HANS KLAP SPREEKT
DE NEDERLANDSE FILMWERELD TOE
In het Tuschinski theater In Amsterdam werd 2 februari j.l. de Nieuw
jaarsreceptie gehouden voor de Nederlandse filmwereld op uitnodi
ging van de Nederlandse Beroepsvereniging van Film- en Televisie
makers (NBF), het Genootschap van Nederlandse Speelfilmmakers
(GNS) en de Afdeling Speelfilmproducenten van de NBB. Minister
d'Ancona was verhinderd de Nederlandse filmwereld toe te spreken.
In haarplaats sprak Hans Klap, direkteur van het Fonds voor de Ne
derlandse Film. Hieronder de volledige tekst.
Op deze plaats had eigenlijk een vrouw moeten staan. De Minister
van WVC, mevrouw Hedy d'Ancona. Zij is echter verhinderd. U zult
het dus met mij moeten doen.
Goede voornemens 1990. Van een nieuwe direkteur mag misschien
verwacht worden dat deze er enigzins over nagedacht heeft. Omdat
ik nog maar enkele maanden in mijn nieuwe baan bezig ben moet u
mij maar vergeven dat ik het toespraakje vanmiddag toespits op de
situatie rondom het Fonds voor de Nederlandse Film.
Het afgelopen jaar waren er wat betreft het Filmfonds twee opmerke
lijke zaken: het vertrek van de direkteur Ryclef Rienstra naar Straats
burg (Eurimages) en het opvallend groot aantal Gouden Kalveren dat
in 1989 werd toegekend aan films die met steun van het Filmfonds
werden gemaakt. Al dan niet toevallig kwam pas na de Nederlandse
Filmdagen in Utrecht de oogst los van films die met steun van het
Productiefonds zijn gemaakt. Het zal mij niet verbazen als die films
hoge ogen zullen gooien op de volgende editie van de Nederlandse
Filmdagen in september van dit jaar.
Internationalisering en Koproduktie in ontwikkeling
Inmiddels heeft Eurimages het allereerste geld uitgedeeld. Aan een
Deens/Zweeds/Franse koproduktie, die met een budget van
3.3 miljoen in maart a.s. met de opnamen zullen beginnen. Euri
mages draagt 0.6 miljoen bij. De vrouwelijke hoofdrol is wegge
legd voor Barbara Sukowa. De regie is in handen van de Deense re
gisseur Lars vonTrier.
Inmiddels kan ook een Nederlands initiatief op steun van dat Euro
pese fonds rekenen: "Eline Vere", een produktie van Sigma/
Matthijs van Heyningen.
Dit jaar zullen er nog meer internationale koprodukties hun wereld
premiere beleven, zoals "Wings of Fame". Een produktie van First
Floor onder regie van Otokar Votocek met onder andere Peter
OToole.
Een aantal Nederlandse filmproducenten lijken erin te slagen een bij
drage te leveren in de kontinuïteit van de Nederlandse film via inter
nationalisering en koproduktie. Dat getuigt van ondernemingslust
en is een verheugende ontwikkeling, die naar ik hoop, zich zal door
zetten in 1990 en de jaren erna.
Stagnatie Nationale Koproduktie
Die Nederlandse filmprodukties die voornamelijk afhankelijk zijn van
nationale financiële steun lijken in toenemende mate afhankelijk te
worden van de Nederlandse televisie en televisiefondsen. Bij het
Fonds voor de Nederlandse Film
maken we ons grote zorgen over de steeds grotere invloed die de
omroepen lijken te hebben in de vaststelling welke film gemaakt kan
worden. Steeds meer Nederlandse filmprodukties komen niet van de
grond omdat de Nederlandse omroepen weigeren mee te financie
ren. Voor deze problematiek zijn mogelijk verschillende oplossingen
denkbaar. Het is hier niet de plaats om er in detail op in te gaan, maar
een enkele vaststelling kan misschien helpen bij de oplossing van
deze problematiek.
TV-Koproduktie: bijdrage tot de filmkultuur?
Ik stel vast dat toename van televisiefinanciering in de vorm van ko
produktie metfilmproduktie een ontwikkeling is, waarvan we inmid
dels in Europa hebben kunnen waarnemen dat deze vorm van film-
produktiefinanciering kennelijk niet bijdraagt tot de ontwikkeling van
de filmkultuur.
Eens grote Europese filmlanden als Italië, Frankrijk en
Duits-land lijken de laatste jaren nauwelijks (mede daardoor?) een
nationale, eigen en financieel-economisch gezonde filmkultuur te
hebben. Dat geeft misschien aan dat we in Nederland moeten probe
ren onze onafhankelijkheid als filmmaker te behouden. Door een
stortvloed van televisiegeld te gebruiken voor filmproduktie rijst de
vraag of de filmkultuur of de telvisiekultuur daarbij gebaat is.
De indertijd gedane oproep van Minister Brinkman om meer samen
werking te zoeken met de Nederlandse omroepen past in de geest
van de jaren '80, die nu definitief achter ons liggen.
Mij dunkt dat de geest van de jaren '90 in het teken moet staan van
de onafhankelijkheid van de filmmaker. En in mijn opvatting moet de
onafhankelijkheid van de sektorfilm bewerkstelligd worden in het ko
mende decennium, willen we daarna niet ten onder gaan aan het ma
ken van televisiefilms. Dat is slecht voor de filmmaker en voor de
filmkritiek, slecht voor de distributie en de exploitatie van films.
Er is veel geld voor het maken en vertonen van
televisieprogramma's en nauwelijks voor film. Laten we proberen de
jaren '90 te beginnen om langzamerhand de balans voor deze twee,
toch zo gescheiden en verschillende sektoren, meer in evenwicht te
brengen. Opdat de Nederlandse filmkultuur het zo moeizaam verwor
ven eigen gezicht in de toekomst kan blijven behouden.
De reorganisatie binnen de omroepen is nog niet afgesloten. De eva
luatie van de beide fondsen voor de Nederlandse filmproduktie in op
dracht van het Ministerie van WVC is net begonnen. Het is een zaak
van u allen, filmmakers,
filmdistributeurs en theaterexploitanten om erop toe te zien dat de
filmfondsen geen televisiefondsen worden.
Ik wens u allen een goed filmjaar toe.
13