gebruikt 87% het apparaat voor het bekijken
van speelfilms.
Wat betreft de bioscoopexploitatie komt
Film en publiek met een aantal nieuwe
gegevens. De belangrijkste conclusie in dit
verband is dat er verschuiving optreedt van
een algemeen, naar een hoger opgeleid pu
bliek. 17% van het publiek in de bioscoop en
filmhuis komt daar voor de kunstzinnige film.
De bioscoop heeft zich dus qua publiekssa-
menstelling enigermate ontwikkeld in de rich
ting van schouwburg, concertzaal en mu
seum. Uw Ministerie speelt enigszins in op
deze ontwikkeling door de filmhuizen die aan
bepaalde criteria voldoen, achtergestelde le
ningen te verstrekken voor de verbetering van
hun outillage.
Ondersteuning van het bioscoopbedrijf wordt
niet overwogen. Veeleer wordt deze bedrijfs
tak gestimuleerd zijn eigen creativiteit aan te
wenden om zijn zalen weer vol te krijgen. Van
verschillende zijden wordt gewezen op de
eigen verantwoordelijkheid van de biosco
pen voor de massale exodus van het publiek.
Dit is de Raad niet ontgaan. Toch acht hij het
wenselijk dat uw Ministerie het bioscoopbe
drijf tegemoet komt in het herwinnen van de
gunst van de toeschouwers. Het door de Ne
derlandse Bioscoopbond gestarte NEHEM-
onderzoek brengt immers naar voren dat het
de berooide bedrijfstak momenteel aan mid
delen ontbreekt om een zo nodige grootscha
lige campagne op te zetten. Bovendien ziet
het bioscoopbedrijf zich gehandicapt door
regelingen die een gewenste sanering van het
bioscooppark belemmeren. De Raad acht het
wenselijk dat uw Ministerie haar invloed aan
wendt om het bioscoopbedrijf hierin tegemoet
te komen. Met nadruk wil de Raad er op
wijzen dat de carrière van de speelfilm begint
in de bioscoop. Zonder concertgebouw en het
gelijknamige orkest, zonder relatief dure
operavoorzieningen zou de klassieke platen
industrie niet kunnen bestaan. Of, zoals Uw
Franse collega Jack Lang het uitdrukt: La
fermeture des salles c'est la mort du cinéma.
Uiteraard gaat de aandacht van de Raad in de
eerste plaats uit naar de positie van de Neder
landse film. Hoe populair deze is in vergelij
king met buitenlandse produkten, is te consta
teren aan de hand van Film en publiek. De
3,6% Nederlandse hoofdfilms in 1984 ne
men samen 19.5% van de bruto recette voor
hun rekening. De Nederlandse film trekt in de
bioscoop zes en een half maal zoveel kijkers
als de buitenlandse film. Ook de consumptie
van de Nederlandse film op televisie ligt 1,7
maal hoger dan die van de buitenlandse. De
kijkcijfers van videobanden zijn wat moei
lijker te traceren, maar ook daar wordt het
aandeel van Nederlandse films in publieks
werving belangrijk geacht. Hierbij moet opge
merkt worden dat de nationale speelfilmpro-
duktie jaarlijks hooguit twintig titels be
draagt, een fractie van het aantal buiten
landse videobanden. Dat dit aandeel even
redig zou stijgen met een toenemende pro-
duktie van Nederlandse soft-ware, ligt in de
lijn der verwachtingen.
Uit al deze cijfers blijkt de populariteit van het
Nederlandse produkt. Het verhoogde cultu
reel belang van de speelfilm is elders in het
rapport aangetoond; de consumptie van
amusementsfilms vindt nauwelijks meer
plaats in de bioscoop. Deze ontwikkeling
geeft de Raad aanleiding om voor de bio
scopen hetzelfde btw-tarief te bepleiten als
voor andere cultuurgoederen zoals boeken en
tijdschriften.
Met Film en publiek concludeert de Raad
dat de film een kwijnende cultuurtak is,
waarvan de infrastructuur er nog steeds één is
van een vorm van massa-amusement. Als
door maatschappelijke ontwikkelingen de po
sitie van het bioscoopbedrijf helaas ver
zwakt, is het zaak dat de andere partijen, wier
belang in speelfilms groot is, die taak over
nemen. De Raad stelt zich op het standpunt
dat uw Ministerie onverwijld stappen moet
ondernemen om recht te doen aan deze ont
wikkelingen. Hij meent dan ook dat uw beleid
er meer dan ooit op gericht moet zijn de
samenwerking tussen de speelfilmindustrie
en de thuismedia te vergroten door dwin
gende maatregelen af te kondigen.
Met het nodige voorbehoud stellen de onder
zoekers van Film en publiek een aantal
posten op uw kunstenbegroting tegenover
11