STICHTING FILMTRANSPORT N.B.B. ning van een bioscoop als "Golden Cinema", waarvoor een certifi caat wordt uitgereikt. De erkenning geschiedt door een onafhankelijk instituut op basis van door onafhankelijke deskundigen verrichte beoordelingen van geluid, beeld, inrichting, dienstverlening, etc. Deze beoordeling vindt plaats op verzoek van de exploitant tegen de kostprijs van het onderzoek. Indien niet aan alle eisen wordt voldaan, kan de exploitant besluiten, de in het rapport genoemde mankemen ten op te heffen, waarna er opnieuw een beoordeling volgt. Deze onderscheiding, die ook interessant is in verband met soortge lijke plannen in Nederland, heeft in de Bondsrepubliek al een goede status verworven. Dit heeft er toe geleid, dat ook Oostenrijkse bios coopexploitanten zich nu bij de organisatie hebben aangesloten, waardoor twee Weense exploitanten deze keer in Baden-Baden een groot aantal certificaten in ontvangst konden nemen. M.i. verdient het overweging, een dergelijke officiële kwalificatie op een Europees peil te brengen. Dit zou m.n. de mogelijkheid vergroten, hiertoe ook in kleine landen te geraken. De ervaringen, resp. de diensten van het genoemde instituut kunnen daarbij natuurlijk van nut zijn. Bedrijfsvergelijkingen De Hauptverband Deutscher Filmtheater bestaat, evenals de organi saties in Frankrijk en Italië, uit semi-autonome regionale organisa ties (gemiddeld in grootte overeenkomend met de in oprichting zijnde Nederlandse vereniging van Bioscoopexploitanten). Een acti viteit van de Beierse vereniging van exploitanten is een regelmatig herhaalde bedrijfsvergelijking. Hiervoor krijgen de exploitanten en quêteformulieren, die zowel betrekking hebben op de verschillende categorieën van inkomsten als op de belangrijkste kostensoorten. De resultaten van de aldus verkregen gegevens worden aan de deel nemers ter beschikking gesteld. De gegevens worden uiteraard ano niem verwerkt. Ook dat is m.i. een activiteit, die wellicht in aanmer king dient te komen voor uitbreiding in Europees verband. Huurcondities Een vast onderdeel op elk Filmtheater Seminar wordt gevormd door de relaties tussen huurders en verhuurders van films. Een verschil met ons land is, dat er in de Bondsrepubliek niet met sliding scales wordt gewerkt. Men overweegt evenwel, deze in te voeren, en was dus erg geïnteresseerd in onze ervaringen op dit gebied. Een ook op Nederland van toepassing zijnde klacht is de opeenhoping van films in bepaalde delen van het jaar en een tekort in andere perioden. Min der bekend is bij ons de problematiek van gesubsidieerde extra ko pieën. Een klacht van exploitanten in kleine plaatsen is, dat deze ko pieën tegen normale verhuurcondities worden geleverd. Het gaat hier om een subsidiëring in natura van de filmverhuurders, terwijl de exploitanten alleen het voordeel van eerdere levering hebben. Dit probleem is voor een land als Nederland met weinig geïsoleerd lig gende kleine plaatsen in zijn algemeenheid niet zo relevant, maar het kan wel actueel worden in het kader van een stimulering van ar- thouse-, resp. van (via E.G.-organen gesubsidieerde) Europese films, waarvoor thans zowel in Nederland als in E.G.-verband plan nen worden gemaakt. BTW-tarieven Op de laatste conferentiedag stond ook een voordracht van de in dit blad al meerdere malen geciteerde U.N.I.C.-gedelegeerde Claude Degand op het programma. Door hem is o.m. gewezen op een uit spraak van het Europese Hof, volgens welke een staat zich niet meer mag beroepen op de afwezigheid van E.G.-richtlijnen in de nationale wetgeving. Ook wees hij er op, dat de bioscopen in de eind vorig jaar te Parijs gehouden grote media-conferentie niet aan de orde zijn ge komen. Over de mogelijkheid, een echte Europese filmproductie op gang te brengen, werd door deze op Europees gebied zeer goed geo riënteerde deskundige grote twijfel uitgesproken. Wat de BTW-tarieven betreft, was Degand van mening, dat de thans binnen de E.G. beoogde marges van 4-9% en van 14-20% vervan gen zullen worden door 0-9% en minimaal 15%. Door het hoofd van de Afdeling Film van het ministerie van Econo mische Zaken (in de B.R.D. hebben alleen de Lander ministeries voor cultuur), Dehmel, die, evenals zijn collega uit de D.D.R., de hele conferentie heeft bijgewoond, werd opgemerkt dat men er in de E.G. thans toe neigt, de in de verschillende landen bestaande regelingen te laten bestaan (waarvan de regering van de B.R.D. overigens geen voorstander is). De in Nederland bestaande regeling acht hij onjuist. U.N.I.C.-nieuws Met de door Degand behandelde onderwerpen ben ik gekomen bij de Union Internationale des Cinémas. Voorafgaand aan de conferentie is er een vergadering van het U.N.I.C.-bestuur gehouden. Het be langrijkste onderwerp vormde de vraag, op welke wijze er in het kader van de Europese media-hulp ook iets voor de bioscopen kan worden gedaan. (Uit het onlangs uitgebrachte rapport "Encouraging Europe's Media Industry" is weer gebleken dat er geen E.G.-fondsen op bioscoopgebied zijn.) Gedacht wordt aan een door de EFDO gesteunde samenwerking van U.N.I.C. en C.I.C.A.E.-Europeen ten behoeve van de Europese film, d.w.z. aan een vergroting van de kans dat door EFDO gesubsidieerde films ook vertoond worden. Hierbij wordt gedacht aan een keten van "Euro-bioscopen" in key-cities, aan publiciteit, en aan een daarvoor op te richten bureau. In verband met deze plannen zal de (Duitse) presidente van de C.I.C.A.E. de a.s. le denvergadering van de U.N.I.C. in Cannes bijwonen, en zal er in het kader van de filmweek te München op 28 en 29 juni een conferentie worden gehouden, waarvoor zo veel mogelijk Europese exploitanten zullen worden uitgenodigd. Een ander aspect van deze plannen is de wens van een jaarlijks Europees bioscoopcongres. Gezien het feit dat er op dit gebied alleen bij de H.D.F, ervaring bestaat, acht men het voor de hand te liggen, dat de conferentie van Baden-Baden tot een Europees evenement wordt uitgebouwd. Slotbeschouwing Ondanks het succes van het Filmtheater Seminar te Baden-Baden, d.w.z. de grote deelname en de perfecte organisatie, is het presidium van de H.D.F, geconfronteerd met een probleem. Het congres wordt bezocht door een groot aantal exploitanten uit kleinere plaatsen, die vooral belangstelling hebben voor die delen van het programma die betrekking hebben op hun dagelijkse problemen, en die ook naar Baden-Baden komen om elkaar te ontmoeten. Hoewel aangelegen heden als de megacomplexen en de E.G.-problematiek uiteindelijk ook voor hen van vitaal belang zullen zijn, hebben zij er maar een be perkte belangstelling voor. Twee jaar geleden had het congres te Baden-Baden in het kader van het Europese Jaar van de Film en de Televisie een Europees karakter. Het peil was toen zeer hoog, maar een deel van de deelnemers voelde er zich minder thuis. Indien nu wordt overwogen, er permanent een Europese conferentie van te maken, ontstaat het gevaar dat de H.D.F, een deel van zijn leden van zich vervreemdt. Een uit twee delen bestaand congres zal wellicht de beste oplossing zijn. Drs. J.Ph. Wolff In verband met Hemelvaarts dag wordt het filmtransport verschoven naar dinsdag 22 mei op woensdag 23 mei a.s. Speelweek 20 loopt derhalve tot en met 22 mei en speel week 21 begint op 23 mei. 6

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 6