E.E.G. *M.E.D.I.A.
De laatste voordracht met vertoning van historisch filmmateriaal was
van dr. Gerd Albricht van het Duitse filminstituut, en was getiteld "De
Europese film - een historisch overzicht". Dit programma-onderdeel
was door zijn grotendeels recreatieve aard niet alleen heel geschikt
als sluitstuk van het congres, maar paste daar ook in door de opmer
kelijke uitspraak van de spreker, dat de komst van de geluidsfilm de
mondiale mogelijkheden van de Europese films heeft verkleind.
NABESCHOUWING
Op het congres hebben twee probleemgebieden verreweg de meeste
aandacht gekregen: de relaties van het filmbedrijf met de zendge
machtigden, en de gevolgen van de in 1992 tot stand te brengen Eu
ropese markt. (Daarbij is gebleken, dat de N.B.B, met het in septem
ber te houden congres over speelfilmproductie in kleine landen een
zeer actueel onderwerp heeft gekozen.) Als vrij algemene opvatting
is naar voren gekomen, dat het publiek om de volgende redenen naar
de bioscoop gaat, respectievelijk dat ook zal blijven doen:
1. Het beeld is groter en beter, en het geluid is mooier dan thuis. Dit
zal alleen het geval blijven, als het filmbedrijf zich niet de doorZol-
ler beschreven televisietechnieken laat opdringen.
2. De door speelfilms op te wekken emoties zijn alleen in de bio
scoop gezamenlijk te beleven, en zijn daardoor anders.
3. Van een speelfilm kan men in de bioscoop (veel) eerder kennis
nemen dan via andere media.
Dit zal alleen mogelijk zijn bij een algemeen geldende en toege
paste hi rarchie van vertoningstermijnen.
Deze motieven zijn evenwel alleen relevant, voorzover de producen
ten films maken die waard zijn om in de bioscoop te worden beke
ken, en dat zal in sterke mate afhangen van de wijze waarop de zend
gemachtigden bij de speelfilmproductie betrokken zullen zijn. Ook
de continu teit van de filmverhuurders is daarbij in het geding.6)
Drs. J.Ph. Wolff
Noten
Dit resultaat komt overeen met recente bevindingen in Nederland: Rapport "Film en
publiek. Een onderzoek naar omvang en samenstelling van het publiek van vier ka
nalen van filmdistributie aan de hand van secundair geanalyseerde gegevens"
(Min. van W.V.C., jan. 1986), besproken in "Film" 2e kw. 1986.
Onderhandelingen over een dergelijk systeem in Zwitserland hebben nog steeds
niet tot een overeenkomst geleid door gebrek aan overeenstemming over de erken
ning van bepaalde kosten. Van deze onderhandelingen is al melding gemaakt in
mijn artikel "Het congres van de U.N.I.C. te Sevilla, oktober 1985 (in "Film", 1e
kw. 1986), en dit onderwerp is ooJ< meerdere malen ter sprake gekomen in de NE-
HEM-Begeleidingscommissie.
De heer W. van Dommelen dank ik voor diens verslag van deze bijeenkomst,
waarop het hiernavolgende is gebaseerd.
Zie het artikel "Optimalisering van beeld- en geluidskwaliteit in de bioscoop" in het
vorige nummer van "Film".
Zie het gelijknamige artikel hierover van J.Th. van Taalingen in het vorige nummer
van "Film".
Tijdens een zojuist in Cannes gehouden bijeenkomst overfilmfinanciering is (door
outsiders) de vraag gesteld, of het niet voordelig zou zijn, de filmverhuur als gele
ding in de bedrijfskolom uit te schakelen. Daarop is (door Mr. FJ. Afman) geant
woord, dat dit niet het geval is. Een dergelijk antwoord zou m.i. wel eens anders
kunnen luiden, indien de relatie tussen filmproductie en zendgemachtigden in de
genoemde, ongewenste richting zou veranderen.
E.E.G. OVERZICHT VAN DE BTW-TARIEVEN VAN DE EEG-LANDEN
laag tarief
hoog tarief
excessief tarief
bioscoop
video
in%
in%
in%
tarief
tarief
BELGIË
1en6
19
25 en 33
6
19
DENEMARKEN
-
22
-
22
22
DUITSLAND
7
14
-
7
14
ENGELAND
-
15
-
15
15
FRANKRIJK
2.1-4-
5,5 en 7
18.60
33.3
7
33.3
GRIEKENLAND
6
18
36
18
18
IERLAND
2.4en 10
23
-
10
23
ITALIË
2en9
18
38
9
9
LUXEMBURG
3en6
12
-
12
12
NEDERLAND
6
20
-
20
20
PORTUGAL
8
16
30
-
16
SPANJE
6
12
33
6
12
E.E.G.
Op initiatief van VOLKER HASSEMER, de Berlijnse Senator voor Cul
tuur, gesteund door de exportorganisaties van o.m. Duitsland, Italië,
Frankrijk en Zweden, worden op 26 november van dit jaar in Berlijn
voor het eerst E.E.G.-onderscheidingen aan Europese films, welke
zijn geproduceerd in de periode 1 augustus 1987 tot en met 31 juli
1988, toegekend.
GENEVE zal, in het kader van het Europese jaar van Film en Televisie,
voor drie dagen beginnend op 15 september een grote selektie van
Europese films vertonen voor half geld met als motto: "Ontdek van
daag de sterren van morgen". PHI LIP MORRIS sponsort voor 2/3 de
gebeurtenis, welke ca. f 300.000 kost. Het publiek kan via een en
quête haar voorkeur uitspreken voor de beste akteur of aktrice. De
winnaar of winnares ontvangt ruim f 10.000.
M.E.D.I.A.
is de afkorting van Measures to Encourage the Development of the
Industry of Audiovisual Production, een initiatief van de E.E.G. met
als doel de Europese film- en televisieproduktie te steunen. Dit met
het oog op de definitieve eenwording van een Europese markt in
1992, een markt van 320 miljoen inwoners, die gezamelijk zo'n 389
miljard te besteden hebben aan rekreatie (inkl. uitgaan en edukatie).
MEDIA funktioneert als een katalysator: met initiële geldelijke steun
beoogt het projekten te lanceren op het gebied van distributie, pro-
duktie en beroepstraining. Hiervoor is een budget vrij gemaakt van
5.5 miljoen ECU voor 1988. In principe neemt MEDIA 50% van de fi
nanciering van alle projekten voor haar rekening; de overige 50%
moet door andere organisaties worden gedragen.
DISTRIBUTIE
Een aantal projekten zijn inmiddels uitgewerkt, w.o. een op het ge
bied van distributie. Het buro voor de Europese Filmdistributie (Ham
burg) geeft vanaf oktober 1988 aan de verhuurders van de 12 EEG-
landen de mogelijkheid om een voorschot te ontvangen voor de uit
breng van low-budget-films, via een gekompliceerd toedelingssys
teem. De benodigde fondsen, ca. f 4 miljoen, komen uit de
M.E.D.I.A.-pot.
Voor meer details verwijzen wij naar het artikel van R. Rienstra elders
in deze FILM.
Voorts is een werkgroep in het leven geroepen, die zich bezighoudt
met multi-linguale produkties, nieuwe technieken voor het nasyn-
chroniseren van films en ondertiteling. Daarnaast streeft men naar
een markt waar producenten van Europese films en programma's
hun materiaal beter kunnen presenteren. MIPCOM 88 zal als test
case dienen.
PRODUKTIE
De snel voortschrijdende techniek (HDTV, computeranimatie, digi
tale geluid- en beeldregistratie, enz.) wordt vooral gebruikt in de VS.
en Japan. Europa moet zich deze technieken eigen maken via oplei
ding, onderzoek, produktie en financiering. Daarvoor is de Invest-
ment Club for New Technologies in het leven geroepen, waarin o.a.
banken en industriële ondernemingen deelnemen. Het International
Institute of Communications (Londen) zal het schrijven en ontwikke
len van scripts stimuleren, want de vraag naar Europese program
ma's zal meer en meer toenemen.
TRAINING
Training niet alleen voor het schrijven van scenario's en scripts
(waarvoor een aantal meer-weekse kursussen zullen worden gehou
den), maar ook voor het gaan beheersen van de nieuwe technieken.