DOORLOPENDE DISCUSSIE OVER BELEIDSNOTA ASSOCIATIE NEDERLANDSE FILMTHEATERS CLOSE UP De beleidsnota van de Associatie van Nederlandse Filmtheaters is aanleiding voor veel discussie. Gelukkig maar. Het is interessant enkele nieuwe uitdagende elementen aan die dis cussie toe te voegen. "De filmtheaters zijn een culturele correctie op wat volgens de wetten van vraag en aanbod in de Nederlandse bioscopen te zien is." Dit uitgangspunt kiezend in de discussie over de kwaliteit van de bio scoopprogrammering, weet ik mij verzekerd van de steun van men sen als Ter Braak en Ivens. Zij waren het die in de jaren twintig de noodzaak van een dergelijke correctie t.b.v. de filmkunst inzagen en de Nederlandse Filmliga oprichtten. De komst van filmhuizen in het begin van de jaren zeventig is histo risch gezien de meest rigoureuze correctie op het bioscoopaanbod. De gedachte van een circuit van filmhuizen werd geopperd in de Film- nota van de Rotterdamse Kunststichting. Daarin werd vastgesteld dat het bioscoopaanbod artistiek gesproken verarmde. Een gevolg van de economische organisatie van de bedrijfstak. Het streven naar winst, laat zich immers niet combineren met het uitsluitend streven naar kunstzinnige kwaliteit. In de nota van de RKS werd dan ook vast gesteld dat een correctie op het commerciële bioscoopbedrijf niet in, maar buiten dat bedrijf georganiseerd diende te worden. Ook dat is een interessant uitgangspunt voor de discussie over de nota van de Associatie. De Associatie staat een houding voor, waarin zij voortdurend op treedt als het "geweten" van de film-programmering in Nederland. Dat is een arrogante houding en arrogantie wordt je doorgaans niet in dank afgenomen. Het leidt tot verzet, of het veroorzaakt een soort stimulerende prikkeling. Culturele concurrentie heb ik dat wel eens genoemd en eerlijk gezegd heb ik die het liefst. Ik schreef ook "voortdurend", omdat ik ervan uitga dat je de druk op je concurrentie nooit mag verslappen. Het is dus een illusie te veron derstellen dat de voortrekkersrol die de filmhuizen en later de film theaters eens uitgespeeld zal zijn. De filmtheaters zullen zich dan ook niet moeten laten verleiden tot een steeds populairder programme ring. In de nota van de Associatie wordt enerzijds de overheid gevraagd de theaters beter in staat te stellen risicovol te programmeren. Ander zijds worden de theaters opgeroepen zich wat meer 'bij de leest te houden'. Daarmee wordt wel het moeilijkste onderdeel van de discussie aan geroerd. Vroeger was immers alles duidelijk. Er waren twee geschei den circuits die relatief weinig met elkaar van doen hadden en de ver schillen tussen 'goede' en 'slechte' films lagen daarmee vast. Nu er de laatste jaren over die vraag wat genuanceerder wordt gedacht en het voor de filmtheaters mogelijk is ook te putten uit het aanbod van commerciële (NBB) distributeurs, kan de discussie eindelijk inhoud krijgen. We zullen in die discussie het lef moeten hebben man en paard te noemen. Laat ik eens een poging wagen. Ik ben van mening dat er gekoketteerd is door Cannon met "A short film about killing". Het meesterwerk van Kieslowski had beter ver diend dan onopvallend uit te gaan in 1 voorzichtige copie. Voor de film een funeste uitbreng. Reageert u maar! Zo ben ik ook van mening dat distributeurs als Goedings en Meer burg het volste recht hebben hun films rechtstreeks door te leveren aan de filmtheaters wanneer plaatselijke exploitanten minder garan ties kunnen bieden, dan die filmtheaters. De interne rechtspraak heeft in de betreffende gevallen in Maastricht en Nijmegen het gelijk van de klager in het midden gelaten. Een oplossing is er echter niet. Reageert u maar! We zullen ook in de discussie een nieuw begrippen-kader moeten in troduceren. Zo is de altijd redelijk hanteerbaar gebleken opvatting dat 'concur rentie met subsidiegeld' niet mag, onbruikbaar geworden. Ten eerste kunnen distributeurs van kunstzinnige Europese films via het EFDO gesubsidieerd worden. Gesubsidieerde distributeurs zullen van die subsidiemogelijkheid worden uitgesloten. Ten tweede moet ik vast stellen dat een aantal commerciële distribu teurs via een omweg gesubsidieerd wordt. Dat wil zeggen, dat een niet onbelangrijk deel van hun risicovolle films buiten Amsterdam in het circuit van filmtheaters wordt uitgebaat. De gesubsidieerde film theaters vormen voor hen een soms doorslaggevende afzetmogelijk heid. Reageert u maar! Door de Associatie wordt juist opgeroepen tot 'gesubsidieerde con currentie' als prikkelend instrument om de totale kwaliteit van het filmaanbod in Nederland te verhogen. We dienen dan wel te lezen 'ge subsidieerde culturele concurrentie' en niet de zo gevreesde 'gesub sidieerde economische concurrentie'. Op zich al een overdreven angst, omdat het bereik van de filmtheaters slechts 2% bedraagt van het bereik van het commerciële bioscoopbedrijf. Reageert u maar! De Associatie mag derhalve nooit gaan behoren tot het film-esta- blishment (ook al zijn er regels en heeft de Associatie een Lijst van geen bezwaar waar alleen Springhaver 2 op staat). De belangrijkste positie, is de positie buiten het systeem waarop door de Associatie gereageerd wordt. Het geassocieerd lidmaatschap van de NBB is daarbij niet meer dan een instrument. Een instrument om met elkaar over onze grootste zorg te praten en oplossingen te vinden voor de positie van de kunstzinnige film. R.H. Camping, voorzitter Associatie van Nederlandse Filmtheaters. Op 9 februari j.l. vond heropening van Filmhuis Rialto te Amsterdam plaats in het uit 1921 daterende pand aan de Ceintuurbaan. Relaties en filmliefhebbers werden in de gelegenheid gesteld voor f 400,- een stoel te kopen. Naast vrijkaarten kan de sponsor nog rekenen op reklame via de programmakrant en op speciale voorstellingen. Inmiddels werden 45 stoelen verkocht aan o.a. producent Frans Ras- ker, direktie en bestuur van het Nederlands Filmmuseum (a titre per- sonnel), De Filmkrant, maandblad Avenue, De Melkweg en recen sent Hans Kroon (Trouw). Het Nederlands Filmmuseum en de Stichting International Art Film zijn met ingang van 1 maart jl. een vergaand samenwerkingsverband aangegaan. 22

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 22