J
Nog onlangs op 12 mei diende de regering een ontwerp
van de wet in bij de Tweede Kamer op de architecten-
titel, de bescherming van de titels architect, stedebouw-
kundige, tuin- en landschapsarchitect en interieur
architect.
Wij achten het mogelijk een dergelijke bescherming te bie
den aan filmers en andere beroepen binnen ons vak met
de mogelijkheid tot beroep; evenals bij de architecten, om
toegelaten te worden als men niet aan de officiële vereisten
voldoet maar bewezen heeft kwalificaties te bezitten of
daar beroepshalve aan te gaan voldoen.
De werkgelegenheid wordt door beroepsbescherming welis
waar gediend, maar zeker niet in een mate die tegemoet
komt aan de omvang van dit probleem.
Reeds geruime tijd wordt er gezegd dat er een te grote toe
loop naar het vak is. Anderzijds zijn de mogelijkheden van
de nieuwe media, video en beeldplaat, en de kansen voor
arbeidsplaatsen buiten de direkte produktiesector zoals bij
het onderwijs, vormingscentra, buurtwerk, nog zéér ondui
delijk.
De vakbeweging spreekt over circa 45 tot 50 procent werk
lozen, maar daar zijn dan ook de mensen bij inbegrepen die
b.v. 3 tot 4 maanden of langer per jaar werk hebben. Het
TNO spreekt ook over geringe bereidheid van filmers om
aktief op minder goede werkgelegenheidssituaties in te spe
len. Men wil ongebonden blijven, geen opdrachtwerk maken.
Dit geldt overigens niet voor diegenen die in de speelfilm
werken, en als er daar geen werk is, naar onze sector komen;
niet onlogisch omdat het beide commerciële sectoren zijn
en vele speelfilmers of diegenen die in die produktiesector
werken, het vak in de opdrachtfilm hebben geleerd.
Produktiebedrijven bezinnen zich voortdurend op overle
vingskansen, hun continuïteit, en dat betekent, dat het aan
tal medewerkers zo beperkt mogelijk wordt gehouden naast
diversificatie in de activiteiten.
Uitbreiding van subsidie in de daarvoor in aanmerking ko
mende sectoren zou ongetwijfeld soelaas bieden, maar zoals
gezegd, gezien de beperkte middelen mag hiervan niet teveel
worden verwacht.
Dames en Heren,
Kort geleden mochten wij de vaste commissie voor CRM
van de Tweede Kamer over deze en vele andere facetten van
ons vak toespreken in een hoorzitting.
Van de 21 leden waren er eerst drie en later vijf aanwezig;
je kan ook niet overal verstand van krijgen, zullen we maar
zeggen, maar het is desalniettemin wat wrang als het gaat
om het vaststellen van een filmbeleid, zoals de minister
heeft aangekondigd, te willen doen.
Wij vonden het minstens even belangrijk u, als mededragers
van de economisch zwaarste sector van de Nederlandse
audio-visuele produktie, film, band/dia en video, in vogel
vlucht een inzicht te geven in de problemen waarmee ook
onze produktie- en technische bedrijven te kampen hebben.
Als ik de lijst bezie van de opdrachtgevers van de produkties
die vandaag worden vertoond, dan mag ik zeggen, dat u
weet waarover u praat, en dat de vertrouwensrelatie die
dient te bestaan tussen u en ons reeds een langdurige be
staande relatie is.
In dat besef heb ik het dan ook gewaagd uw aandacht te
vragen voor achtergronden die van levensbelang zijn voor
onze kleine en kwetsbare bedrijfstak!
Ik hoop dat uw inzicht in, en uw visie op de Nederlandse
opdrachtfilm ook door de vertoningen van vandaag zal wor
den vergroot, ik wens u een interessante en plezierige dag
toe.
De prijswinnaars met hun onderscheidingen:
V.r.n.l. De heer R. Schoots van Media Consult B. V. en de
heer J. Bakker van Siemens Nederland N.V. met de Prix
d' Amsterdam voor de film "In zee, een film over praten
met Siemens"; René van Nie, producent en regisseur van de
film "In gesprek", die de S.A.M.-prijs verwierfgeflankeerd
door de heer M. de Jong van de Centrale Directie PTT.
CONTACTMIDDAG
van de leden en donateurs van de Nederlandse Bioscoopbond
DINSDAG 5 AUGUSTUS 1980
Cinema International
August Allebéplein 4, Amsterdam
Zaal open: 13.30 uur
Aanvang filmvertoning: 14.15 uur
FAME
regie: Alan Parker
in de hoofdrollen: Irene Cara en Lee Curreri
Een M.G.M.-produktie uitgebracht door C.I.C.
16.15 18.00 uur: informeel contact
7