BUMA: Geen boeman maar behartiger van belangen Totaal omzet 1988 van de Amerikaanse Major Companies Over het betalen van muziekauteursrecht bestaan - ook in de Nederlandse biosocoopwereld - nog veel onduidelijkheden. Toch zit de zaak niet zo gecompliceerd in elkaar als menigeen denkt. Een uiteenzetting over de wetens- en wederwaardigheden van het (muziek-)uitvoeringsrecht. BESCHERMDE MUZIEK IN SPEELFILMS Het BUreau Muziek Auteursrecht (BUMA) probeert elk jaar in samen werking met de Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmonderne- mingen (N.B.B.) de exacte gegevens te verkrijgen over het gebruik van muziek in bioscoopfilms. De N.B.B, weet namelijk niet of de mu ziek wel of niet (auteursrechtelijk) beschermd is. Daarom moet op een bepaalde manier een goede modus vivendi worden gevonden. BUMA rekent elk jaar uit wat het juiste percentage is dat voor de mu ziek, welke in die speelfilms wordt gebruikt, in rekening kan worden gebracht. Op basis van dit percentage wordt het muziek-uitvoerings- recht doorberekend. Normaal gesproken zou BUMA dit moeten kunnen vaststellen door middel van informatie van de filmproducenten, de bij haar aangeslo ten componisten (ook die van buitenlandse films, want BUMA verte genwoordigt in Nederland haar buitenlandse zusterorganisaties). Buma kan dit ook, zij het dat zij eerst in een dusdanig laat stadium over deze informatie beschikt dat die gegevens niet meer ten be hoeve van de incasso kunnen worden aangewend. Met de N.B.B.is vanwege het moeilijk tijdig vastte stellen percentage muziek ten opzichte van de totale tijdsduur (die verschilt immers per film) afgesproken dat het jaarlijkse totaal een percentage is van de to tale bruto recette. Dit percentage is nu alweer jarenlang vastgesteld op 1,2 Dit is een gemiddeld percentage; BUMA incasseert dus niet per film maar berekent een percentage van 1,2% over de totale bruto-jaarrecette. Het gevolg hiervan is dat BUMA moet vaststellen wat het bedrag is dat aan elke film toekomt. Om nu dit bedrag te bepalen wordt onder andere uitgegaan van de tijdsduur beschermde muziek die in een film voorkomt. Daarom is er een formule bedacht die in het kort hierop neerkomt: de totale tijdsduur van de beschermde muziek per film wordt vermenigvuldigd met de bruto recette van die film in 1 jaar. De uitkomst is een aantal punten dat aan de film wordt toege kend. Te allen tijde wordt hier uitgegaan van de bruto recette van de film; het aantal punten geeft tevens het succes weer van een film. Dus een succesvolle film zal meer aan muziekauteursrechten moe ten opbrengen dan een flop, met dezelfde hoeveelheid beschermde muziek. Dat puntenaantal van alle films bij elkaar, vormt een totaal waardoor het van de N.B.B, ontvangen bedrag, na aftrek van de kos ten, wordt gedeeld. Het resultaat is een puntwaarde die wordt ver menigvuldigd met het aantal punten per film; en dat geeft weer aan wat zo'n film aan auteursrecht voor de rechthebbenden (de compo nist of tekstdichter) zal opbrengen. De N.B.B, berekent dit bedrag vanzelfsprekend door aan de produ centen, die zichzelf daar vaak niet in kunnen vinden. De uitbetaling aan BUMA vindt altijd een jaar later plaats. Zo worden de gegevens over 1989 pas bekend rond april/mei volgend jaar. 'GRATIS COMPONEREN' Vroeger lieten veel componisten, ook van filmmuziek, zich gemakke lijk verleiden tot het 'gratis componeren' van muziek, alleen maar omdat hen door de producent een succesvolle film in het vooruit zicht werd gesteld. Met goede moed werden vervolgens vaak con tracten getekend, die niet bepaald duidelijk aansloten op de contrac ten die deze rechthebbenden eerder met Buma/Stemra hadden afge sloten. Gelukkig is er tegenwoordig veel verbeterd en staan de pro ducenten anders tegenover hun 'leveranciers' van het onmisbare produkt: muziek. Er vinden echter - dat mag als bekend worden verondersteld - in de bioscoopwereld veel veranderingen plaats. Was het voorheen nog zo dat er voor de hoofdfilm een journaal, een bijfilm en reclame werden uitgezonden, nu begint men met de commercials en meteen daarna start de hoofdfilm met daarin een pauze. Het gevolg daarvan is dat de verdeling van de gelden feitelijk ook moet veranderen. Daarom staat BUMA een verandering voor: de verdeling zou daarom ook plaats moeten vinden op basis van de gemeten tijdsduur. Er gaat steeds meer geld naar de hoofdfilms. Als de hoofdfilm 75 procent van de voorstelling uitmaakt zou de muziek voor de hoofdfilm ook 75 procent van de uitkering moeten zijn. De overige onderdelen van de voorstelling, zoals de reclames, het nieuws en de bijfilms zouden na venant moeten worden uitgekeerd. Dit zou dan neerkomen op in to taal 25 procent van het geheel. Henk Videier, hoofd Repartitie Buma De major companies (Columbia, Disney, MGM/UA, Orion, Para- mount, 20th Century Fox, Universal en Warner Bros, verenigd in de Motion Picture Association of America - MPAA) in de V.S. zagen hun totaal omzet, gegenereerd door filmhuur, in 1988 met 12% toene men tot 2,43 miljard. In eigen land was die opbrengst 1,413 mil jard (een stijging van 14% t.o.v. 1987 1.25 miljard); de omzet be haald in de rest van de wereld bedroeg in 1988 1,02 miljard. Onderstaand een overzicht van de 15 topmarkten voor de leden van de MPAA, ontleend aan Variety: in$-miljoen omzet 1. Japan 141,9 13.9 2. Canada 125,2 12.3 3. W.Duitsland 100,8 9.9 4. Frankrijk 98,8 9.7 5. Engeland/Ierland 90,3 8.9 6. Italië 73,4 7.2 7. Spanje 67,5 6.6 8. Australië 45,3 4.4 9. Zweden 27,4 2.7 10. Brazilië 18,7 1.8 11. Zwitserland 18,3 1.8 12. België 16,8 1.6 13. Nederland 15,9 1.6 14. Mexico 14,7 1.4 15. Z.Afrika 12,4 1.2 Restv.d.wereld 153,0 15.- Totaal (41.9%) 1.020,3 100- Ver. Staten (58.1%) 1.413,6 Tot.mondiaal 100.0% 2.433,9 miljoen Bij het interpreteren van deze cijfers dient men rekening te houden met de fluctuaties in de dollarkoers per land door het jaar heen. 57

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 56