mediasystemen die verder zijn ontwikkeld,
zoals in Amerika, waar de bioscoop nog
steeds een bijdrage van zestig procent aan de
financiering van de speelfilm levert.
Het stagneren van het bioscoopbezoek vormt
daarom, niet alleen nationaal maar ook inter
nationaal, een bedreiging voor de ontwikke
ling van alle audiovisuele media.
Het terugdringen van die afkalving en een
fundamentele verbetering van de financie
ringsstructuur van de filmsector, zullen in de
komende jaren noodzakelijke activiteiten
voor de filmsector zelf zijn. Maar ook in het
mediabeleid dat de Nederlandse en Europese
overheden de komende jaren gaan voeren,
zullen deze problemen centraal moeten
staan. (3)
Knelpunten
Het gebrek aan speelfilms is een knelpunt
dat op internationaal en macroniveau op
doemt. Het opheffen van de bestaande knel
punten op mesoniveau, in de bioscoop
branche zelf. kan een positieve ontwikkeling
op het macroniveau ondersteunen. Deze
knelpunten met betrekking tot onderdelen
van de marketingsmix, het produkt zelf, de
film, de bijprodukten, de diversificatie, de
prijs, de service, de ambiance en de promo
tie, werden door Mr.Farwerck van de
NEHEM voor het wetenschappelijk publiek
uiteengezet. (4)
Pers en aanwezigen waren niet onder de in
druk van de voortgang, die de NEHEM sinds
het uitbrengen van haar herstructurerings
rapport in februari 1985 bij het verbeteren
van de bioscoopbranche heeft bereikt. In De
Volkskrant van de volgende dag werd
Drs.Leurink van de NEHEM geconfronteerd
met zijn uitspraak van een jaar geleden, dat
er snel gerichte acties moesten komen
'anders vallen ze om'. Het afgelopen jaar
blijkt vooral aan vergaderen besteed te zijn.
De Voorzitter van de N.B.B, kwam hem te
hulp met de opmerking, dat in de meeste
bedrijfstakken door een verbetering van de
marketing snel resultaten bereikt kunnen
worden. Het bioscoopbedrijf wordt echter
bij de marketing van het hoofdprodukt, de
hoofdfilm, geconfronteerd met een aanbod
economie. De vraagzijde, in dit geval het
Nederlands bioscoopbedrijf, kan bijzonder
weinig invloed uitoefenen op het aantal aan
geboden films, de soorten films, de verto
ningscyclus etc. De NEHEM zal zich dus
moeten richten op de overige knelpunten,
maar ook daar kan de rek gering zijn. Uit de
recente prijsexperimenten zal bijv. moeten
blijken hoe smal de marges voor beleidsver
anderingen zijn. Veel werk dat nu wordt ge
daan, blijft verder onzichtbaar voor de aan
dachtige buitenstaander. Zo kan het unifor
meren van de contractsituatie verhuurder/
bioscoopexploitant een stabiliserende factor
in het bioscoopbedrijf vormen.
Het vaststaande gegeven dat een nationaal
bioscoopbedrijf zich zal moeten herstructu
reren tegen de achtergrond van een inter
nationale filmaanbodeconomie, plaatst een
aantal fundamentele problemen buiten het
bereik van de NEHEM.
Drie-sporen-beleid
De discussiebijeenkomst van de VSOM
leverde tenslotte geen afgeronde conclusies
op. In de huidig situatie, waarin zich nieuwe
inzichten ontwikkelen, en waarin ook de an
dere mediasectoren en de mediawetenschap
begrip beginnen te ontwikkelen voor de pro
blematiek van het filmbedrijf, zou dat ook
moeilijk kunnen. Sommige contouren
worden maar vaag zichtbaar. In de komende
praktijk van de herstructurering van het
bioscoopbedrijf zal men dan ook de werf
met het schip moeten bouwen. Voor de
NEHEM, die ook actief is in andere media
sectoren, is dat een boeiende en leerzame
ervaring, die hopelijk ook vruchten zal gaan
afwerpen voor de bioscoopexploitanten.
Voor de NEHEM. maar ook voor de natio
nale mediabeleidvoerders, is het daarbij van
belang dat de wetenschap van de massacom
municatie die recent als een zelfstandige we
tenschappelijke 'onderwijs studierichting er
kend is, haar aandacht nationaal en inter
nationaal nadrukkelijk verlegt naar vraag
stukken met betrekking tot de media-econo-
mie. mediastructuren en mediamarkten.
De aan het bioscoopbedrijf gewijde bijeen
komst van de VSOM is daarvoor een levend
bewijs, en daarmee een succes. (5)
Mede met behulp van de wetenschap kunnen
marktsector en overheid de beleidsinstru
menten voor de nabije toekomst en de jaren
negentig ontwikkelen.