VERSCHUIVING BEGIN SPEELWEEK GEEN SUCCES
i
De verschuiving van het begin van de speelweek van donderdag naar vrijdag, welke op 1 september vorig jaar inging, blijkt
géén positief effect te hebben opgeleverd. Integendeel voor de drie grote steden, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag resul
teerde de verschuiving - op jaarbasis herleid - tot een bezoekersdaling van ca. 190.000 bezoekers. Voor de andere steden heeft
de verschuiving niet of nauwelijks invloed gehad op het bezoekersaantal.
De feiten nog even op een rij. Op nadrukkelijk verzoek van de
M.P.E.A.A. werd op 1 september 1989 de eerste dag van de
speelweek verschoven van de donderdag naar de vrijdag. Dit
verzoek was gebaseerd op de verwachting dat dit een extra
impuls zou geven aan het bezoek tijdens het weekeinde.
De advertenties in de donderdagavond- en vrijdagmorgenkran
ten zouden meer effekt hebben dan de tot dan gebruikelijke
aankondigingen op woensdagavond en donderdagmorgen.
Hoewel er zowel van de zijde van de exploitanten als van de
verhuurders bezwaren werden aangevoerd, besloot de Bonds
raad het verzoek van de M.P.E.A.A. het voordeel van de twijfel te
gunnen. Tevens werd besloten dat het effekt van de maatregel zou
worden getoetst en geëvalueerd na februari van dit jaar.
In maart j.l. werd een begin gemaakt met de groepering en
analyse van de gegevens, welke door de vier grote circuits werden
verschaft, door Drs.J.Ph.Wolff. Het resultaat, vastgelegd in het
rapport "Evaluatie van de verschuiving van het begin van de
speelweek naar vrijdag per 1 januari 1989", werd juist voor het
Festival van Cannes bekend.
REPRESENTATIEF ONDERZOEK
De bezoek-resultaten in de periode van vrijdag 1 september 1989
tot en met 1 februari 1990 (de proefperiode) werden vergeleken
met een identieke periode, lopend van donderdag 1 september tot
en met woensdag 1 februari (de controleperiode). Met opzet
werden de weken rond Sinterklaas, Kerstmis en Nieuwjaarsdag in
beide perioden buiten beschouwing gelaten wegens de grote
verschillen in premières.
De aan het onderzoek ten grondslag liggende bezoekcijfers zijn
verstrekt door 178 bioscopen, behorend tot The Cannon Group
Nederland, Jogchem's Theaters, de Minerva-groep en Bioscoo
ponderneming A.F.Wolff.
Men kan spreken van een zeer representatieve groep. Niet alleen
trokken deze bioscopen in de periode 1 september 1988 tot en
met 1 februari 1989 3.021.852 bezoekers of wel 62,01% van het
totaal aantal bezoekers (4.872.848), maar ze zijn ook verdeeld
over grote, middelgrote en kleinere steden.
Natuurlijk wordt het bezoek in deze twee perioden sterk beinvloed
door de films zelf. De hierna volgende conclusies zijn dan ook niet
gebaseeerd op een gewone vergelijking van bezoekcijfers, maar
er is gebruik gemaakt van een speciale berekeningswijze, waarbij
de invloed van de vertoonde films zo veel mogelijk is geneutrali
seerd.
Aan het begin van het onderzoek is de hypothese geformuleerd,
die voortvloeit uit de verwachtingen van de voorstanders van de
verschuivinng: nl. dat het aandeel van de donderdag t/m zondag
in het totale bezoek zou moeten stijgen.
Een tweede hypothese vloeide direkt hieruit voort: het verwachte
effect van de verschuiving van het begin van de speelweek naar
de vrijdag zou bijzonder sterk moeten zijn in de weken met een
eerste vertoning. D.w.z. de première-weken, nationaal als lokaal.
Tevens werd een onderscheid gemaakt tussen enerzijds Amster
dam, Rotterdam en Den Haag plus de grote universiteitsteden
Utrecht, Nijmegen en Groningen en anderzijds alle andere steden.
Hiervoor werd gekozen omdat met de mogelijkheid werd reke
ning gehouden dat het gedrag van het publiek in deze twee
groepen van steden verschillend zou kunnen zijn, een verwach
ting die ook is uitgekomen.
Tenslotte is in het onderzoek rekening gehouden met het feit dat
bepaalde steden 'kortingsdagen' hanteerden.
THE LONELY PASSION OF JUDI™
A
Uit de in het rapport opgenomen overzichten van bezoekgege
vens is gebleken dat het totale bezoek van donderdag t/m zondag
bij alle groepen (enigzins) is gedaald. M.a.w. dat de verschuiving
niet aan het doel heeft beantwoord.
Uit de gegevens, gespecificeerd naar première-weken en overige
(prolongatie)weken is gebleken dat de tweede hypothese door de
feiten niet wordt bevestigd, sterker zelfs, dat de feiten het tegeno
vergestelde aangeven.
DALING OP DONDERDAG
Het onderzoek wijst uit, dat het bezoek op donderdag aan gepro
longeerde films is afgenomen. Dit geldt ook - zij het in mindere
mate - voor de premières. Een zeer opmerkelijk gegeven, nog
opmerkelijker is dat het bezoekersaandeel van vrijdag en zaterdag
is gestegen, maar bij premières is gedaald!
Welke konklusies moge men hieraan verbinden?
Vormt de aankondiging van een nieuwe film niet een stimulans
voor onmiddellijk bioskoopbezoek? Komt de mondreklame pas
goed op gang tijdens de eerste werkdag, in dit geval de maandag?
Of het feit dat bij premières de zalen op vrijdag en zaterdag zonder
meer zijn uitverkocht? Een tekort aan stoelcapaciteit doet bezoe
kers teleurgesteld naar huis terugkeren c.q. de gedachte postvat
ten, dat 'het weekeinde wel uitverkocht zal zijn'.
De daling op donderdag kan worden veroorzaakt door een
overloop naar het weekeinde, waarbij is geconstateerd dat deze
overloop geringer is dan de daling op donderdag. (Deze overloop
is bovendien des te geringer te achten naarmate men - zoals de
voorstanders van de verschuiving hadden gehoopt - van de
verschuiving additioneel bezoek in het weekeinde verwacht.)
Naast de daling op donderdag leidt de concentratie van bioskoop
bezoekers in het weekeinde m.n. op zaterdagavond tot bezoek-
verlies door gebrek aan stoelcapaciteit.
UU
'88 06
LET OP!!! DIT PROGRAMMA LOOPT VAN VRIJDAG T/M DONDERDAG.
LET OP: GEWIJZIGDE AANVANGSTIJDEN
Vr. Za. 2.00 5.30 8.00 10.15 uur; Zo. 1.00 3.30 7.00 9.30 uur;
Ma. Urn Do. 2.00 7.00 9.30 uur. NEDERLANDSE PREMIÈRE
SUBLIEM SPEL VAN MAGGIE SMITH (De Filmkrant)
'1AGGIESM,T
1 -^^-o i ir\f*-