COLLECTEREN MET VRIJWILLIGERS.. EEN OPLOSSING! Op dinsdag 29 maart meldden de dagbladen de overname van de bio scopen van Holland Film Exhibitors, alle gesitueerd in Amsterdam, Rot terdam en Den Haag, door de Can- non Groep, die daarmee haar bio scoopbestand zal uitbreiden van 45 naar 68 doeken. Het gesprek van de daghet ontwerp van talloze theorieën en speculaties, afhankelijk of deze overname met gejuich of met geknars der tanden is ontvangen. De critici wijzen direct op de mono polistische situatie welke zal ont staan in deze drie steden, waar 95% van de zalen dan door Cannon zal worden geprogrammeerd (de overi ge bioscopen bestaan of uit arthou- ses of uit pornotheaters). Landelijk gezien beheert Cannon dan 15% van alle Nederlandse bioscopen. Anderen daarentegen staan positief tegenover deze concentratie, omdat een betere spreiding van titels over theaters kan plaatsvinden. De Wet op de Economische Mede dinging, zoals die in Nederland ge hanteerd wordt, staat wel degelijk economische machtsconcentraties toe, onder de voorwaarde dat de monopolisten geen misbruik van hun monopolistische macht maken. Natuurlijk kan men daar direct tegen inbrengen dat het in de praktijk niet eenvoudig zal zijn misbruik gedegen aan te tonen. Nog afgezien van het feit dat dit slechts mogelijk zal zijn' na een langdurige procesvoering en evenredig hoge kosten. En iederver- loren proces staat altijd nog een ho ger beroep toe en dat impliceert vaak dat degene die de langste fi nanciële adem heeft het uiteindelijk zal winnen. Wordt de soep zo heet gegeten als deze wordt opgediend? Ontegen zeggelijk verkrijgt Cannon een ijzer sterke positie op de 'inkoopmarkt', d.w.z. Cannon kan selectief te werk gaan bij het bepalen welke films zij wel en welke zij niet wil vertonen, alsmede de beslissing in welk thea ter de film in première zal gaan en tegen welke condities. Maar aan de andere kant moet Can non iedere week weer 68 doeken vullen met evenzovele kopieën; d.w.z. afgezien van haar eigen films - en dit aantal is gezien de herorga nisatie van Cannon International drastisch afgenomen het laatste jaar - zal Cannon het merendeel van de titels moeten aantrekken van andere verhuurkantoren en dat schept on herroepelijk een situatie van geven en nemen, van de ene hand die de andere helpt. Ten slotte moet men nog bedenken, dat in het verleden vaak is getracht alle bioscopen in de drie grote ste den gezamenlijk te programmeren. Maar altijd liep de samenwerking - om welke reden dan ook - na enige tijd uit op een scheiding, waarna de circuits elkaar weer beconcurreer den op het scherpst van de snede. Of Cannon in staat zal zijn de film- huurpercentages in Nederland te drukken valt nog te bezien; dat zal ook sterk afhangen van de onder handelingen met de belangrijkste in ternationale distributiekantoren ten aanzien van hun filmleveranties in de andere landen waar Cannon be langen heeft, zoals Italië, Duitsland, Engeland en Israël. Om de nieuwe James Bond ook in Engeland in haar theaters te kunnen spelen moet voor Nederland misschien een hoger (dan wenselijk) percentage worden betaald. Alle zalen in één hand heeft het grote voordeel dat films nog beter kunnen worden geëxploiteerd, kopieën van succesvolle titels een langere adem zullen hebben, hetgeen kapitaalver nietiging c.q. overbesteding aan ko- piekosten zal tegengaan, al betekent het tevens dat de kleinere provin ciesteden relatief weer langer op een kopie dienen te wachten. Voor de kleinere onafhankelijke ver huurkantoren, voorzover zij nog de tand des tijds met succes hebben doorstaan, zal het er misschien niet beter op worden, maar slechter? Is hun nu vaak gehoorde klacht niet dat men eindeloos moet wachten voordat een bepaalde bioscoop vrij komt voor hun film, dat prolongaties en move-overs van de meer succes rijke kantoren de première van hun film blokkeren, dat een grote klant nu eenmaal voorrang heeft op een kleine? Het zijn nu eenmaal econo mische principes welke reeds jaren lang vraag en aanbod op een vrije markt beheersen en bepalen, on geacht of deze markt bestaat uit één of meerdere circuits. Laten we er voorlopig van uitgaan dat de programmering van alle bio scopen door één hand tot een veel evenwichtiger programmatie zal lei den, en daar profiteert in ieder geval één partij van: de consument! W.J.A. van Roosmalen Een groot aantal theaters kan door bezuinigingen en (daardoor) perso neelsgebrek niet meer collecteren voor de Stichting Bio- Kinderrevali- datie. Wij spraken met de heer W. Marcusse van Euro-Cinema in Arn hem. De geschetste problemen zijn hem niet vreemd; toch werkt hij al jaren meteen oplossing. Zijn verhaal volgt hieronder... 'Er zijn twee redenen waarom wij nog steeds collecteren voor Bio,' zegt de heer W. Marcusse, bedrijfs leider van Euro-Cinema in Arnhem. 'Wij vinden dat de bioscoopwereld nog altijd de morele verplichting heeft voor iets wat zij zelf zestig jaar geleden hebben 'uitgevonden'. Maar het doel spreekt ons aan. Tij des bezoeken aan Bio hebben wij zelf kunnen zien hoe en waaraan het geld besteed wordt. En daar werken wij graag aan mee.' De heer Marcusse werkt al zeven jaar met een vrijwilligersplan dat in april aan elk theater is verzonden. Hij is daar ook heel erg eerlijk in: 'Zonder dit plan hadden wij ook niet meer gecollecteerd of in ieder geval minder frequent. Dit vrijwilligersplan is dan ook de oplossing voor de theaters die - net als in Arnhem - met eigen personeel de collecte niet voor de volle 100% kunnen uitvoe ren. En collecteren met dit plan neemt niet veel tijd in beslag.' Hoe werkt dit plan in de praktijk? De cassière neemt in Euro-Cinema de werving voor haar rekening. Zij kijkt of de kandidaten geschikt zijn voor dit werk, hoewel het natuurlijk een zeer beperkte indruk is die men in die korte tijd van iemand krijgt. Bij gebleken geschiktheid wordt de naam van de collectant op het col lecterooster geschreven en worden verdere afspraken gemaakt (hoe laat dient men aanwezig te zijn? etc). Op de dag van de collecte komt de bedrijfsleider in beeld. Hij beheert de collectebussen en geeft deze uit en neemt ze ook weer in. 'Ik denk dat we in tijd gesproken zo'n vijf minuten per dag kwijt zijn aan de collecte. De rest van het werk, de verkoop van consumpties, de service naar het publiek, kunnen we met ons ei gen personeel doen. De vrijwilligers zijn dan ook een aanvulling waar wij (en Bio) dankbaar gebruik van ma ken,' aldus de heer Marcusse. Maar ook het publiek waardeert de ze benadering. Vaak horen we dat de mensen met het geld gereed zit ten als de collectefilm vertoond is, maar er verschijnt dan geen bus. De mensen zijn dus wel bereid om te geven. De heer Marcusse: 'Bij ons wordt 95% van de bezoekers in de gele genheid gesteld hun bijdrage te le veren. Het kan soms voorkomen, dat er in twee zalen tegelijkertijd een pauze is en er maar één collectant loopt. Dan kan er weleens een (klei ne) zaal worden overgeslagen. Maar dat is een uitzondering. De andere vier zalen krijgen de bus wel aange boden.' En de tegenprestatie? Bij Euro-Cine ma mag een collectant, indien hij drie avonden heeft gecollecteerd, een week gratis naar de film. Maar buiten deze gratis keer ziet hij ze nog wel vaker terugkomen. Inmiddels beschikt hij over een lijst van men sen die hij elk halfjaar kan benade ren om te collecteren. 'Het vlees in de kuip' is hem dan al benekd en maakt deze manier van werken nog aangenamer. 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1988 | | pagina 13