ring van het aantal gedelegeerden van de Afdeling Bioscoopexploitanten om het populair te zeg gen uit de boot gevallen. Het zijn de heren Douwes Dekker, Janssen, Koppies, Nassette, Schepel, Spanjaart en Vink. Hun aftreden is een uitvloeisel van het gekozen stelsel. Het is ook de enige oorzaak. Want als leden van de Bondsraad en deels van de Exploitantenraad hebben zij zich uiterst bekwame bestuurders getoond, die door hun capaciteiten, ervaring en inzet in deze overkoe pelende organen veel en belangrijk werk hebben ge daan. Ik wil U dan ook niet verhelen, dat ik bij het opsommen van hun namen een gevoel van grote spijt over het verlies van hun inbreng in organisato risch verband niet heb kunnen onderdrukken. Ik weet namens U allen te spreken, wanneer ik hen vanaf deze plaats ten zeerste bedank voor hetgeen zij in hun functies ten dienste van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf hebben verricht. Een tweede essentiële verandering, die doorwerkt in de overkoepelende organen van Bondsraad en Hoofdbestuur is de splitsing van de Bedrijfsafdeling Filmproduktie in een Afdeling Speelfilmprodu centen en een Afdeling Audiovisuele Produktie. Onze industriële sector is hierdoor in totaal met zes personen in de Bondsraad vertegenwoordigd tegen vier voorheen. Deze positie is extra versterkt, door dat het aantal vertegenwoordigers van andere afde lingen in de Bondsraad, mede door de afschaffing van het systeem van speciale gedelegeerde, niet onaanzienlijk is verminderd. Elk van de afdelingen heeft nu drie gedelegeerden in de Bondsraad. Van de kant van de Afdeling Audiovisuele Produk tie zien wij drie oude bekenden in ons midden, te weten de heren De Clerck, Brusse en Kommer. De heer Raucamp is niet teruggekeerd, wat een rechtstreeks gevolg is van de structuurwijziging. Ik zeg hem van harte dank voor zijn positief aandeel in de Bondsraad gedurende vele jaren. De Afdeling Speelfilmproducenten vormt, dat mag ik toch wel stellen, een nieuwe factor in de Bonds- raad, mede uit een oogpunt van creativiteit. Haar vertegenwoordigers zijn de heren Houwer, Rade makers en Stelling, die ik hier hartelijk welkom heet. Ik spreek het vertrouwen uit, dat zij construc tief aan het Bondswerk zullen gaan deelnemen. De Afdeling Filmverhuurders is nauwelijks beroerd door de jongste aanpassing van onze structuur. Doordat alleen de bestuursleden in de Bondsraad zitting hebben, hebben wij wel afscheid te nemen van de heer Hemelraad, die als speciale gedele geerde in onze raad zitting had. Ik dank hem van harte voor zijn werkzaamheid de laatste jaren als Bondsraadlid op de hem eigen bekwame en prettige wijze. Mijne heren, bij de discussies die rond de struc tuurwijziging hebben plaatsgevonden is gebleken, dat handhaving van de eenheidsorganisatie door iedereen als een zaak van wezenlijk belang is aan gemerkt. Het is mijn stellige overtuiging, dat langs deze weg in het verleden belangrijke voordelen voor de bedrijfstak als geheel en het Nederlandse filmwezen zijn verkregen en dat in de toekomst, ook al zijn de omstandigheden gewijzigd, de eenheidsorganisatie moet worden gecontinueerd. Het is zo, dat men in het buitenland eveneens in toenemende mate hecht aan samenwerkingsver bonden tussen alle groeperingen. In dit opzicht moge ik verwijzen naar Italië en de Duitse Bonds republiek. In sommige landen heeft men de oplos sing in een andere richting gezocht, zoals in Frank rijk, waar bedrijfsregelingen tot stand komen via een overheidsorgaan. Persoonlijk geef ik aan de democratische besluitvorming in ons land de voorkeur. Een functionering binnen de eenheidsstructuur van deze Bond houdt met name in, dat men ook naar buiten gemeenschappelijk zal moeten optre den. Eigenlijk is dit bij andere verbanden, bij voorbeeld de federatie, precies zo, al zal men dan wel wat vrijer in zijn opstelling kunnen zijn. Ik houd dit vooral degenen onder U voor die hier nieuw zijn benoemd en met de functionering van onze Bond praktisch nog geen of weinig ervaring hebben opgedaan. Als iedereen tegenover de bui tenwacht voor zijn eigen stalletje gaat opkomen, dan kunnen er gemakkelijk situaties optreden, waardoor het door de leden algemeen gesteunde beginsel van de eenheidsorganistie op de tocht komt te staan en daarmede de behartiging door de Bond krachtens zijn Statuten van het algemeen be drijfsbelang. Ik vind het nuttig om bij de start van deze struc tuurverandering dit aspect te beklemtonen, omdat alleen dan een optimale functionering van onze organisatie mogelijk is. Voorzover hieromtrent mis verstanden mochten bestaan, wil ik er nog eens de nadruk op leggen dat, als ik het heb over beperkin gen, ik niet doel op van bovenaf opgelegde zaken, maar op een gedragspatroon waarbij men gemeen schappelijk tot besluitvorming komt op basis van haalbaarheid. Ik geef U graag deze gedachten mee voor Uw toe komstig werk in de Bondsraad en ik wens U - nu wij door de maatschappelijke ontwikkeling in het algemeen en de problematiek van onze bedrijven in het bijzonder voor een moeilijke opdracht staan veel wijsheid toe en uiteraard veel succes. Hiermede verklaar ik deze buitengewone vergade ring van de Bondsraad voor geopend. De heren Rademakers, Houwer (links) en Van Praag (rechts)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1981 | | pagina 5