Het werkrooster wordt voor het administratieve personeel zoda nig vastgesteld, dat: - de maximale arbeidstijd 8 uur per dag bedraagt; - de werknemer twee vrije dagen per week heeft, vallende op zaterdag en zondag; - de aanvang van de normale arbeidstijd is gelegen tussen 08.00 uur en 09.00 uur en het einde tussen 16.00 uur en 18.00 uur. 1b. Bij het vaststellen van de roosters zullen de werkgevers er naar streven in geval van combinatie-feestdagen, dat de roosters zo danig worden vastgesteld, dat één van de twee wekelijkse vrije dagen op een van de betreffende feestdagen valt. 2. De werknemer van 60 jaar of ouder, die tenminste 15 jaar in het bioscoopbedrijf werkzaam is, wordt - in afwijking van het hier boven gestelde - in de gelegenheid gesteld bij het bereiken van de hieronder genoemde leeftijd, de navolgende arbeidstijden aan te houden: - 60 jaar: 36 uur per week, verdeeld over ten hoogste vijf dagen per week; - 61 jaar: 32 uur per week, verdeeld over ten hoogste vijf dagen per week: - 62 jaar: 32 uur per week, verdeeld over ten hoogste vier da gen per week; - 63 jaar: 28 uur per week, verdeeld over ten hoogste vier da gen per week; - 64 jaar: 24 uur per week, verdeeld over ten hoogste drie da gen per week. De verdeling van de arbeidstijd als hierboven genoemd, kan op verzoek van de werknemer ook op andere wijze gecshieden. Voor de beloning worden bovenbedoelde werknemers geacht in volledige dienst te zijn. Voor werknemers die vrijwillig van bovenstaande regeling geen gebruik maken, onstaat geen recht op extra vrije tijd. 3. Voor de reizende operateur wordt de reistijd tot normale arbeids tijd gerekend. De reis- en verblijfkosten, ook voor nachtverblijf, worden vergoed. Lid 4: komt te vervallen. Artikel 11 1. Onder overwerk wordt verstaan arbeid, welke door de werkne mer in volledige dienst wordt verricht buiten en boven de inge volge het voorgaande artikel vastgestelde uren, met een maxi mum van 20 uur per vier weken. Voor de werknemer in niet vol ledige dienst wordt onder overwerk verstaan arbeid, welke hij verricht boven de 39 uur per week. Verricht een werknemer in niet volledige dienst arbeid boven het aantal overeengekomen arbeidsuren, geen overwerk zijnde, dan worden de meer gewerkte uren vergoed met het geldende uur loon. Over deze uren is vakantietoeslag verschuldigd, die zal worden uitbetaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 15. Is overwerk noodzakelijk, dan moet tot het verrichten daarvan door of namens de werkgever opdracht worden gegeven. 2. De vergoeding van overwerk bedraagt: a: voor elk uur overwerk, verricht op een werkdag tussen 06.00 uur en 24.00 uur: 25%; b: voor elk uur overwerk, verricht op de wekelijkse twee vrije da gen: 100%. Voor bedrijfsleiders geldt, in tegenstelling tot het bovenstaande, een vergoeding van één uur vrije tijd voor elk verricht uur over werk, mits dit overwerk het gevolg is van het vervullen van extra diensten, waarin het werkrooster niet voorziet. 3. In overleg met de werknemer is het de werkgever toegestaan, met inachtneming van de percentages, genoemd in de voor gaande leden, overwerk geheel of gedeeltelijk te vergoeden in vrije tijd, mits het saldo van de te vergoeden overuren de 78 niet overschrijdt. Artikel 12 1. Indien de voor een werknemer geldende normale arbeidstijd wordt vervuld op een door de overheid als zodanig aangemerkte nationale feestdag, dan wel op Nieuwjaarsdag, eerste Paasdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste Pinksterdag, tweede Pinksterdag, Koninginnedag, 5 mei, Sint Nicolaasavond, eerste Kerstdag, tweede Kerstdag of Oudejaarsavond, ontvangt hij voor de op deze dagen gewerkte uren een toeslag van 100% in geld. 2a. Indien de voor een werknemer geldende normale arbeidstijd wordt vervuld op uren gelegen tussen 24.00 uur en 06.00 uur ontvangt hij voor deze uren een toeslag van 100% in geld. b. Voor werkzaamheden die worden verricht als uitloop van een normale dienst tussen 24.00 uuren 06.00 uur, geldteen toeslag van 50% in geld. 3. Voor werknemers die het minimum loon verdienen, wordt een toeslag op het minimum uurloon uitgekeerd van 11 cent, indien de werknemer vier jaar onafgebroken in dienst is geweest, en van 22 cent indien de werknemer een onafgebroken dienstver band heeft van zes jaar. Artikel 15 Jaarlijks bij aanvang van de vakantie, doch uiterlijk in de maand mei, ontvangt de werknemer een vakantietoeslag ter grootte van 8% van het door hem genoten jaarinkomen in de periode van twaalf maan den, voorafgaande aan de datum van 1 mei van dat jaar. Daarbij geldt voor werknemers van 23 jaar en ouder in volledige dienst een minimum van f 2.400,--, alsmede voor werknemers die zelfstandig woonachtig zijn, jonger dan 23 jaar. Overeengekomen is dat na 1 januari 1990 zal worden bezien of de af bouw van de minimum vakantietoeslag met 71/2% per leeftijdsjaar, voor werknemers in volledige dienst van 22 jaar en jonger, niet zelf standig woonachtig, gehandhaafd kan blijven. Artikel 17 6. De werkgever zal aan geen der werknemers een vrije dag op de eerste mei, alsmede vrije uren tijdens de dodenherdenking op 4 mei, mogen weigeren, tenzij dit de bedrijfsvoering in gevaar brengt en mits dit tenminste vier weken van te voren is aange meld. Artikel 18 1i. Voor het bijwonen van een vergadering, voorzover de werkne mer gekozen afgevaardigde is, een scholingscursus of een bij eenkomst van een der besturende organen van de vakorganisa tie, partij bij de CAO, gedurende ten hoogste zes dagen per jaar en voorzover de werkzaamheden dit toelaten. 2a. De werkgever zal in andere dan de hierboven genoemde gevallen te zijner beoordeling buitengewoon verlof kunnen toekennen in gevallen waarbij de afwezigheid van de werknemer buiten zijn schuld noodzakelijk is en in redelijkheid niet van hem kan wor den gevergd hiervoor vakantiedagen op te nemen. b. Indien de werknemer afwezig is in verband met verpleging in een terminale fase van een familielid in de eerste lijn, zal de werk gever gedurende maximaal zes weken verlof met behoud van loon verlenen. Artikel 19 1a. De werknemer die wegens arbeidsongeschiktheid verhinderd is zijn arbeid te verrichten, behoudt zijn aanspraak op het voor 36

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 35