NEDERLAND FILMTHEATERLAND? VAN INIEDERLANDSE rilMTHEATERS Ktk. De Associatie van Nederlandse Filmtheaters behartigt de belangen van de grootste niet-commerciële Filmtheaters in Nederland. Leden van de Associatie zijn tevens geassocieerd lid van de N.B.B. In die hoedanigheid kan in beperkte mate gebruik gemaakt worden van het aanbod aan films bij N. B. B. -distributeurs. Ben speciale Selectiecommissie plaatst titels, op basis van kunstzin nigheid uitgezocht, op een lijst, waar de Filmtheaters van de Associa tie uit kunnen putten. Begin deze zomer maakte de Associatie haar cijfers over '86/87 be kend in een uitgebreid jaarverslag. Kunstzinnige films Voorop staat binnen de Associa tie de vertoning van kunstzin nige en cinematografisch waar devolle films; in 1987 registreer den de inmiddels 22 Filmthea ters met deze doelstelling totaal 473.911 bezoekers. Een stijging ten opzichte van 1986 (445.300) van ruim 6%. Lid van de Associatie zijn inmid dels Filmtheaters in 20 grote ste den, van Maastricht tot Alkmaar en van Middelburg tot Gronin gen. Daarnaast rekent de Asso ciatie twee circuits in Groningen en Friesland tot haar geledingen. Kwaliteit De Associatie heeft een aantal harde voorwaarden verbonden aan het lidmaatschap. Alle Film theaters moeten voldoen aan een bepaalde graad van profes sionaliteit in de accomodatie en de bedrijfsvoering. Een Associa tie-theater moet minstens be schikken over een zaal met oplo pende vloer, 16mm en 35mm ap paratuur, goede stoelen, een scherm met kaders, een deugde lijke geluidsinstallatie en isolatie van de cabine. Ook door de N.B.B, wordt gecontroleerd of m.n. de techniek aan de eisen voldoet. Waar niet voldaan kan worden aan de eisen m.b.t. de techni sche voorzieningen bestaat sinds een aantal jaren ook de mogelijkheid met een klein Ont- wikkelingscrediet via het Minis terie van W.V.C, enige investerin gen te doen. In een aantal Film theaters werd en wordt dit cre- diet gebruikt om de financiering van een renovatie/verbouwings- plan rond te krijgen. Zonder ex tra geld blijft dit echter onmoge lijk; daarvoor is het beschikbare bedrag te gering. 22 Financiering De rol van de gemeentelijke over heid moet hierin dan ook niet on derschat worden. Beleidsmatig ontbreekt het in de meeste ste den weliswaar aan een uitge werkte visie t.a.v. de vertoning van cinematografisch waarde volle films, maar men is wel aan spreekbaar gebleken en uitein delijk zelfs bereid forse leningen en garanties te verstrekken. Zicht op de besteding van de gel den is volop aanwezig. Eén van de voorwaarden die de Associa tie aan haar leden stelt, is dat er accountantsrapporten, begrotin gen en jaarverslagen kunnen worden voorgelegd. In de Filmtheaters worden de guldens dus niet alleen goed be legd in professionele apparatuur en techniek; ook controle en overzicht op de geldstroom is er een grootgoed. Filmpubliek en film centraal Sterkste troef van de Filmthea ters blijft uiteraard de affiniteit met het publiek. En niet alleen de programmamakers in de thea ters en distributeurs ais Cine- mien en International Art Film kennen het publiek, waar men voor en meewerkt, goed. Ook het bedienend personeel, de sfeer van de accomodatie, het publiciteitsmateriaal, brochu res, lezingen, leeshoeken, uitge breide pers- en foto-archieven, benadrukken het belang dat de Associatie-theaters hechten aan een uitgebreide service naar het publiek. Wie bewust kiest voor een kwaliteitsfilm komt hier ook aan bod. Een drempel blijkt er voor de Filmtheaters allerminst te be staan. De illusie dat er achter de Filmtheaterdeur slechts plaats is voor de ware cinefielen en film gekken wordt door de cijfers van de laatste jaren gelogenstraft. Successen in 1987, hetjaarwaar- over eind juli de cijfers bekend werden, kwamen m.n. uit Maas tricht (+45%), Leeuwarden (+32%), Groningen (+32%) en Eindhoven (+30%). Ook de ver toning van de kunstzinnige film in steden als Haarlem, Alkmaar, Nijmegen en Breda bleef echter niet achter, maar ging mee in de landelijke trend. Over het algemeen lijken de As sociatie-theaters dus terug te kunnen kijken op een succesvol 1987. Filmkunst met film De vraag is uiteraard allereerst waar dit succes vandaan komt. Alhoewel het de Associatie op dit moment nog aan concrete gege vens ontbreekt, lijkt de stijgende publieke belangstelling met name op het conto van een fors aandeel films uit de commer ciële distributie te moeten wor den geschreven. Een keuze van het grote geld? De Filmtheaters hebben de laat ste jaren hun zinnen voor een groot deel gezet op verbetering van de accomodatie. De noodza kelijke investeringen brengen echter zoals gesteld ook extra lasten, welke niet gedekt worden met extra subsidies. Die illusie mag hier ook nog wel eens weer sproken worden. Het zijn de entree-kaartjes die de investeringen in stoelen, appara tuur, enz. moeten terug verdie nen. Voor de hand liggend ge volg is dan ook dat er naar het publiek toe een voorzichtige koers wordt gevaren. Geen tijd voor breed uitgemeten experi menten in het programma. In plaats daarvan wordt het genre avant-garde, kunstzinnig en experimenteel, gecombi neerd met het populairdere 'art- house' genre. Met het vertonen van deze kwaliteitsfilms blijft zo ook een Filmtheater voortbe staan (en dit is pure bedrijfseco nomie) dat principieel kiest voor de vertoning van kunstzinnige films. Zo wordt met film de film kunst overeind gehouden. Grenzen tussen commercieel en niet-commercieel spelen daarbij al langer geen rol meer. Het be lang voor de filmcultuur staat voorop, of zoals ook de voorzit ter van de N.B.B., Drs.J.Ph. Wolft zo treffend wist te formule ren t.g.v. het 70-jarig bestaan van de N.B.B., kunstzinnige films mogen niet aan het publiek worden onthouden. De deuren van de Filmtheaters van de Associatie staan dan ook wagenwijd open voor kwaliteits films. De waardering voor het werk, ook van commerciële dis tributeurs, die willens en wetens risico's durven te nemen met aankopen in dit genre, is bij de Associatie alleen maar groter ge worden. Distributie Een belangrijk punt mag daarbij echter niet worden vergeten. Voor de film van de commerciële distributeurs staan de deuren van alle Filmtheaters en Biosco pen in het Nederlandse open. Dit laatste mede dankzij de overeen komst met de N.B.B.. Die deuren staan voor Cinemien en Interna tional Art Film, belangrijkste (ge subsidieerde) distributeurs voor de kunstzinnige film, echter nog steeds niet open. Ook niet negen maanden na de premièredatum, zoals dat dankzij de N.B.B./As- sociatie-overeenkomst het geval is voorfilms van N.B.B.-distribu teurs.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1988 | | pagina 22