Mijne heren, de resultaten van onze bedrijfstak zijn in het af gelopen kalenderjaar bevredigend geweest. Het aantal bio scoopbezoekers is weliswaar iets gedaald, doch een daling met nog geen procent is in de totaliteit van onze bedrijfs tak nagenoeg te verwaarlozen. De bruto-bioscooprecettes geven met een stijging van 16,3% een veel duidelijker beeld omtrent de bedrijfsuitkomsten. De sterke afwijking tussen bezoek- en recettecijfers is hoofdzakelijk een gevolg van de omstandigheid, dat enige van onze succesvolste films in avondvullende voorstellingen zijn vertoond, wat enerzijds door de verhoogde toegangsprijzen voor deze films tot een extra omzetstijging heeft geleid en waardoor anderzijds het bezoekcijfer wat lager is uitgevallen dan ten aanzien van voorstellingen met normale duur het geval zou zijn geweest. De toevloed van nieuwe bioscopen, wier toegangsprijzen doorgaans op een hoger niveau worden vastgesteld dan van bestaande theaters, speelt uiteraard mede een rol voor het door mij gesignaleerde verschil tussen bezoek en recette. Er is overigens sinds de zomer van 1977 ook wat het bio scoopbezoek betreft een lichtelijk opgaande lijn te consta teren, een gang van zaken die ook voor een aantal andere landen geldt. Deze opleving hangt mijns inziens sterk samen met de gelijktijdige beschikbaarheid van films die een bijzondere aantrekkingskracht op een groot deel van het pu bliek uitoefenen. Het lijkt mij in ieder geval nog te vroeg om nu reeds te concluderen, dat er een structurele verbete ring gaande is. £r zullen zich bovendien in de nabije toekomst ontwikke lingen voordoen, die de concurrentiepositie van het film- en bioscoopbedrijf ongunstig kunnen beïnvloeden. Ik noem met name de verdere uitbouw van het systeem van kabel televisie, waarop ik nog zal terugkomen. Ik maak hier voorts melding van de videocassette en de beeldplaat. Het is van het allergrootste belang, dat zij die het filmexploita- tierecht bezitten uitermate voorzichtig zijn met de over dracht van videorechten vanwege de nadelige effecten op de bioscoopexploitatie, die de hoofdbron van inkomsten is van de speelfilm. Daarbij komt nog, dat controle op de video exploitatie zeer moeilijk is. Het gevaar van een frauduleuze aanwending is bovendien door de mogelijkheid van het overnemen van programma's in versterkte mate aanwezig. Er zijn natuurlijk altijd wel mensen die vinden, die op grond van min of meer wetenschappelijke betogen het einde voor spellen van film en bioscoop. Toen de televisie haar machti ge opmars begon, hebben wij die geluiden ook gehoord. Nu, circa twintig jaar later, is de bioscoop nog steeds de belang rijkste openbare vermakelijkheid en blijft zelfs het bezoek aan het zo verafgode voetbal in niet geringe mate op het bioscoopbezoek achter. Ik geloof dat men teveel geneigd is op grond van omstandig heden van technische aard toekomstvoorspellingen te doen zonder rekening te houden met menselijke aspecten. De nostalgie en de terugkeer naar allerlei zaken die achterhaald werden geoordeeld ik denk bijvoorbeeld aan de kleine winkel en het bruine café zijn duidelijke aanwijzingen in de door mij bedoelde richting. Doch zo goed als toekomstvoorspellingen niet behoeven uit te komen, zo goed is het in onze bedrijfstak niet raadzaam om ten aanzien van de exploitatie van zijn bedrijf zich te baseren op prognoses voor een te lange termijn. Zowel bui ten als binnen onze sector veranderen de dingen voortdu rend en dat maakt een ruime mate van flexibiliteit noodza kelijk. Onze bedrijfstak heeft getoond deze flexibiliteit te bezitten en blijkt, wat zeer belangrijk is, ook voldoende ver trouwen in de toekomst te hebben om hoge investeringen te doen ter versterking van zijn positie. De vernieuwing van het bioscooppark is een van de voor naamste kenmerken van onze bedrijfstak. Nederland komt in dit opzicht internationaal uitstekend voor de dag. De uit breiding van het aantal bioscopen heeft de variatie van de programmering alsook haar kwaliteitsniveau bevorderd. Dat is mede het geval, doordat de kleinere eenheden waarmede wij thans werken, het risico verkleinen van de vertoning van de zogenaamde moeilijke film. Tegenover deze positieve factoren staan ook negatieve. Een sterke expansie van een bedrijfssector als waarvan thans bij ons sprake is moge om verschillende redenen nog zo gewenst en nuttig zijn, zij schiet haar doet voorbij als zij een geforceerd karakter gaat krijgen. Een expansie die geen re kening houdt met wat op grond van ervaringscijfers haalbaar is en met een mogelijke verslechtering van de con currentiepositie in de nabije toekomst, is naar mijn stellige overtuiging onjuist. Er is nu eenmaal in het amusements- bedrijf in het algemeen en in het bioscoopbedrijf in het bij zonder geen onbeperkte expansiemogelijkheid. Ik heb zo juist al gewezen op de betekenis van de voetbal sport. Wel, als er één sector is die de aandacht krijgt via de publiciteitsmedia, dan is het wel dit amusement, want of het nu sport is, voor het publiek blijft het amusement. Toch verkeert met name het profvoetbal thans in de grootste moeilijkheden en wordt er aan een overheidssubsidiëring van zeer grote omvang gewerkt. Ik zeg dit niet om u plan nen in de eigen sector tegen te maken, doch om de enorme kwetsbaarheid van de amusementssector in het algemeen te

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1978 | | pagina 9