Het jaar 1968 leek aan SKOOP spoorloos voorbij te zijn gegaan. Hele jaargangen volgden zonder dat het bioscoopbedrijf als zodanig een onderwerp van beschouwing werd (dat was in SKRIEN wel anders). Pas in maart 1974 kwam er naar aanleiding van het rapport 'Publiek en bioscoop' iets op gang. Frank Visbeen - toch ook geen vijand van de bioscoop - mocht in september een pleidooi houden voor filmhui zen, maar twee nummers later kregen Wim van Roosmalen en Olaf Douwes Dekker uitvoerig de gelegenheid voor een repliek. In dat zelfde nummer had overigens Gijs van de Westelaken een kritisch, ietwat ondergordels verhaal over de Cinemanifestatie. Er gebeurt dan een hele poos niets. SKOOP had het ook te druk met zichzelf. Du Mée vertrok. In augustus 1976 maakte Wim Verstappen zich vreselijk kwaad over een aantal bioscoopervaringen - service, projectie, pauze enz. Een jaar lang volgen er twee a drie brieven per nummer met klachten over bioscopen. De Cinemanifestatie 1976, geprogrammeerd door Hans Saaltink, krijgt echter een redactionele verdediging. Een van de aangevallen bioscopen, Cinex (Mary en Paul Nieuwendijk, Enschede), krijgt per ingezonden brief en daarna per interview uitgebreid de gelegenheid tot repliek. Dan weer een hele tijd niets. In oktober 1977 een informatief verhaal over filmdistributie, een maand later een licht ironisch, maarzeker niet onwelwillend verhaal over de Filmweek Arnhem en het jublileum van de NBB. Een paar maanden later een uitvoerig gesprek met film distributeur Robbert Wijsmuller. In augustus 1978 volgde het 'bioscoop kwaliteits onderzoek'. Ai, dat was tegen het zere been. De projectie deugde niet en de service al evenmin. Reacties in het volgende nummer. Verstappen liet weten dat er in ieder geval niet gefraudeerd werd met toegangskaartjes. Daarna een interview met Bondsdirecteur Van Taalingen. December 1979: tweede bioscooponderzoek. Nu minder klachten over de projectie, meer over de service. Het nummer daarna bevatte een aantal reacties. Dan niks meer. In juni 1982 verscheen een objectief artikel over filmhuizen en bio scopen, in september een artikel over Tuschinski, in december een lang interview met Max van Praag. Ter gelegenheid van zijn twintigjarig bestaan heeft SKOOP (met sub sidie) een onderzoek gehouden onder 1500 bioscoopbezoekers. De uitkomsten verschenen in februari 1984. De redactie had kritische kanttekeningen bij het beleid van de filmbranche. Het volgende num mer bevatte een aantal reacties. Later volgden een interview meteen exploitant in Wageningen, een verhaal over Cannon, en een lang in terview met Jan Bruinstroop (juni 1985). Hoor en wederhoor dus, zoals het hoort. Afgezien van een commentaartje bij de 'Bioscoopdag' (juli 1988) en zo af en toe wat losse berichten in de actuele rubriek heeft SKOOP zich daarna niet meer bemoeid met de commerciële filmbranche. Het is alles bij elkaar veel te weinig, vind ik eigenlijk. Het lijkt wel alsof SKOOP vriendjes wil worden (blijven) met het bedrijf, in de hoop dat het storm zal lopen op de advertentie-ruimte. Nee toch, hè? Er zijn binnen de NBB, tegenwoordig de Bond met de Lange Naam, nog al tijd belangwekkende ontwikkelingen gaande die een kritische journa listieke aandacht vereisen. En binnen de 'associatie van filmhuizen' niet minder, wat heet! Als Francois de Waal nou belooft dat hij geen zinnetjes meer schrijft als 'lesbisch Lotje lult lekker', mag hij het dan nog een keer probe ren? Te beginnen als gewone 'medewerker'? Dat zal Nouchka, die ruimdenkend is, vast wel goed vinden. Want oude vrienden, zoals SKOOP, blijf je trouw van de wieg tot het graf. Constant Janssen FILMS FILMERS VIDEO FILMBOEKEN STERREN 27 AÜG.85N8.5 f 5,95 Bff.123

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 27