in dit
nummcR:
UITVOERINGSBESLUITEN
INZAKE WET OP
DE FILMVERTONINGEN
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond,
nummer 18
18 augustus 1977
Redactie en administratie:
Postbus 5048, Amsterdam.
Tel: 020-799261
Hoofdredacteur
J.Th. van Taalingen
Eindredacteur:
Bart Eldering
Advertenties:
drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3Amsterdam
Tel: 020 -231485
Uitvoeringsbesluiten inzake
Wet op de Filmvertoningen
pagina 1
Produktie
pagina 3
Techniek
pagina 4
Nieuwe Films
pagina 7
Bondsnieuws
pagina 8
Op 5 juli 1977 is de Wet op de Filmvertoningen in werking getreden,
waardoor het tot dan bestaande systeem van filmkeuring voor 'alle
leeftijden' heeft plaatsgemaakt voor een keuring uitsluitend voor
jeugdigen tot 16 jaar.
De nieuwe wet laat evenals de nu ingetrokken Bioscoopwet veel te re
gelen over aan uitvoeringsbesluiten. Op 30 juni 1977 is de algemene
maatregel van bestuur vastgesteld, waarmede de werkwijze van de
jeugdfilmkeuring is geregeld, alsook de wijze van benoeming der le
den van de filmkeuring. De A.M.v.B. kan worden aangehaald als
Besluit op de Filmvertoningen.
Het uitvoeringsbesluit is veel beknopter dan het vroegere Bioscoop-
besluit, hetgeen onder meer samenhangt met de omstandigheid, dat
de Wet op de Filmvertoningen minder ver reikt dan de Bioscoopwet.
De nieuwe wet kent immers noch een filmkeuring voor volwassenen,
noch een keuring van filmreclamemateriaal. Bovendien regelde het
Bioscoopbesluit tal van min of meer formele aangelegenheden, die
ingevolge het Besluit op de Filmvertoningen bij reglement zullen
worden vastgesteld.
Het Besluit op de Filmvertoningen bepaalt het aantal leden van de
filmkeuring op ten minste 20 en ten hoogste 40. De 'oude' filmkeu
ring telde ten minste 60 leden, heel wat meer dus. Uiteraard hangt dit
verschil in aantal samen met de omstandigheid, dat het aanbod van
films ter beoordeling door de jeugdfilmkeuring, naar valt te ver
wachten, geringer zal zijn dan het filmaanbod ten tijde van de vroe
gere, alle leeftijden betreffende, Bioscoopwet.
De voorzitter en de leden van de filmkeuring worden benoemd door
de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en vor
men gezamenlijk de algemene vergadering. Deze heeft een aantal ta
ken, waarvan de moeilijkste wel is de jaarlijkste vaststelling van de
beleidslijnen voor het komende jaar.
Men kan zich afvragen, welke betekenis dient te worden toegekend
aan de vaststelling van beleidslijnen door de algemene vergadering.
Blijkens de Nota van Toelichting is het de bedoeling onderling te zeer
afwijkende beoordelingen zoveel mogelijk te voorkomen. Het blijft in
ieder geval het recht, ja zelfs de plicht van de keurders om te keuren
volgens hun individuele opvattingen omtrent hetgeen voor kinderen
al of niet schadelijk is te achten. De term 'algemene beleidslijnen'
wekt ten onrechte de indruk, dat de keurders ze als normen zouden
hebben te hanteren.
De algemene vergadering stelt ook een concept-reglement op dat na
dere regelen van praktische aard geeft tot uitvoering van het bepaalde
in het Besluit op de Filmvertoningen. De Minister van Cultuur, Re
creatie en Maatschappelijk Werk stelt overigens het reglement vast,
hetgeen ons inziens betekent dat hij het laatste woord heeft aan
gaande de tekst van het reglement.
De voorzitter van de filmkeuring heeft niet, zoals voorheen het geval
was, de leiding van het bureau van de filmkeuring. Aan het hoofd van
het bureau staat een directeur, die eveneens door de minister wordt
benoemd. Het begrip 'Huishoudelijke Commissie' uit het Bioscoop-
besluit is niet in het nieuwe besluit overgenomen. Er is nu sprake van
FILM
Bij de voorplaat:
Hen werkfoto uit 'Doctor Vlimmen'
Op de voorgrond regisseur
Cuido Pieters en cameraman
Theo van de Sande. Bij de
spoorboom hoofdrolspeler
Peter l'aber