NIEUWE BESTUURSSTRUCTUUR BIJ BIO De wijze waarop ziekenhuizen, scholen, instituten en andere instel lingen in ons land worden bestuurd, is afkomstig uit de regententijd. Niet de gesalarieerde leiding van een instelling heeft de bestuursmacht, maar een groep van goedwillende belangstellenden, die in hun vrije tijd zonder honorarium de bestuurs besluiten nemen. Een vergelijking met de naamloze of de besloten vennootschappen gaat niet op: de raad van commissarissen heeft wel het recht van benoeming en ontslag van de direkteuren, maar het is de direktie, die het bestuur van de ven nootschap vormt en die haar naar buiten vertegenwoordigt. Heel an ders is dit bij stichtingen en vereni gingen; hoe de titulatuur van de be zoldigde leiders ook is direkteur, rector, geneesheer-direkteur zij zijn slechts procuratiehouders, en het bestuur is het bevoegd gezag. Het is geenszins mijn bedoeling met deze beschrijving een ongunstig licht te werpen op het bestuurssys teem van talloze non profit-organi- sations in Nederland. In tegendeel, door de inzet van mensen met een grote maatschappelijke ervaring, respectievelijk specialistische kennis krijgen deze instellingen kosteloos de beschikking over deskundigheid en leiderschap, die zij via de ar beidsmarkt nooit zouden kunnen verwerven. Bovendien zijn en blij ven de besturen nodig voor de func tie die de commissarissen bij ven nootschappen hebben: het benoe men van de leiding en de bewaking van het beleid binnen de statutaire doelstellingen. Anders dan bij on dernemingen, waar de continuïteit primair is, gaat het bij de meeste in stellingen om de doelstellingen waar voor een stichtingskapitaal bijeen is gebracht en waarvoor donaties of contributies worden verkregen. In de laatste decennia is het bestu ren bij vele instellingen zeker moei lijker, meer omvattend en daardoor ook tijdrovender geworden. Dit komt, doordat de snelle veranderin gen op maatschappelijk gebied en de sterke afhankelijkheid van een dik wijls wisselend overheidsbeleid veel vuldige aanpassingen van werkwij ze vergen, waarbij nog komt, dat besturen soms op moeten treden als beschermer tegen de op uitschake ling van de instelling gerichte invloe den. Deze ontwikkeling heeft er toe geleid, dat de bestuurders meer dan vroeger op de hoogte moeten zijn van de specifieke problematiek van de door hen bestuurde instellin gen, willen zij hun werk goed kun nen doen. Dit is bij sommige instel lingen gemakkelijker te realiseren dan bij andere. Zo zijn er in vele plaatsen voor besturen van scholen en scholengemeenschappen zo veel belangstellende deskundigen be schikbaar, dat er in sommige schoolbesturen bijna sprake kan zijn van een overmaat aan deskun digheid. Bij ziekenhuizen ligt dit anders. Er zijn weinig mensen, die door hun beroep of ervaring zonder meer inzicht hebben in de specifie ke problematiek van het leiden van een ziekenhuis. Dit neemt natuur lijk niet weg, dat men als bestuur der dit inzicht geleidelijk kan ver werven. Ook het bestuur van Bio, waarvan de leden worden benoemd door het hoofdbestuur van de Bioscoop bond, is in de afgelopen tien jaar met deze ontwikkeling geconfron teerd. Juist door zich zo veel moge lijk in te werken, is het de bestuurs leden duidelijk geworden, hoe moeilijk het voor de direktie is ge weest, temidden van snelle verande ringen in de gezondheidszorg en van een woud van overheidsbepalingen en (semi-joverheidsinstanties Bio het hoofd boven water te doen hou den. Toen het bestuur dan ook hoorde van de mogelijkheid, de bestuursbevoegdheid in een zieken huis dichter bij de direktie te bren gen, is het direkt begonnen, dit voor Bio te onderzoeken. Hierbij diende mede te worden betrokken de splitsing van Bio in een, het ver mogen beherende moederstichting enerzijds en enige werkstichtingen anderzijds, waartoe al eerder was besloten. Aanvankelijk heeft het bestuur ge meend, dat de herstructurering in een jaar te realiseren zou zijn. In werkelijkheid hebben bestuur, di rektie en adviseurs drie jaar nodig gehad, totdat alle toestemmingen en vergunningen waren verkregen voor het passeren van de acten op 29 februari j.l. Volgens de nieuwe structuur treedt het bestuur van de moederstichting (Stichting Bio Kinderrevalidatie) op als Raad van Toezicht van de werk stichtingen (Stichting Bio-Revalida- tiecentrum voor kinderen en Stich ting Bio-Orthopedische Werkplaats). Deze Raad van Toezicht heeft, be halve uiteraard het toezicht op het bestuur, het beslissingsrecht over het benoemen en ontslaan van be stuurders, de begroting, de bestem ming van de onroerende goederen, en over eventuele statutenwijzigin gen. De rest van de bestuursbevoegd heden is overgegaan op de profes sionele bestuurders van Bio: de ge neesheer-direkteur, de economisch direkteur en het hoofd van de Bio- Mytyl school. Het laatstgenoemde geeft tevens inzicht in een bijzonder aspect van Bio, namelijk de inte gratie van behandeling en onder wijs. Het bestuur (nu Raad van Toe zicht) is van mening, dat de hoof den van de samenwerkende werk stichtingen tezamen de direktie bestuur nieuwe stijl) dienen te vor men. Deze regeling is overigens niet mogelijk voor de school, doordat de wet - m.i. terecht bepaalt, dat het schoolbestuur niet kan worden gevormd door de schoolleiding. (Het bestuur van de moederstich ting benoemt (uit zijn midden) de meerderheid van het bestuur van de Stichting Bio-Mytylschool.) Beslis singen over de besteding van de col lecte-opbrengsten worden in de moederstichting genomen. Met deze herstructurering, die voor Bio een mijlpaal in het bestaan be tekent, is onze instelling niet de eer ste, maar wel één van de eersten, en zal zij vermoedelijk bijdragen tot het op gang komen van wijzigingen in de bestuursstructuren van vele andere instellingen in de gezond heidszorg. Deze gewijzigde struc tuur neemt overigens niet weg, dat de doelstellingen van Bio onveran derd zijn gebleven, en het is onze hoop, dat bioscoopexploitanten en publiek hier met sympathie tegen over zullen blijven staan. J.Ph.W. 7

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1984 | | pagina 9