Beleidslijnen van de Nederlandse jeugdfilmkeuring
HERINNERINGSPENNING
BIO50JAAR
Op 14 december 1977 heeft de Nederlandse jeugdfilmkeu
ring de beleidslijnen bekendgemaakt die zij voor de eerste-
komende tijd wenst te volgen.
Het is een gelukkige zaak, dat deze beleidslijnen meer alge
mene gedachten zijn dan dat zij een nauw kader vormen
waarbinnen de leden van de filmkeuring zouden moeten
werken. Men kan het anderzijds natuurlijk als een bezwaar
aanmerken, dat de geopperde denkbeelden te vaag zijn om
daaraan als bedrijfsgenoot conclusies te verbinden voor het
te voeren keuringsbeleid. Daar staat echter tegenover, dat
de keuring zich zeer duidelijk heeft uitgesproken voor een
beleid volgens hetwelk zo min mogelijk films aan jeugdigen
worden onthouden. Bij een dergelijk uitgangspunt zouden
normen uiteraard slechts een marginale functie hebben.
Gezien de praktijk tot nu toe is er alle aanleiding te ver
wachten, dat de jeugdfilmkeuring een liberaal beleid zal
voeren. Onder deze omstandigheden is een heroriëntering
van de zijde der leden-filmverhuurders met betrekking tot
het aanbieden van films aan de jeugdfilmkeuring zeer ge
wenst.
De beleidslijnen van de filmkeuring luiden als volgt:
1. Teneinde een evenwichtige opbouw van de Nederlandse
filmkeuring te bereiken dient bij de samenstelling in ge
lijke mate met tenminste de volgende variabelen- reke
ning te worden gehouden: geslacht, leeftijd, deskundig
heid, geestelijke- en maatschappelijke stroming, en so
ciaal-economische positie.
2. De Nederlandse filmkeuring tracht, waar mogelijk en
wenselijk, deel te nemen aan actieplannen die gericht
zijn tegen schadelijke invloeden op jeugdigen. Deze mo
gelijkheid tot preventie vergt steeds onderzoek naar de
verschillende vormen en maten van beïnvloeding en con
ditionering; waar mogelijk dienen onderzoekingen en ac
ties op elkaar te zijn afgestemd. De Nederlandse film
keuring dient dus actief aansluiting te zoeken bij andere
op dit gebied werkzame organisaties.
3. De Nederlandse filmkeuring is geen censuurorgaan; leden
hebben niet tot taak controle uit te oefenen op naleving
van de Wet op de filmvertoningen. De Nederlandse film
keuring is veel eerder een orgaan, behorend tot voorzie
ningen op het gebied van de welzijnszorg in ruimste zin,
waar drempels slechts een bestaansrecht hebben indien
onverenigbare belangen moeten worden afgewogen.
4. Als orgaan van welzijnszorg dient de Nederlandse film
keuring in haar keuringscriterium steeds de beinvloeding
van het volledig lichamelijke-, geestelijke-, en maatschap
pelijke welzijn te betrekken en niet slechts een thema
tische benadering (bijv. agressie, perversie) aan te hou
den. Aandacht bij jeugdigen verdienen in het bijzonder
opvoedkundige schade (bijv. rassendiscriminatie) en
schade voor de gezondheid (bijv. roken, alcohol), zonder
daarbij tot een moralistische bemoeienis te vervallen.
5. Op de weg naar een 'geestelijke vrijheid' past het dat de
Nederlandse filmkeuring zich beijvert om personen be
neden de leeftijd van 16 jaar zo veel mogelijk films te la
ten zien, dan wel zo min mogelijk films te doen onthou
den.
6. Aangezien er nog onvoldoende hard materiaal beschik
baar is waarmee de uitwerking van schadelijke factoren
op jeugdigen afdoende kan worden aangetoond, en aan
gezien de beschikbare onderzoekgegevens niet of nauwe
lijks bruikbaar zijn, kan de Nederlandse filmkeuring niet
pretenderen bij het nemen van een keuringsbeslissing
exact te werk te gaan. Zolang er geen wetenschappelijk
onderbouwd materiaal voorhanden is, zal daarom moe
ten worden volstaan met een gemiddelde van individuele
meningen, hoe zeer deze ook gevoelsmatig en traditio
neel tot stand zijn gekomen en/of worden gevoed. Enige
mate van willekeur tijdens het besluitvormingsproces is
dus onvermijdelijk, maar bindende individuele criteria
zijn daarentegen ongewenst.
7. Noch het 'gemiddelde kind', noch de 'gemiddelde vol
wassene', c.q. keurder, is een realiteit. Personen verschil
len steeds in bijv. rijpingsgraad, tolerantievermogen, wer
kelijkheidszin, abstraherend vermogen, beïnvloedbaar
heid, angstverwerking, intellectuele-en sociale vaardighe
den, enz. Vele verschillen worden bepaald door de leef
omgeving, waarbij vooral de maatschappelijk-bepaalde
invloeden steeds veranderlijk zijn.
Een keuringsbeslissing kan dus nooit geheel passend
zijn voor één individu of voor een uit individuen bestaan
de groep. Een keuringsbeslissing is slechts een grove be
grenzing van uitersten, en is dus geen maatkleding maar
confectie.
In onze snel veranderende samenleving zullen beslui
ten van nu, in de toekomst ter discussie moeten worden
gesteld. Het buitensluiten van deze dynamiek leidt on
herroepelijk tot verstarring en onaangepastheid van het
keuringsorgaan.
8. De ontwikkeling die de mens doormaakt vanaf de ge
boorte tot volwassenheid, en daarna, brengt met zich
mee dat de Nederlandse filmkeuring er rekening mee
moet houden dat ook de tolerantie ten aanzien van scha
delijke invloeden zich geleidelijk moet ontwikkelen en
dat dergelijke invloeden dus moeten worden 'gedoseerd',
opdat 16-jarigen niet als onaangepaste personen de 'on
gekeurde' maatschappij binnen treden.
Naar aanleiding van het 50-jarig be
staan van de Stichting Bio Kinderreva-
lidatie te Arnhem, is door de Konink
lijke Begeer B.V. te Voorschoten, een
legpenning geslagen naar ontwerp van
de modelleur EJ. van den Boom.
De penning is geslagen in een tot 600
stuks beperkte oplage.
Deze artistieke penning heeft een dia
meter van 60 mm., is aan beide zijden
in hoog reliëf uitgevoerd en zwart ge-
patineerd. Alle penningen zijn in de
buitenrand genummerd van 1 t/m 600
en per stuk verpakt in grijs kartonnen
doosjes met blauw velours inleg.
Kosten f. 50.— per stuk, inclusief
B.T.W.
Bestelling kan geschieden door storting
op postgiro 545512 t.n.v. de Stichting
Bio Kinderrevalidatie te Arnhem.
Gezien de beperkte oplage geschiedt
aangetekende toezending in volgorde
van binnenkomst van de bestellingen.