DE KRING VAN NEDERLANDSE FILMJOURNALISTEN: VOOR ONAFHANKELIJKE FILMJOURNALISTIEK Na een initiatief daartoe in december 1981 van Pieter van Lierop, Hans Beerekamp, Frank Zaagsma en Peter van Bueren, werd op 31 maart 1982 bij een notaris te Amsterdam officieel de Kring van Nederlandse Filmjournalisten (KNF) opgericht. De huidige voorzitter, Jan Heijs zet in onderstaand artikel de doelstellingen en activiteiten van deze vereniging uiteen. Filmjournalisten en -critici ontmoeten in hun werk specifieke proble men, die nauw samenhangen met de aard van het medium waarover zij berichten en de organisatiestructuren in de betreffende bedrijfs tak. Het zijn problemen, waar een algemene vereniging van journalis ten of vakbonden nauwelijks mee uit de voeten kunnen en die tot 1982 iedere filmjournalist individueel diende op te lossen. Daarnaast bracht en brengt de aard van het recensiewerk met zich mee dat indi viduele aanvaringen met producenten en distributeurs niet uitgeslo ten zijn, met in het verleden wel eens de vervelende consequentie dat een criticus door boycotmaatregelen niet meer in staat was zijn be roep optimaal uit te oefenen. Teneinde het collectieve en individuele functioneren van onafhanke lijke filmjournalisten te verbeteren namen vier filmcritici van lande lijke en regionale dagbladen in december 1981 het initiatief tot het oprichten van de Kring van Nederlandse Filmjournalisten. In een schrijven aan ruim vijftig collega's werd onder meer gesteld: "Het gaat ons niet om allerlei gewichtigdoenerij, maar om iets waar we al lemaal zonder veel moeite wel bij kunnen varen. Niemands zelfstan digheid wordt aangetast, een vakbond in enge zin willen we evenmin zijn." STATUS Na een oprichtingsvergadering op 21 december 1981 en het nemen van een aantal juridische en statutaire hobbels werd de KNF op 31 maart 1982 officieel opgericht. Het doel van de vereniging werd als volgt omschreven: a. de belangen van filmjournalisten te behartigen bij het uitoefenen van hun functie; b. als contactorgaan te fungeren tussen filmjournalisten en instellin gen of personen, zowel in binnen- als buitenland, teneinde te bevorderen dat filmjournalisten hun vak optimaal kunnen uitoefe nen en dat belemmeringen in deze zo veel mogelijk worden weg genomen; c. het klimaat van de filmjournalistiek en daarmee het Nederlands filmklimaat te bevorderen." Deze doelstellingen hebben in de afgelopen jaren op verschillende wijzen gestalte gekregen. De meest zichtbare maatregel naar buiten toe is de uitgifte van een perskaart voor de leden, een kaart die de ge lukkige bezitter een min of meer officiële status geeft als filmjourna list. De kaart wordt erkend door de Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmondernemingen (en heeft op de achterzijde het stempel van de Bond), de Associatie van Nederlandse Filmtheaters en het Minis terie van WVC. Wat betreft toegang tot bisocopen en filmhuizen heeft de kaart dezelfde status als het Bondsdiploma, terwijl verschillende distributeurs uitsluitend KNF-leden toelaten tot hun persvoorstellin gen. De NBB was en is bij het uitoefenen van hun beroep voor filmjourna listen een van de belangrijkste organisaties, waarmee contact werd gelegd teneinde de - landelijke - persvoorstellingen te coördineren. Deze coördinatie verloopt nu via het secretariaat van de Bond, dat tussen maandagmiddag drie en dinsdagmorgen twaalf uur op een bandje via een geheim telefoonnummer belangstellenden laat weten welke films er in de komende week uitgaan. Ook wordt het wekelijks persbericht van de Bond naar de KNF-leden verstuurd. Is de organisatie van de landelijke persvoorstellingen nu zodanig georganiseerd, dat er niet meer sprake is van overlappingen en ieder een op de hoogte kan zijn (last minute wijzigingen worden ook via het bandje vermeld), door een groeiend aantal leden van de KNF wordt nu ook gevraagd naar enige stroomlijning in de zogenaamde Vroege' persvoorstellingen, die bedoeld zijn voor de critici van maand- en weekbladen. Voor deze journalisten prikt ieder verhuur kantoor zijn eigen data, wat er in toenemende mate toe leidt dat ie mand zich soms in tweeën of drieën moet hakken om alles te kunnen volgen. Als complicerende factor komt hierbij dat KNF-leden, die voor dergelijke bladen werken dat doorgaans alleen doen, terwijl dagbladen in veel gevallen beschikken over twee of meer medewer kers. Het gemis van het niet langer door de Bond uitgegeven jaar lijkse boekwerkje "Wordt Verwacht" wordt vanaf dit jaar ondervan gen door ook alle KNF-leden het blad 'Film' toe te sturen. JURY'S Ruim twee weken na de officiële oprichting werd de KNF als (dertig ste) nationale sectie toegelaten tot de internationale organisatie van filmjournasten, de FIPRESCI (Fédération Internationale de la Presse Cinématographique). Om hiervoor in aanmerking te komen, was het noodzakelijk bij de KNF twee categorieën leden te onderscheiden: a. leden, voor wie filmverslaggeving en/of filmkritiek de hoofdtaak is en b. leden, die zich slechts voor een beperkt deel van hun journalis tieke werk bezighouden met film. De KNF besloot tot deze opzet, om dat het beslist geen elitaire club wilde zijn (zij het dat een disk jockey, die wel eens iets over film uitkraamt typisch geen lid zou mogen wor den), maar anderzijds een norm moest aanleggen om zich bij de FI PRESCI te kunnen aansluiten, die uitsluitend mensen uit de a-cate gorie erkent. Statutair hebben a-leden een drie keer zo zware stem als b-leden, maar in de korte geschiedenis van de KNF hebben zich tot nu toe nog geen conflicten voorgedaan die met een gewogen stemming de wereld uitgeholpen moesten worden. Het lidmaatschap van de Fl PRESCI bracht met zich mee dat vanaf dat moment ook Nederlandse critici in aanmerking konden komen voor (gedeeltelijk) betaalde bezoeken aan internationale filmfestivals en deelname aan de internationale persjury's. Tevens worden hierdoor de contacten met buitenlandse collega's bevorderd en kan gemakkelijker kennisgenomen worden van de praktische en inhoudelijke ontwikkelingen op het vakgebied in an dere landen. Via internationale colloquiums kan kennis opgedaan worden over theoretische en praktische ontwikkelingen in bepaalde landen en over bepaalde thema's. In dit kader organiseerde de KNF tijdens de Nederlandse Filmdagen van 1986 voor de eigen leden en een tiental buitenlandse collega's een colloquium over "Bezetting, collaboratie en verzet in de Nederlandse film". Via deze ingang kregen buiten landse critici de gelegenheid meer te weten te komen over inhoude lijke en historische achtergronden van een niet onaanzienlijk en zeker ook niet onbelangrijk deel van de Nederlandse na-oorlogse filmpro- 17 ÏPI;;-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 17