Club 1-2-3-4-5 in Leeuwarden EENZELFDE STRAMIEN De resultaten van de laatste vier maan den in de Club-theaters hebben de heer Weyschede in het gelijk gesteld. Nu al is een omzet bereikt, gelijk aan de jaar omzet van de 'Leeuwarder'. Het com plex beschikt over twee premièrethea ters voor de iets moeilijker film en drie move-overtheaters. Leeuwarden kan nu met zijn tien bioscopen in 1969 wa ren dat nog maar drie een zeer ge varieerd programma bieden, dat, zoals de heer Weyschede tevreden opmerkt, relatief zeer veel overeenkomsten ver toont met het programma-aanbod in de grote steden. 'Film is een moment opname, een impuls, zorg datje met je filmaanbod onmiddelijk aan die impuls kunt voldoen'. Daarnaast zal het ook duidelijk zijn dat een kleine bioscoop het complex telt drie zalen met 80 plaatsen en twee met 71 plaatsen met zeg maar 30 bezoekers veel uit- nodigender overkomt dan een grote bi oscoop, waar diezelfde 30 mensen ver loren gaan in de ruimte. Soms, als het filmaanbod zodanig is, dat een keuze in de programmering gemaakt moet worden, mijmert de heer Weyschede nog wel eens over uitbreiding. Maar een dergelijke gedachte stopt hij toch snel weer weg. Leeuwarden floreert met z'n tien theaters en overbuilding is niet goed. Als voorbeeld haalt de heer Weyschede Parijs aan, waar naar zijn mening een te grote concentratie van bioscopen is ontstaan. Het nieuwe Club- complex heeft bewezen de theaterop- bouw voldoende te completeren. Hoewel de vijf zalen in feite op een zelfde stramien zijn ontworpen, geven verschillende detail- en kleurtoepas- singen een totaal andere sfeer aan. Het meest opvallend is dat bij Club 5, het art-house, en Club 4, door de heer Wey schede een 'tierlantijnentheater' ge noemd. Club 5 is waarschijnlijk de mooiste zaal van het complex. Geheel in zwart/ wit uitgevoerd. Tegenover een lengte- wand die helemaal is bekleed met een dofzwarte vloerbedekking, staat een wand die gemetseld is uit in relief aan gebrachte drijfstenen. Deze wand is ge- De metamorphose van de oude 'Leeuwarder Bioscoop' tot Club 1-2-3-4-5 is niet gering. De filosofie achter deze gedaantewisseling? De Heer Weyschede directeur van alle (10) bioscopen in Leeuwarden vindt dat één groot theater per 100.000 inwoners voldoende is. En Leeuwarden met z'n 85.000 ingezetenen had er twee. Eén te veel dus. Daarnaast telde Leeuwarden maar een art-house. En dat is duide lijk te weinig. De rode zaal schilderd in stroken die van voren naar achteren van zwart via geraffi neerde nuances van grijzen verlopen tot spierwit. Hetzelfde is gedaan bij het plafond, dat is samengesteld uit schrootjespanelen die onderling op ver schillende hoogten zijn bevestigd. Deze plafonds vindt men in alle zalen terug. Alleen zijn ze in de andere zalen egaal Gezicht op Club 2 van kleur gebleven, of zelfs blank ge lakt. De rode zaal ademt een belle époque sfeertje uit. Dieprood voor de stoelen, de wandbekleding, het plafond en de gordijnen. Alleen deze zaal verbergt zijn projectiescherm achter een gor dijn. Alle zalen zijn uitgerust met een kalkwand in plaats van een doek. Club

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1979 | | pagina 8