Dames en Heren, hoe het ook zij, er is in het afgelopen jaar door deze organisatie veel en goed werk ver vuld. Hierbij valt de inzet op van een kern van leden, een aantal bij het Bondswerk betrokken buiten staanders en directie en medewer kersvan het Bondsbureau. Ik heb in het bijzonder zeer veel waardering voor die betrekkelijk kleine kern van leden die intens en frequent aan het werk in de Bond en verwante instellingen hebben deelgenomen. Ik zeg allen ten zeerste dank die in het afgelopen jaar door hun werk zaamheid hebben bijgedragen tot een goede functionering van onze organisatie, in het algemeen belang van het Nederlandse film- en bio scoopbedrijf. Ik moge besluiten met de welge meende hoop uit te spreken, dat in de nabije toekomst te nemen be leidsbeslissingen ertoe zullen bij dragen, dat de actuele problemen en de problemen waarvoor wij nog worden gesteld, zullen worden over wonnen. Ik wens U allen hierbij veel wijsheid en inzicht toe. En om in de trant van de huidige wereld kampioenschappen te spreken, vooral geen paniekvoetbal. Hiermede verklaar ik deze vergade ring voor geopend. Het jaarverslag van de Bond over 1981 en de financiële stukken wer den door de vergadering goedge keurd. Voorts werden wijzigingen aange nomen in het Algemeen Bondsregle ment, het Contributiereglement en het Reglement inzake Filmexploita- tierechten. Tevens werd het Hoofdbestuur ge machtigd om 15 procent van de contributieopbrengst over 1982, vermeerderd met een bedrag van f 42.500,—, beschikbaar te stellen t.b.v. de financiering door de Stich ting Productiefonds voor Neder landse Films van met geldelijke steun van dit fonds te vervaardigen films. In de vacatures ontstaan door het periodieke aftreden van vier leden van het Hoofdbestuur vond de her benoeming plaats van de heren J. Arkenbout, R.H. Gerschtanowitz, R.P. Houwer en Drs. J.Ph. Wolff. In de vacature ontstaan door het pe riodieke aftreden van de heer P. Sil- vius werd Drs. W.J.A. van Roosma len benoemd. Het voorstel van het Hoofdbestuur om de heer P. Silvius te benoemen tot erelid van de Bond werd una niem door de vergadering aangeno men. Speech van de Bondsvoorzitter bij gelegenheid van de toekenning van het erelidmaatschap aan de heer P. Silvius op 22 juni 1982 Volgens de Statuten wordt het ere lidmaatschap van de Nederlandse Bioscoopbond verleend door de Bondsraad op voordracht van het Hoofdbestuur. Het is een formule ring die opvalt door haar kortheid en door het ontbreken van normen. Dat is gebruikelijk. Men zou kun nen zeggen, dat het toekennen van het erelidmaatschap een aangelegen heid is die ten opzichte van de be trokkenen als iets vanzelfsprekends is te beschouwen. Een erelidmaatschap pleegt primair te worden toegekend met het oog op hetgeen door het erelid in spe is gedaan ten behoeve van de vereni ging en haar leden. Het komt er dus in de eerste plaats op aan, dat men in zijn functionering binnen de ver eniging een zeer belangrijke en posi tieve inbreng moet hebben gehad. Daarnaast spelen eigenschappen van hoofd en hart en de algemene er kenning en sympathie die men heeft, een voorname rol. Uw benoeming tot erelid mag wor den aangemerkt als een bevestiging van de omstandigheid, dat U de combinatie van de vereiste eigen schappen ten volle bezit. U hebt ge durende tien jaren deel uitgemaakt van het Hoofdbestuur, van welk college U de laatste tijd ook het vice-voorzitterschap hebt vervuld. Gedurende eenzelfde periode hebt U zitting gehad in de Bondsraad. U hebt topfuncties bekleed in de Af deling Filmverhuurders en hebt zit ting gehad in de Bondsarbitragecol- leges. U hebt Uw functies steeds met zeer veel ambitie vervuld en vanuit de in tentie de algemene belangen van het Nederlandse film- en bioscoopbe drijf te dienen. Dit moet niet zó worden uitgelegd, dat U in de over koepelende en gemengde organen waarvan U lid bent geweest, niet opkwam voor de specifieke proble men van de filmverhuur, door wel ke sector U bent afgevaardigd. U bent immers juist op het terrein van de filmverhuur door ervaring in bin nen- en buitenland bijzonder des kundig. U bent al jong in de verhuursector gekomen en hebt in totaal 43 jaren gewerkt in het film- en bioscoopbe drijf, een aantal jaren dat op zich zelf al indrukwekkend is. Overigens

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1982 | | pagina 7