VAN INSTRUMENT NAAR INSTITUUT VAN NEDERLANDSE FILMTHEATERS Bestuur Associatie treedt af In de Algemene Ledenvergadering van 27 augustus 1989 heeft de As sociatie van Nederlandse Filmtheaters besloten tot een bestuurlijke reorganisatie. Het bestuur van de Associatie diende zelf het voorstel bij de Alge mene Ledenvergadering in. Het hield in dat een meerderheid van ex terne bestuursleden zal worden aangetrokken in een bestuur van vijf personen. Het voorzitterschap en een van de andere dagelijks be stuursfuncties zal in ieder geval door een extern bestuurslid worden vervuld. AFSCHEID VAN EEN LEVENSFASE Het voorstel is een logische ontwikkeling in de geschiedenis van ie dere organisatie. In een periode direct na de oprichting wordt de kracht van een organisatie bepaald door de oprichters van het eerste uur. Na enkele jaren volgt de fase van de consolidatie. Voor die le vensfase zijn andere mensen met andere bestuurlijke kwaliteiten no dig, die wat meer afstand kunnen nemen van het emotionele verle den. Voor het bestuur van de Associatie werd de noodzaak de eerste le vensfase te beëindigen door twee zaken onderstreept. 1Zowel intern als extern werd de Associatie verweten het privé be lang te verwarren met het overkoepelende belang. Dat is op zich een ernstig verwijt als het werkelijk waar zou zijn. Het is echter ook een logisch gevolg van de wijze waarop de Associatie be stuurlijk georganiseerd is. Een belangenvereniging waarin de be langhebbenden zelf in het bestuur zitten, loopt nu eenmaal dat ri sico. 2) De vorig jaar door de Associatie gepubliceerde beleidsnota is door de Raad voor de Kunst afgekeurd. De steun die de Associa tie van WVC ontvangt loopt daardoor gevaar. Het zittende be stuur heeft daaruit consequenties getrokken en haar zetels ter beschikking gesteld. INSTRUMENT/INSTITUUT De Associatie is door haar oprichters altijd beschouwd als een in strument om ondermeer tot afspraken met de NBB te komen ledere vorm van verkeer tussen de filmtheaters en de leden van de NBB was in die tijd (officieel) uitgesloten. Om een duidelijke gesprekspartner te zijn, werd het verzoek van de NBB ingewilligd voor de Associatie een formele rechtspersoon in het leven te roepen: de Vereniging Associatie van Nederlandse Filmthea ters. In overleg met de NBB is veel bereikt. Ik noem met name de erken ning van het bestaan van een gesubsidieerde import en vertoning naast een commercieel systeem. Maar ook de zgn. Associatie over eenkomst die het verkeer regelt tussen de filmtheaters en de distribu teurs aangesloten bij de NBB. Van meet af aan stond de Associatie voor ogen een professioneel netwerk van filmtheaters te smeden als hechte economische basis voor de door het Ministerie van WVC gesubsidieerde distributie. Dat alles in de wetenschap dat zulke professionele organisaties in aantal beperkt zouden blijven. Om verschillende redenen is dat ledental meer gegroeid dan de aan vankelijke oprichters voor ogen stond. Veel middelgrote filmtheaters, nog net niet echt professionele orga nisaties, werden lid. Dat gebeurde onder druk van zowel die filmthea ters zelf, als van de NBB. De beste manier immers om greep te krij gen op de "vrije" activiteiten van een filmtheater in plaats X is hem te binden aan de regels die bestaan tussen Associatie en de NBB. Zo is de Associatie tot instituut geworden. Een instituut dat in be stuurlijke zin meer know how en onafhankelijkheid kan bieden en zich niet beperkt tot de emotionele dadendrang van de oprichters. Als scheidende voorzitter neem ik de vrijheid nog eenmaal een blik vooruitte werpen. Na 1992 zal Europa bindende regels hanteren voor de wijze waarop organisaties als de NBB zijn gestructureerd. Ook de NBB denkt daar over na. Is dat niet een mooie gelegenheid eens na te denken over een officiële status voor de niet-commerciële filmvertoners binnen de NBB (of tegen die tijd wellicht de Vereniging van Bioscoopexploi tanten)? Zou ook de CICAE (weet u nog?) zich niet wat beter kunnen profileren als de vereniging van art-houses en daarin de filmtheaters opnemen? Er is nog heel veel werk aan de winkel. Henk Camping tieve doeleinden litho's en gravures uit boeken op glasplaat over te zetten en te vertonen. De bedrijven en mensen uit de toverlantaarnindustie konden, toen deze industie verdween, zo overstappen in de filmindustie. Flora Vallenduuk Laterna Magica Galantee Show van H. Bollaert In het Nederlands Filmmuseum in Amsterdam worden er in de week van 26 t/m 30 december vele verschillende toverlantaarnvoorstellin- gen gegeven. U kunt de diverse vormen en technieken van de toverlantaarnvoor- stellingen komen bekijken tijdens dit unieke festival. Er zijn vier bui tenlandse shows aanwezig, uit Duitsland, Frankrijk, Engeland en Ita lië, maar er zijn ook voorstellingen uit België en Nederland Voor meer informatie: 020-5891400. 74

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1989 | | pagina 73