In de afgelopen maanden is een
tweetal films met subsidie van het
ministerie van WVC in première
gegaan:
SPREEUWENWERK
De afgelopen 6 jaar besteedde Joost
Tinbergen van de Rijksuniversiteit
van Groningen aan het toetsen van
de huidige voedselzoektheorie bij
spreeuwen. Daarvoor was het nodig
om de individuele spreeuwen van
zonsopgang tot zonsondergang te
volgen. Op het biologisch veldsta-
tion 'de Herdershut' op Schiermon
nikoog werd daartoe een spreeu
wenkolonie 'gesticht'. Elk jaar tij
dens het broedseizoen werd vanaf
een waarnemingstoren vlak bij de
kolonie, door waarnemers verder
op in het veld, en met behulp van
ingenieuze opstellingen van automa
tische camera's in de nestkasten een
grote hoeveelheid exacte gegevens
verzameld over voedselzoekgedrag
en de samenstelling van het voedsel.
Juist bij zo'n onderzoek kunnen we
duidelijk maken dat biologen door
het beantwoorden van veel detail
vragen proberen het gedrag van die
ren in het algemeen te begrijpen.
Begrijpen om te voorspellen. Voor
spellen waar de dieren voorkomen
en in welke mate. Maar ook voor
spellen of de balans tussen mensen
dier verstoord dreigt te raken en om
dan tijdig maatregelen te kunnen
nemen.
Deze film kwam tot stand met
medewerking van het Zoölogisch
Laboratorium te Haren en werd ver
vaardigd met steun van het Prins
Berhard Fonds, het Ministerie van
WVC en de KRO-televisie.
DESTENEN VRIENDIN
De Stenen Vriendin vertelt het ver
loop van een vriendschap tussen
twee jongens.
De 'jongere' bewondert de oudere
jongen om zijn lef en manier om
respekt af te dwingen.
De wederzijdse belangstelling voor
een beeld bevestigt hun vriendschap,
maar toont ook al snel de broosheid
daarvan.
Als de oudere jongen met zijn onaf
hankelijke karakter de ene vriend
schap inruilt voor de andere, doet
dit zijn jonge bewonderaar pijn.
Bewondering verandert dan in ja-
louzie die in zijn wraakzucht geen
ruimte meer wil laten voor 'de eens
bewonderende jongen' als een
godsoordeel?
De film is voornamelijk opgenomen
in verschillende delen van de pro
vincie Zeeland, in de periode sep-
teber/oktober 1982.
6
Vanwege de eisen die de bijzonder
heden van het Zeeuwse landschap
stelden aan de opnamen en daarmee
de spelers en de crew, stelt de pro
ducent zich garant voor het bewijs
van doorzettingsvermogen van hen
allen.
De film kwam tot stand met subsi
die van het Ministerie van WVC en
de Provincie Zeeland.