Techniek Produktie LICHT Licht is in het film- en bioscoopbedrijf een uiterst belangrijke zaak. Toch wordt hieraan bij de bioscoopprojectie niet altijd voldoende zorg besteed. Men beschikt tegenwoordig bijna over al over lichtbronnen die voldoende licht kunnen leveren, maar men ver geet dan dikwijls dat die lichtbron een optisch systeem herbergt, dat het licht vervolgens door de film, het ob jectief en de cabinevensters via het projectiescherm de ogen van de toe schouwers moet bereiken. Wanneer er in een of meer van deze tussenschakels iets mis is dan kan dat de lichtop brengst ernstig schaden. Men zit dan, dikwijls geheel onnodig, met een slecht verlicht beeld. Een van de veel voorkomende oorza ken is het objectief. Objectieven zijn duur en meestal goed. De glaslichamen zijn veelal van een blauwachtig anti- reflectielaagje voorzien om zo goed mogelijk resultaten te bereiken. Dit is een zeer dun opgedampt laagje dat voorzichtig op de door de leveran cier van het objectief aan te geven wijze moet worden behandeld. Nu wordt door de technische dienst van de Bond herhaaldelijk geconstateerd dat sommigen de objectieven kennelijk regelmatig een grondige schoonmaak beurt geven, zo grondig, dat het laagje (de coating) gedeeltelijk wordt weg gepoetst. Dit leidt tot lich tafwij kingen die zich uiten in een wazig beeld. Wan neer dan ook nog de gecoate cabine vensters op dezelfde wijze onder han den worden genomen, verdubbelt zich de fout. Schoonmaken is natuurlijk goed, maar pas op met optische elementen in de lichtweg. Een zorgvuldige instelling van het ge hele optische systeem en een regel matige controle daarop zulks met inbegrip van de reflectiecapaciteit van het projectiescherm is vanzelfspre kend geboden om een optimaal ren dement van zijn lichtbron te krijgen en het publiek een goed verlicht beeld te kunnen bieden. FILMBEHANDELING Dit onderwerp blijft een bron van zorgen. In begin 1975 werd een uit twintig punten bestaande handleiding voor een juiste filmbehandeling in het bedrijf verspreid, maar ook dit heeft helaas niet tot de beoogde resultaten geleid. Het aantal filmbeschadigingen is niet gedaald, ook niet nadat in het kader van de collectieve filmverzekering het eigen risico vrij sterk was verhoogd. Natuurlijk kunnen in elke machine ondanks alle goede zorgen beschadi gingen worden veroorzaakt. Daarvoor is het een machine. Maar die goede zorgen, daar gaat het om. Filmbehandeling is in hoofdzaak een kwestie van zorgvuldigheid. Wanneer de kostbare film én de kostbare ap paratuur met de vereiste zorg worden behandeld, dan heeft men weinig kans op filmbeschadigingen. Dit geldt ook, of misschien moeten wij zeggen speciaal, voor geautomatiseerde projectie-apparatuur. De huidige projectie-automaten, al dan niet uitgerust met horizontale spoelen- tafels, zijn goed doordacht en werken prima, mits zij regelmatig worden on derhouden en ook aan de montage van het programma, zomede aan de inleg van de film extra aandacht wordt be steed. Dit alles vraagt weliswaar wat extra aandacht en tijd, maar de kwali teit van de voorstelling en die van de na-draaier(s) zijn dat zeker waard. Robert DeNiro en Gérard Dupardieu, die de twee sleutelfiguren Alfredo en Olmo spelen in Bertolucci's 1900, zijnde zffn 20ste eeuw, die hij ons laat zien in een vijfeneenhalf uur durende film over het Italië vanaf het jaar 1 900 tot en met het einde van de tweede wereldoorlog. Nu al de film van de eeuw genoemd. Komt in de loop van september in ons land in roulatie. Een United Artists release van Nova Film. Twee heel groten voor het eerst samen in één film. Marlon Brando en Jack Nicholson zijn de hoofdrolvertolkers en als zodanig eikaars tegenstanders op leven en dood in de film Missouri Breaks, die in Nederland in september a.s. voor het eerst over het bioscoopdoek zal gaan. Een release van Nova Film voor United Artists. 8

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1976 | | pagina 8