CINECENTER CENTRAAL CINECENTER-AMSTERDAM Het zoeken naar een nieuwe lokatie voor een bioscoop ter vervanging van een theater dat moet sluiten i.v.m. beëindiging van het huurcon tract en de verandering van bestemming is nooit een plezierige zaak. Zeker niet in het geval van Cinétol in de Tolstraat in Amsterdam. Een bioscoop die in de loop der jaren een zeer vaste bezoekerskern had opgebouwd en door z'n bijzondere programmering en de populaire nachtvoorstellingen aan een duidelijke behoefte voldeed in de studen tenstad Amsterdam. EERSTE PLANNEN EIGEN IDEEËN In 1976 is dat zoeken serieus begon nen. Na veel speurwerk werd een ge schikt punt gevonden dat de oude plaats van Cinetol misschien kon her overen. In de Kerkstraat bij de Leidse- gracht. Een prima punt, veel nachtle ven in de omgeving overdag ook veel publiek in de buurt, mooi centraal ge legen bij een van de uitgaanscentra van de hoofdstad. De plannen gingen concretere vormen aannemen er werden tekeningen ge maakt en uiteindelijk ingediend bij de bevoegde instanties. Het plan kon ech ter in hun ogen geen genade vinden, aangezien het binnen de grachtengor del lag en men daar geen vestiging wenst van dergelijke voorzieningen. Ongeveer gelijktijdig was een project ontwikkelaar bezig met nieuwbouw in een deel van de Leidsebuurt, waar in aansluiting op de bouw van het nieuwe politiebureau Lijnbaansgracht ter ver vanging van het bureau Leidseplein veel veranderingen plaatsvonden en ge schikte ruimtes gepland waren. De projectontwikkelaar en de aan nemer waren op zoek naar een moge lijkheid om de kelderruimten van een groot blok nieuwbouw met koopflats rendabel te maken door het stimuleren van de vestiging van een exploitabel gebeuren. Men bood de ruimten aan voor vesti ging van twee bioscoopzalen. Verschil lende theaterconcerns werden bena derd en uiteindelijk was het toch direc teur C. Koppies van Cinetol B.V., die wel iets zag in het project ter vervan ging van zijn op sluiten staande bio scoop. Al filosoferend kwam hij met geheel eigen ideeën over de 'vestiging van bio scopen op een dergelijke centrale plaats. Hij wilde geen twee maar vier zalen en hij wilde een goede bereik baarheid, d.w.z. twee hoofdingangen. Een soort overdekte straat een galerij waaraan de ingang van de theaters zou liggen. Er zouden ook gewoon trot toirtegels komen te liggen en de zalen zouden sec en kaal zijn. De 'doorloopstraat' met de zitjes voor o.a. het horecagebeuren Cinema Pierrot De oorspronkelijke architect werd weer in de arm genomen en er ontston den nieuwe ontwerpen. Bij het scherp bekijken van de beschikbare ruimte kwam men tot de ontdekking dat die toch zeer beperkt was in bepaalde op^ zichten. Het zou woekeren worden en wel knus want de hoogte was ook op bepaalde punten beperkt. Een en ander droeg bij tot een radicale wijziging van de oorspronkelijke policy in het najaar van 1978. Gezelligheid was nu het parool, uitgaan in welke vorm is onver brekelijk verbonden met het begrip ge zelligheid. De doorloop zou gehand haafd blijven maar integraal worden opgenomen in het hele complex. Het streven werd om zoveel mogelijk facet-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1980 | | pagina 6