HET EUROPESE JAAR VOOR FILM
EN TELEVISIE
king tot acteurs en actrices uit ande
re E.G.- landen de eis van een tot
standbrenging in de nationale taal
door de Europese Commissie niet
discriminerend wordt geoordeeld,
indien nasynchronisatie wordt toe
gelaten. Het probleem, waarop in
het voorgaande de aandacht is ge
vestigd, wordt hiermede overigens
niet wezenlijk opgelost, omdat de
nationale identiteit niet alleen door
de taal wordt bepaald.
Eén van de meest essentiële ele
menten van het E.G.- verdrag is on
getwijfeld het principe van het vrije
verkeer van personen, diensten en
kapitaal. Doch het verdrag kan toch
niet dermate heilig zijn, dat dit prin
cipe wordt gehanteerd op zodanige
wijze, dat het medium film in de lan
den van de Europese Gemeenschap
in cultureel én economisch opzicht
onherstelbaar zou worden ge
schaad.
*De heer Van Taalingen is secretaris
van het Produktiefonds voor Neder
landse Films.
Matthew Broderick en Penelope Ann Miller in 'Biloxi Blues' (U.I.P.).
In eerdere artikelen en Nieuwsbrie
ven is over het Europese Jaar voor
Film en Televisie al het nodige ge
zegd. De eerste besprekingen met
betrekking tot de plannen voor dit
jaar dateren van 1986 en namen in
1987 een meer concrete vorm aan.
Knelpunt waren de financiën die
door de Europese Gemeenschap en
de nationale regeringen ter beschik
king zouden moeten worden ge
steld. Dit nu bleek de bottleneck. De
nationale regeringen wilden zich niet
committeren alvorens de Europese
Gemeenschap duidelijk had ge
maakt hoeveel geld per land be
schikbaar zou worden gesteld.
'Brussel' kon echter niets toezeggen
alvorens het Europese Parlement
het budget had goedgekeurd, het
geen tot gevolg had dat ook de na
tionale regeringen huiverig waren
gelden ter beschikking te stellen.
Toch zijn er in het kader van dit jaar
enige belangwekkende conferenties
en natuurlijk de Nationale Bioscoop-
dag die buiten ons land ook in ande
re Europese landen op 16 juni zal
plaatsvinden. Op 22 en 23 maart
werd in Brussel het symposium over
co-distributie van Europese films
gehouden. Het symposium werd
georganiseerd op initiatief van de In
ternationale Federatie van Vereni
gingen van Filmdistributeurs en
stond onder voorzitterschap van de
President van onze vereniging
(F.I.A.D.) de heer Mare van Heme-
laar. In anderhalve dag werd uitvoe
rig gesproken over de filmdistributie
in Europa, de stand van zaken met
betrekking tot het E.G.-mediapro-
gramma, een model voor multilate
rale steun aan co-distributie van bio
scoop- en televisiefilms en steun
maatregelen voor de distributie van
films op nationaal niveau. Conclude
rend kan dit symposium beschouwd
worden als een zinvolle gedachten-
wisseling over de distributieproble-
matiek in Europa. Duidelijk werd dat
vooral de niet-E. G-1idstaten belang
hechten aan een nauwere samen
werking met de E.G.- lidstaten op
dit punt.
Op 30 en 31 mei zal in Straatsburg
een door de Raad van Europa te or
ganiseren symposium 'Piraterij'
worden gehouden en op 24 en 25
juni in München een symposium
over Europese co-produktie.
Van 8-12 september zal in Venetië
een symposium worden gehouden
over de relatie bioscoop/televisie. Dit
congres zal worden georganiseerd
door de EBU (European Broadcas-
ting Union).
Op 28 en 29 september zal in Am
sterdam een symposium worden
gehouden over de toekomst van
filmprodukties in kleine landen. Dit
congres wordt georganiseerd door
de N.B.B, met medewerking van de
NOS, het Genootschap van Speel
filmmakers, het Produktiefonds voor
Nederlandse Films en het Fonds
voor de Nederlandse film.
Van 19-21 oktoberzal in Wenen een
symposium worden gehouden over
film en andere vormen van vermaak.
Het jaar zal afgesloten worden met
een vergadering van de Europese
Ministers van Cultuur in Stockholm
eind oktober, begin november.
Voor wat betreft het in Amsterdam
te organiseren symposium is een
congrescommissie opgericht die
bestaat uit de heren Mr. B. Geersing,
J.M. van Heyningen, R. Rienstra,
J.Th. van Taalingen, H.J.A. Tijssen,
W. Verstappen en Drs. J.Ph. Wolff.
Secretaris van de congrescommis
sie is Mr. J. Arnolds. Binnen afzien
bare tijd zal een voorlopig program
ma gereed zijn. Het congres zal door
de Minister van W.V.C, worden ge
opend, waarna een aantal inleidin
gen zal worden gehouden. Gedacht
wordt aan:
- 'Is er een toekomst voor Europese
(film)cultuur?'
- 'Het dilemma van de Europese
filmproduktie'. Strekking: Toekomst
voor Europese eenheidsproduktie?
en Oriëntatie op co-produktie is voor
kleine landen een financiële nood
zaak
- 'Noodzaak behoud nationale iden
titeit'. Strekking: Is de taal van door
slaggevende betekenis voor de
identiteit van een film?
- 'Nationale steunmaatregelen voor
filmproduktie onontbeerlijk'.
De tweede dag wordt besteed aan
'Co-produktie en samenwerking
film en televisie' en '1992 Het uur
van de waarheid voor de Europese
media-industrie'.
De middag wordt besteed aan een
viertal werkgroepsessies, namelijk:
1Werkgroep nationale v.s. Euro
filmcultuur
2. Werkgroep samenwerking film en
televisie
3. Werkgroep co-produktieproble-
matiek
4. Werkgroep nationale steunmaat
regelen,
waarna het congres zal sluiten met
een rapportage van de werkgroepen
en algemene conclusies en aanbe
velingen.
In het volgende nummer van 'Film'
zal uitvoerig op dit symposium wor
den ingegaan.
H.J.A. TIJSSEN
15