Plan van de Nederlandse Bioscoopbond tot versterking van het film- en bioscoopwezen in ons land Het Hoofdbestuur van de Neder landse Bioscoopbond heeft in een nota aan de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, Mr. Drs. L.C. Brinkman, denkbeelden ontwikkeld die de continui'teit van het Nederlandse film- en bioscoop wezen moeten bevorderen. Deze nota is in een gesprek met de Minis ter toegelicht. In zijn beschouwingen vestigt het Hoofdbestuur er de aandacht op, dat de economische positie van het bioscoopbedrijf ondanks de ver nieuwing die het de laatste jaren heeft ondergaan, kwetsbaar blijft. De snelle en krachtige ontwikkeling op audiovisueel gebied betekent een verheviging van de concurrentie voor de bioscopen, doordat nieuwe media als kabeltelevisie, video- en in de nabije toekomst satelliet en abonneetelevisie in belangrijke mate gebruik maken van de bio scoopfilm. De verschillende vormen van filmpiraterij hebben een extra nadelige uitwerking. Opdat de bio topen het hoofd kunnen bieden aan deze concurrentie op audiovi sueel gebied, zullen zij hiertoe pas sende maatregelen moeten nemen, in het bijzonder door snelle tech nische aanpassingen, alsmede door een grotere variatie van program ma's en een snellere doorstroming van films. In het bijzonder wordt gedacht aan een uitbreiding van de vertoningsmogelijkheden van cultu reel waardevolle films. Het bio scoopbedrijf zal moeten komen tot een actief en alert beleid. Hiervoor is echter financiële armslag onont beerlijk. De Nederlandse Bioscoopbond legt er de nadruk op, dat de functione ring van de bioscoop van essentieel belang is voor de gehele ontwikke ling op audiovisueel gebied. In deze ontwikkeling is de bioscoopfilm eenvoudig onmisbaar element. De bioscoop neemt in het licht van de enorme behoefte aan software in de audiovisuele ontwikkeling derhalve een, sleutelpositie in, omdat de pro- duktie van speelfilms zonder de in komsten uit bioscoopvoorstellingen economisch niet mogelijk is. Daarnaast heeft de bioscoop een be langrijke recreatieve en sociale functie. Ondanks alle wijzigingen in het patroon van de vrijetijdsbeste ding is de bioscoop met circa 25 miljoen bezoekers perjaar de voor naamste factor onder de openbare vermakelijkheden. De bioscoop is in het bijzonder ook van betekenis voor de instandhouding van de na tionale film. Een versterking van de positie van de bioscoop betekent automatisch een versterking van de nationale filmproduktie. Het omge keerde is ook het geval: de natio nale film oefent immers een posi tieve invloed uit op het bioscoop bezoek. Het Hoofdbestuur heeft Minister Brinkman verzocht te bevorderen, dat juist op dit moment, nu de audiovisuele ontwikkeling in een zeer hoog tempo verloopt, de bio scoop de nodige financiële armslag krijgt. Om dit te bereiken zouden in ons land soortgelijke maatregelen moeten worden getroffen als in an dere landen binnen de Europese Ge meenschap, waar door voorzienin gen van fiscale aard de mogelijkheid in het leven is geroepen middelen vrij te krijgen ten behoeve van het film- en bioscoopwezen. Het Hoofdbestuur heeft in zijn nota de gedachte ontwikkeld van een fiscale tegemoetkoming in ons land door het B.T.W.-tarief voor de film- en bioscoopsector, dat thans 18 pro cent bedraagt, op het uitzonderings tarief van 4 procent te stellen, zoals het geval is ten aanzien van boeken en tijdschriften. In andere E.G.-sta ten geldt voor films eveneens het lage B.T.W.-tarief. Aan een deel van de aldus beschik baar komende gelden zou het Hoofdbestuur van de Bond in na volging van andere E.G.-landen een bestemming willen geven ten dien ste van het film- en bioscoopwezen. Hierbij worden de volgende maat regelen genoemd: financiering van Nederlandse filmprodukties; financiële steun aan filmmanifes- taties en andere filmculturele ac tiviteiten; financiële steun aan filmexport- activiteiten; beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van inves teringen van de bioscopen voor het toepassen van nieuwe techno logieën; financiering van collectieve maat regelen ten behoeve van het film en bioscoopwezen op het gebied van research, voorlichting en sti mulering. Het Hoofdbestuur heeft de Minis ter voorts onder de aandacht ge bracht, dat, als een vorm van abon neetelevisie in ons land van de grond komt, de filmvoorziening van dit medium niet aan derden mag wor den overgelaten, doch zeker mede in handen moet worden gelegd van het film- en bioscoopbedrijf in zijn totaliteit. Tenslotte heeft het Hoofdbestuur de Minister verzocht te bevorderen, dat van de kant van Justitie ver scherpt wordt opgetreden tegen de videopiraterij, met name ook door een wijziging van de Strafwet en van de Auteurswet. v.T.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1983 | | pagina 3