FILMPRODUKTIE EN BIOSCOOPBEDRIJF IN NOORWEGEN Produktie De Noorse filmproduktie vormt een integraal onderdeel van het totale pakket aan culturele activiteiten van de overheid. De filmkunst is ondergebracht in het budget van het Koninklijke Mi nisterie van Cultuur en Wetenschap pen. In Noorwegen worden jaarlijks zo'n 10 tot 12 speelfilms geprodu ceerd, ledere film tot een minimum lengte van 2000 meter (35 mm) krijgt een subsidie die tot 55 pro cent kan oplopen voor minder kostbare zwart/wit films ligt dit percentage op 45 van de bruto recette van de Noorse bioscopen. Deze subsidie wordt gegeven gedu rende een periode van drie jaar na de première, of tot de totale kosten van de film worden gedekt door filmhuren of subsidies. Het Ministerie verstrekt daarnaast garanties voor produktieleningen tot 90 procent van de kosten, in clusief rente, ledere Noorse bank is in staat deze leningen te verstrek ken. De producent dient voor het verkrijgen van een dergelijke garan tie een scenario, een produktie-op- zet en een financieel overzicht in te dienen bij het Ministerie, waarna een advies wordt uitgebracht door een door het Ministerie benoemde commissie bestaande uit 7 leden. Distributie Zoals ook elders hebben de meeste major companies hun vertegen woordiging in Noorwegen. Daar naast zijn er een aantal onafhanke lijke distributeurs. Een daarvan is in handen van de gemeentelijke over heden. Bioscopen De meeste belangrijke bioscopen zijn eigendom van steden en ge meenten en worden door de over heid georganiseerd als een service aan het publiek (de burgers). Op een totaal van 456 theaters zijn er 241 in overheidshanden. In 1981 bezocht ongeveer 81.6 procent van de bioscoopgangers juist deze 241 theaters. Het totale bezoek in Noor- 10 wegen dat jaar kwam neer op 16.4 miljoen. Op een bevolking van 4 miljoen geeft dat een jaarlijke be zoekfrequentie te zien van 4 keer per inwoner. Er bestaan in Noorwe gen geen theaterketens, zodat in principe iedere bioscoop over iedere film kan beschikken. WEST DUITSLAND IN 1982 Het aantal Duitse plus Berlijnse bioscopen groeide vorig jaar van 3530 in 1981 naar 3615 in 1982. Er waren 22 drive-inbioscopen te gen 23 het jaar daarvoor en ook het aantal reisbioscoopexploitaties liep terug van 36 naar 34. Het bezoek nam af met 11.9% van 141.3 miljoen naar 124.5 miljoen bioscoopgangers. De totale recette bedroeg D.M. 940.800.000. In totaal gingen 311 films in pre mière in 1982: 122 uit Amerika, 70 films van eigen bodem, waaron der 13 co-produkties, 32 Engelse films, 25 uit Italië en 22 uit Frank rijk. De overige 28 films kwamen uit verschillende andere landen. Het marktaandeel van de puur Duit se films was ongeveer 5% van het to taal. HET DUITSE BIOSCOOPBEZOEK VASTGELEGD IN DE MEDIA- ANALYSE '83 4.3 procent van het West-Duitse publiek boven de 14 jaar gaat minstens één keer per week naar de bioscoop. Het gedeelte mannelijke bezoe kers is groter dan het vrouwelijke aandeel in het bioscoopbezoek: 60 procent tegen 40 procent; vergelijk daarmee de verhouding mannen/vrouwen in de bevol kingsopbouw: 46 tegen 54 pro cent. Opvallend is ook dat bij een eerdere analyse het vrouwelijk bezoekersaandeel nog op 48 pro cent lag. Van de jeugd tussen 14 en 19 jaar gaat 17 procent minstens één keer per week naar de bioscoop; in de categorie 20- tot 29-jarigen is dat 8 procent. Beide leeftijds groepen samen maken vier/vijfde van het totale bioscoopbezoek uit, hoewel ze slechts 28 procent van de gehele bevolking vormen. In de groep 14- tot 19-jarigen gaat 82 procent minstens één keer per jaar naar de film. 62 procent van alle bioscoopbe zoekers komt uit kringen met een betere (middelbare) oplei ding. Op de totale bevolking maakt deze groep 38 procent uit. In steden met meer dan 500.000 inwoners is het bioscoopbezoek hoger dan elders: 51 tegen 44 procent. BULGARIJE De Bulgaren zijn blijkbaar een film- minnend volk. Per jaar gaat een in woner van Bulgarije 10 keer naar de bioscoop; vóór recente verhogingen van de entreeprijs was dat overigens nog frequenter: 13 keer per jaar. Per jaar worden ongeveer 170 films uitgebracht in 3500 biosco pen. Het merendeel daarvan komt uit de Oostbloklanden. De Bul gaarse film is populair bij het pu bliek. Op dit moment ligt de jaarlijkse produktie ongeveer op 25 films. JAPAN De Federatie van Japanse Bioscoop exploitanten riep 1 juni jl. uit tot 'Thanks-To-Fans' dag. Op die dag hoefde het publiek slechts de helft van de gangbare toegangsprijs te be talen. De publieksstijging in de theaters die Japanse films vertoon den, bedroeg 393.8%. Het import- produkt scoorde nog hoger: een toename van 420.2%. FILMPRODUKTIE IN IJSLAND Tot 1979 kon van enige filmpro duktie in IJsland nauwelijks gespro ken worden. Na de eerste speelfilm in 1923 duurde het tot 1948 voor een tweede film werd geprodu ceerd. Druppelsgewijs één film per twee a drie jaar verschenen er vervolgens nog een paar fiJms van eigen bodem tot 1979, toen het Us- landse Film Fonds enige mini male steun begon te geven aan de filmproducenten. Dat jaar be droeg het totale subsidiebedrag 300.000 IJslandse kronen, slechts toereikend voor de helft van de fi nanciering van een low-budgetfilm. Toch werd dat jaar begonnen met de produktie van drie speelfilms en zo ging het tot nu toe door. Vrijwel alle films werden warm ontvangen door het publiek, maar IJsland telt maar 230.000 inwoners, bepaald niet genoeg voor een gezonde ex-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1983 | | pagina 12