Rijksbegroting "Film 1980
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond
nummer 19
9 november 1979
Redactie en administratie:
Postbus 5048
1007 AA Amsterdam
Tel: 020- 79 92 61
Hoofdredacteur:
J.Th. van Taalingen
Eindredacteur:
Bart Eldering
Advertenties:
Drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3,
1012 TH Amsterdam
Tel: 020-23 14 85
Rijksbegroting
'Film' 1980
pagina 1
Produktie
pagina 2
Techniek
pagina 3-5
Bondsnieuws
pagina 6-7
Premières
pagina 8
FILM
Bij de voorplaat:
l-cn foto van de medewerkenden
aan de nieuwe Nederlandse, speelfilm
'De Pretenders' van Jos Stelling
met G>by Stunnenberg en livert Holzer.
De première wordt volgend voorjaar
verwacht.
In haar toelichting op de Rijksbegroting voor 1980 betreffende het Werk, Me
vrouw M.H.M.F. Gardeniers-Berendsen, mededelingen over het advies van de
Raad voor de Kunst aangaande het Plan Filmcentrum, de internationale proble
matiek van de filmsector en de subsidiëring van het Nederlands Filmmuseum.
De tekst van de toelichting luidt:
"De Raad voor de Kunst heeft eind augustus 1979 zijn advies over een
toekomstig filmbeleid uitgebracht. In dit advies besteedt de Raad onder meer
opnieuw aandacht aan de kwestie van de al dan niet gewenste samenhang
tussen de verschillende systemen voor de subsidiëring van korte kunstzinnige
film en speelfilm. Het streven is erop gericht om in het komende jaar, na
overleg met betrokkenen, een standpunt over dit advies te bepalen. De ook in
vele andere landen bestaande moeilijkheden in de filmsector hebben geleid tot
belangstelling van de Assemblee van de Raad van Europa. Bij een in 1978
in Lissabon gehouden symposium bleek unaniem een verlangen tot grotere
samenwerking op filmgebied tussen de lidstaten. Het symposium leidde voorts
tot een aanbeveling tot oprichting van een internationale werkgroep. Deze
aanbeveling zal door ons worden ondersteund. De Raad voor de Kunst is
kort geleden gevraagd om over de in de aanbeveling genoemde onderwerpen
een advies uit te brengen. Het Nederlands Filmmuseum te Amsterdam ver
richt taken die van landelijk belang worden geacht (verwerving, archivering en
conservering van films documentatie, het toegankelijk maken van eigen bezit),
alsmede taken die van meer plaatselijk of regionaal belang zijn (onder meer
het zelf in vertoning brengen van films). In de loop der jaren is een achter
stand ontstaan in de werkzaamheden met betrekking tot archivering en
conservering.
Het ligt in de bedoeling om door middel van nadere subsidievoorwaarden het
Filmmuseum te stimuleren deze achterstand weg te werken. Er wordt overleg
gepleegd met de medesubsidiënt, de gemeente Amsterdam, over de vraag of
een splitsing van het filmmuseum in twee rechtspersonen gunstige pers
pectieven kan bieden."
Subsidies en andere uitgaven voor Film
1. Subsidies en andere uitgaven voor in
stellingen en het Nederlandse filmwezen
2. Subsidies voor de vervaardiging van
korte kunstzinnige en culturele films
3. Subsidies voor de vervaardiging van films
die als onderwerp hebben de werkgebie
den van het Ministerie van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk en
andere uitgaven
4. Subsidies en andere uitgaven voor
manifestaties in binnen- en buitenland
5. Prijzen
Subsidie aan Stichting Productiefonds voor
Nederlandse Films
Geraamd voor Toegestaan voor
1980 1979
f. 5.577.000- f. 4.956.000,-
2.066.000,-
1.836.000,
2.637.000,- 2.343.000,-
458.000,-
370.000,-
416.000- 370.000-
Memorie
4.409.000- 4.300.000,-
Vervolg op pagina 2