in dit EEN ONBEVREDIGENDE UITSPRAAK Tweewekelijkse uitgave van de Nederlandse Bioscoopbond, nummer 20 15 september 1911 Redactie en administratie: Postbus 5048, Amsterdam. Tel: 020 -199261 Hoofdredacteur: J.Th. van Taalingen Eindredacteur Bart Eldering Advertenties: drukkerijPoortpers b.v. Torensteeg 3Amsterdam Tel: 020-231485 Een onbevredigende uitspraak pagina 1 Sociaal pagina 2 Nieuwe films pagina 3 Nieuwe bioscopen pagina 4 Premières pagina 8 Op 7 september j.1. heeft de arrondissementsrechtbank in Maastricht vonnis gewezen in de zaak van de vertoning in de bioscoop Royal al daar van de film 'Deep throat'. Deze film was op 3 november 1976 in beslag genomen op grond van artikel 240 van het Wetboek van Strafrecht, het pornografie-artikel. De rechtbank heeft conform de eis van de Officier van Justitie een boete opgelegd van f 5.000,-. Voorts is de inbeslaggenomen filmko- pie aan het verkeer onttrokken. Het vonnis bevredigt het rechtsgevoel geenszins en wel in de eerste plaats vanwege de omstandigheid, dat op grond van het verouderde pornografie-artikel een straf wordt opgelegd. In de tweede plaats is de boete hoog te achten. De rechtbank heeft bij de bepaling van de boete het blanco strafblad van verdachte in aanmerking genomen, zodat de straf anders nog zwaarder zou zijn uitgevallen. FILM Bij de voorplaat De ruime cabine van Catharijne 3 en 4 met twee Philips fP 30 machines Als eenvoudig burger begrijp je van zo'n vonnis niet veel. Al jarenlang worden er in sextheaters en sexshops in het openbaar pornofilms vertoond, zonder dat justitie ingrijpt. Het parlement neemt het voorstel van Wet op de Filmvertoningen aan, welke wet een eind maakt aan de Bioscoop wet. De nieuwe wet kent geen film keuring meer ten aanzien van volwas senen. Iedereen meent nu, dat de vertoning van films aan volwassenen, ongeacht het filmgenre, vrijelijk kan plaatshebben. Het feit, dat artikel 240 W.v.S. niet is gewijzigd, acht 'men', gezien het duidelijke standpunt van het parlement om een reële vrijheid op het gebied van de filmvertoning te creè'ren en gelet op het vervolgingsbe leid van justitie, geen belemmering. Een aantal bioscopen gaat dan in na volging van de sextheaters over tot vertoning van films met harde sex. Er gebeurt aanvankelijk niets, geen klacht wordt gedeponeerd. Het in grijpen van justitie in Maastricht is dan ook een volslagen verrassing. Elders gaat men voort met de vertoning van harde sex-films. Eerst op 22 december 1976 schrijven de Procureurs-Generaal bij de ge rechtshoven hun vermaarde brief aan de Nederlandse Bioscoopbond, waarin zij mededelen vanaf 1 januari 1977 tegen de vertoning van pornofilms te zullen optreden. Kennelijk vinden zij een waarschuwing op zijn plaats. De Maastrichtse exploitant die 'Deep throat' vertoonde, mocht op 3 novem ber 1976, dus geruime tijd voor de waarschuwing, veronderstellen dit straffeloos te kunnen doen. Zijn raadsman heeft in het bijzonder de aandacht van de rechtbank hierop gevestigd. De rechtbank zegt op grond van haar staatsrechtelijke positie niet in de beoordeling van het vervolgings beleid te kunnen treden. Dat mag dan wel zo zijn, maar de rechtbank had bij de bepaling van de strafmaat met de genoemde factoren toch wel rekening kunnen houden. Dat zulks niet is gebeurd, is onbevredigend en wekt de indruk, dat men een voorbeeld heeft willen stellen. Nog onbevredigender is het, dat de filmkopie aan het verkeer is ont trokken. Nu de Procureurs-Generaal hebben doen weten niet te zullen optreden tegen de vertoning van pornofilms in theaters met minder dan 50 zitplaatsen, valt niet in te zien waarom de filmkopie niet is vrijgege ven. De dagbladen hebben het proces in Maastricht een proefproces genoemd. Wij weten niet uit welke koker dit be richt komt, doch zoals wij in no. 19 van dit blad hebben uiteengezet, vol doet het Maastrichtse proces nu juist niet aan de normen van een proefpro ces. Het eigenlijke proefproces, zoals dit door onze raadsman in overleg met de betrokken bioscoopexploitant en de Officier van Justitie is voorbereid, zal op 15 september in Amsterdam aanvangen. Met deze rechtszaak beogen wij een uitspraak te verkrijgen, waarmede te werken valt en die rechtszekerheid en rechtsgelijkheid schept. Het rechttoe- rechtaan vonnis van Maastricht lost in wezen niets op en biedt de bedrijfsge- noten nauwelijks een aanwijzing die in de dagelijkse praktijk kan worden gehanteerd. 1

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1977 | | pagina 7