Bondsorganen, afhangen, of de bereidheid tot het ver vullen van functies zal blijven bestaan. En als ik het heb over Bondsorganen, dan moet ik daaraan toevoegen vele besturen en commissies, waarin onze Bond is vertegenwoordigd. Ik moge tenslotte allen die zich in het afgelopen Bondsjaar hebben ingezet ten dienste van bedrijf en organisatie, hiervoor van ganser harte danken. Agendapunten De Bondsraad keurde het jaarverslag over 1975 goed, evenals de Rekening en Verantwoording van het financieel beheer over 1975. Overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur werd be sloten van het batig saldo over 1975 een bedrag toe te voegen aan de voor ziening ten behoeve van de Nederland se hoofdfilmproduktie en het restant toe te voegen aan het Bondsvermogen. De contributie voor 1976 werd vastge steld. Het Hoofdbestuur werd gemachtigd voor 1976 een bedrag van f 200.000 beschikbaar te stellen ten behoeve van de Stichting Productiefonds voor Ne derlandse Films en tot een maximum van 500.000,— in totaal tijdelijk be dragen beschikbaar te stellen ten be- hoe van filmproducenten die bijdragen ontvangen van het Productiefonds. Voorts werd besloten 15% van de contributie-opbrengst over 1976 te be stemmen ter dekking van de in de vo rige zin bedoelde uitgaven. De begroting over 1976 werd goedge keurd. Statuten en reglementen Het Hoofdbestuursvoorstel tot wijziging van de Statuten werd met algemene stemmen aangenomen. Deze wijziging betreft de uitbreiding van het Presidium met de voorzitter van de Bedrijfsafde ling Filmproduktie en een aanpassing van het stemrecht in het Hoofdbestuur van de vertegenwoordiger van deze be drijfsafdeling in het Hoofdbestuur. Ook het voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van het Algemeen Be- drijfsreglement werd aangenomen. Vol gens deze herziening kan in verband met het vereiste van de kredietwaar digheid, waaraan aanvragers van nieuw te vestigen bedrijven hebben te vol doen, naast een desbetreffende schrif telijke verklaring van een externe re- De Bondsvoorzitter, de heer J. Nijland, tijdens het uitspreken van zijn openingsrede.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1976 | | pagina 9