Medewerkersbestand in het bioscoopbedrijf
lonuuvv 'k gedacfóe
ENQUÊTE PERSONEELSBESTAND
In het overleg bij het tot stand komen van de nieuwe CAO voor het
bioscoopbedrijf, is door partijen afgesproken dat medio 1989 een
evaluatie zou dienen plaats te vinden van met name de volgende za
ken:
- In de CAO is dit jaar voor het eerst vastgelegd dat voor werkne
mers in niet-volledige dienst een overeengekomen arbeidstijd
geldt van minimaal 8 uren per week. De Sociale Commissie wilde
inzicht krijgen in de vraag of het toepassen van deze bepaling
(waarvoor overigens bij de Commissie dispensatie kan worden
aangevraagd) problemen voor de werkgevers met zich zou bren
gen.
- Daarnaast wilden partijen weten hoe in de praktijk het aantal con
tracturen van part-time medewerkers zich verhoudt tot het aantal
arbeidsuren dat daadwerkelijk wordt verricht.
Om deze informatie te krijgen werd een enquête gehouden - na goed
keuring door het Bondsbestuur - onder de leden bioscoopexploitan
ten.
Ca. 51% van de werkgevers, die 83% van het aantal bioscoopzalen
exploiteren, reageerden tijdig. Op basis van de gegevens kan grof
weg worden berekend dat het totale personeelsbestand in het bio
scoopbedrijf ruim 1.600 werknemers betreft. (Ter vergelijking: uit
een soortgelijke personeelsenquête, in 1985 gehouden, bleek dat
het aantal werknemers ca. 2.100 bedroeg.)
1. Aantal werknemers werkzaam in bioscoopondernemingen per
1 september 1989:
a. in vaste en volledige dienst (39 uur per week) mannen
290
vrouwen
73
totaal
363
b. in niet volledige dienst mannen
377
(excl. oproepkrachten)
vrouwen
614
totaal
991
2. Verdeling van de wekelijkse werktijden voor werknemers in niet-
volledige dienst, onderverdeeld per functiegroep, indien wordt
uitgegaan van de contracturen.
Aantal contracturen:
1-7 8-13 14-20 21-27 >27** totaal
aantal:
bedrijfsleiders
5
7
10
6
10
38
unitmanagers
0
0
0
0
1
1
techn. inspecteurs
0
0
0
0
2
2
leerling-operateurs
9
8
5
0
1
23
operateurs
20
16
11
9
13
69
serv.medewerkers
299
226
57
32
26
640
kassières
36
36
31
16
16
135
schoonmaak/
onderhoud pers.
25
18
25
8
3
79
admin. personeel
1
1
7
6
6
21
totaal aantal
395
312
146
77
78
1008
3. Gemiddelde verdeling van het werkelijk aantal gewerkte uren per
week van werknemers in niet-volledige dienst, over de afgelopen
maanden.
Aantal contracturen:
1-7
8-13
14-20
21-27
>27**
totaal
aantal:
bedrijfsleiders
2
5
7
6
18
38
unitmanagers
0
0
0
0
1
1
techn. inspecteurs
0
0
0
0
0
2
leerling-operateurs
5
9
5
0
4
23
operateurs
6
21
13
10
19
69
serv.medewerkers
143
313
82
33
69
640
kassières
21
45
26
26
17
135
schoonmaak/
onderhoud pers.
25
21
22
7
4
79
admin. personeel
1
2
7
5
6
21
totaal aantal
203
416
162
87
140
1008
Hier opgave van personeel dat uitsluitend kassawerkzaamheden heeft verricht.
Hier zij opgemerkt dat blijkens het totaalcijfer van het personeel in niet-volledige
dienst (991) 17 full-time medewerkers door werkgevers ten onrechte zijn ver
meld.
4. In de CAO voor het bioscoopbedrijf 1989 is bepaald dat voor
werknemers in niet-volledige dienst een overeengekomen ar
beidstijd geldt van minimaal acht uren per week (behoudens dis
pensatie van de Sociale Commissie).
Heeft de invoering van deze bepaling organisatorische proble
men met zich meegebracht en zo ja, hoe kunnen deze worden
gekwalificeerd?
- 1 dienst bestaat uit 5 uren. 8 uur valt niet in twee diensten op te
splitsen;
studenten die weinig mogen bijverdienen, komen door deze re
geling in de problemen;
(1 respondent)
Inmiddels hebben CAO-partijen zich gebogen over de uitkomst van
de enquête.
Hoewel de resultaten een beeld geven van de huidige stand van za
ken, is de Sociale Commissie van mening dat dit beeld te algemeen
is om op basis hiervan een duidelijke discussie te voeren t.a.v. met
name de 8-uren regeling en de flexibilisering in de bedrijfstak.
Besloten is dan ook na 1 januari 1990, als er een jaar is gewerkt met
de CAO, een aanvullende enquête te houden.
Overigens acht de commissie het buitengewoon teleurstellend dat
49% van de aangeschreven werkgevers niet op de enquête heeft ge
reageerd. Aangezien de belangen van alle geledingen in het bio
scoopbedrijf zijn gediend met een goede CAO, mag worden ver
wacht dat medewerking wordt verleend indien daarom wordt ver
zocht. Een afgewogen belangenbehartiging van alle betrokkenen
hangt hiervan af.
De Finnish Film Foundation, vergelijkbaar met het Nederlands Pro-
duktiefonds voor Speelfilms, beschikt volgend jaar over een budget
van ca. f 14.000.000,-, dank zij een extra financiële injectie van de re
gering van ca. 4.5 miljoen gulden.
Een voorbeeld voor het nieuwe kabinet?
39