Cannes is niet alleen een tijdelijk centrum waar vraag en aanbod van een veelheid van rechten, een introductiemogelijkheid van nieuwe ontwikkelingen en stromingen binnen de creatieve filmwereld, het is tevens de ontmoetingsplaats voor de overkoepelende organisaties, van internationale lichamen, die zich bezig houden met grensover schrijdende vraagstukken en problemen, niet op de laatste plaats met het oog op 1992. Onderstaand is een kort resumé van een aantal bijeenkomsten, welke de Algemeen Secretaris van de N.B.B., H.J.A.Tijssen, bezocht. De bijeenkomst van de INTERNATIONAL FEDERATION OF FILMPRO- DUCERS ASSOCIATIONS (FIAPF) produceerde een statistisch over zicht m.b.t. de aangesloten landen*. Daar werd wederom de wenselijkheid uitgesproken dat de leden van de FIAPF zich met de nationale regeringen verstaan, ten einde een harmonisatie van het BTW-tarief te verkrijgen. Het was treurig te merken dat een aantal leden, i.t.t. tot Nederland**, nauwelijks enige druk op hun regeringen hadden uitgeoefend. Dit leidde toe de benoe ming van een commissie, die vanuit de FIAPF mede druk zal uitoefe nen op het Europese Parlement in Brussel. H.J.A.Tijssen is verzocht in deze commissie zitting te nemen. Uitvoerig werd van gedachten gewisseld over het Green Paper On Copyright And The Challenge Of Technology. Een uitvoerig rapport dat o.m. de piraterij van rechten en het probleem van het thuis-ko- piëren aan de orde stelt, dat zich vnl. laat leiden door economische motieven. Dit is niet onjuist indien men bedenkt dat uit een in 1982 gehouden onderzoek bleek, dat de toegevoegde waarde van met au teursrecht verbonden activiteiten 2,4% van het bruto nationaal inko men van Nederland bedroeg. Het Green Paper wijdt echter niet al te veel aandacht aan het culturele belang van het auteursrecht. Met klem werd gepleit dat er niet alleen een geharmoniseerde heffing op de digitale audiotape, maar op alle bestaande en toekomstige beeld- en geluidsdragers moet komen. Eens te meer werd gepleit voor een internationaal register van audio visuele werken, met als voordeel een snelle controle wie de rechten op een bepaald werk bezit. Gezien de fraudegevoeligheid en de hoge kosten hebben de leden nog gegronde twijfels. Een werkgroep, waarin ook H.J.A.Tijssen zitting heeft, zal nagaan in hoeverre de FIAPF deel zal nemen in MEDIA 1992 en EURIMAGES. COMITÉ DES INDUSTRIES CINÉMATOGRAPHIQUE DES COMMINAUTÉS EUROPÉENNE (CICCE). "Televisie zonder grenzen" was het hete hangijzer. In 1986 heeft de Europese Commissie hierover enige ideeën op papier gezet en aan de Raad van Ministers voorgelegd. Een vermeerdering van het Euro pees produkt op televisie was het uitgangspunt. In januari van dit jaar heeft het Europees Parlement voor het eerst aandacht besteed en met enkele kleine wijzigingen dit voorstel geadopteerd. Aan het fenomeen film werd nauwelijks aandacht besteed. Het CICCE-bestuur en andere internationale filmorganisaties als de AFMA en MPEAA vonden dit nogal kwalijk en hebben krachtig gelob- bied in Brussel en Straatsburg. Dit heeft tot resultaat gehad dat men alsnog heeft gedecreteerd, dat organisaties die signalen naar satel lieten zenden voor transmissie, toestemming moeten hebben van de rechthebbenden. Tevens zijn afspraken gemaakt over de chronologie van uitzending, d.w.z. bioscoop, video, abonneetelevisie en open net. Na drie jaar (twee jaar voor die produkties, waarin televisie finan cieel heeft geparticipeerd) kan dan uitzending via de satelliet plaats vinden. De CICCE acht EURIMAGES een buitengewoon goed initiatief, maar vindt het budget van ca. Hfl 50 miljoen aan de magere kant. In Brus sel en Straatsburg zal worden aangedrongen op verhoging. 10 De Algemeen Secretaris woonde een aantal bijeenkomsten bij tus sen vertegenwoordigers van de Amerikaanse en Europese Filmin dustrie en J.Dondelinger, Commissaris van Cultuur van de Europese Gemeenschap. Deze laatste maakte duidelijk dat aan een quotarege ling voor bioscopen in Brussel niet wordt gedacht en een quotarege ling voor televisie*** nog in het Europese Parlement behandeld moet worden. Wel maakte de commissaris duidelijk dat 'Europa' wel een betere medewerking met de Amerikanen m.b.t. het stimuleren van Europese produkties in de V.S., op prijs zou stellen. Vanzelfsprekend kwam EURIMAGES aan de orde. De Amerikanen ha merden erop, dat Europa een produkt moet maken dat voor de Ame rikanen aantrekkelijk is. De Europeanen reageerden met de vraag of dit inhield dat de Europese indentiteit dan moet worden prijsgege ven. Zo ja, dan zijn en blijven we waar we op dit moment zijn, omdat Europese filmmakers nu eenmaal niet erg gauw geneigd zullen zijn die indentiteit op te geven. Komen er extra fondsen ter beschikking dan zou die mogelijkheid er misschien wel zijn. Die extra fondsen zouden gevonden kunnen worden door op het Amerikaanse produkt, dat in Europa wordt vertoond, een kleine toeslag te leggen, te betalen door de distributeur, en te storten in een fonds t.b.v. van de produk- tie van films bestemd voor export naar de V.S. Tot concrete afspraken kwam het niet. Aan dit overzicht zal in het SEPTEMBER nummer uitvoerig aandacht worden be steed. Zie FILM MEI. Zoals vastgelegd in Gemeenschappelijk Standpunt vastgesteld door de Raad op 13 april 1989 met het oog op het bepalen van een richtlijn door de Raad betref fende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de uitoefening van televisie- omroepactiviteiten. Vlnr.: H.J.A. Tijssen (Alg. Secr. N.B.B.), G. Adinolfi (Plv. Secr. Gen. Raad van Europa) en R. Rienstra (Secr. Gen. Eurimages) INTERNATIONAAL OVERLEG

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 10