c D 1 N 1 G E M 1 T A A L s O U N D DECATR UB DEALER VOOR EUROPA KAMPIOENSCHAPSLAAN 1 1020 BRUSSEL-BELGIË TEL: 32/2.478 31 97 - 32/2.478 04 50 FAX: 32/2.478 33 85 GELDSTROMEN Naar een algemeen gevoelen, dat ik deel, blijft op dit punt de omroep in gebreken. Voorzover de televisie als distributie-instrument een belangrijk deel van de bioscooptaak heeft overgenomen, is de Hilversumse bereidheid om naar rato in de filmfinanciering te participeren zéér achtergebleven. Ik wil geen kwaad woord horen over het door de overheid ingerichte Stimuleringsfonds, maar als we nagaan dat daar het drie, of misschien wel viervoudige aan middelen beschikbaar is van wat wij als Productiefonds mogen verdelen, terwijl het bestuur van dat Stimuleringsfonds pas na veel aarzeling bereid blijkt mondjesmaat gelden te voteren voor Neder landse filmproducties waarmee tenslotte ook de televisie cultu reel mooi weer kan spelen, dan lijkt me iets niet helemaal in orde met de door de overheid gestuurde geldstromen. Ik denk dat de overheid ten aanzien van de totale audio-visuele nijverheid - tele visie én film dus - een beleid voert dat op de revolutionaire werke lijkheid hopeloos achter loopt. Maar het gaat bij de film - dat hybride medium - niet alléén om directe overheidsbemoeienis. Het is strijdig met de aard van het medium dat het in tot lengte van dagen gekoesterd zou worden als een couveusekind - en ik heb het, nogmaals over de speelfilm. Ik zeg met nadruk dat voor de korte documentaire, experimentele of zeg maar "artistieke" film binnen een zichzelf respecterend cul tuurbeleid sprake moet blijven van regelrechte overheidssteun. Maar een gezonde speelfilmnijverheid - dat is mijn heilige liberale overtuiging - heeft de participatie nodig van het bedrijfsleven, en om dat te prikkelen zijn wel degelijk impulsen denkbaar, mogelijk én wenselijk, die de overheid op bijvoorbeeld fiscaal gebied kan verschaffen. BEHOEFTE AAN NEDERLANDSE FILMS Er is geen twijfel aan, of bij een Nederlands publiek - om het even of het nu in de bioscoop of voor z'n televisie-ontvanger of video recorder zit - (s behoefte aan Nederlandse en Nederlandstalige films en die behoefte blijft, ook juist na dat magische jaar 1992, omdat er behoefte blijft aan reflektie, kritiek en reaktie op de eigen cul tuur. Soms lijkt het alsof de "nationale" cultuur een onwelvoeglijk woord is geworden, maar ik wijs er altijd graag op dat de Ameri kaanse cinema groot is geworden door een zo uitgesproken na tionaal-Amerikaans thema als dat van de Western; dat Ingmar Bergman zijn roem ontleende aan het feit dat hij onvervalst Zweed se films maakte, en dat hetzelfde gold en geldt voor oude en nieuw Russen, Italianen, Chinezen en Georgiërs. En in ontwikkelingen die het risico van indentiteitsverlies met zich mee dragen dient de overheid op haar eigen cultuurpolitieke bres te staan. Ik heb ik deze korte inleiding misschien verzuimd de hand in ei gen Fondsboezem te steken, maar ik verzeker u dat wij binnen ons bestuur in gepaste zelfkritiek voortdurend bezig zijn naar wegen te zoeken om ons werk efficiënter, doelgerichter en tot meerdere glorie van de Nederlandse film te verrichten. Maar ook daar is een overheid voor nodig die wat ons betreft niet voortdurend over onze schouder hoeft mee te kijken, maar die ook niet zó ver op afstand moet raken dat enigerlei wisselwerking onmogelijk wordt. Mis schien hebben we met elkaar een vijfjarenplan nodig om de pro blemen die ik hier summier heb aangestipt, en die naar mijn beste schatting van conjuncturele aard zijn, te boven te komen. Ik zeg het nog één keer: er is geen reden tot zwartkijkerij; artistiek en ambachtelijk is er voor de Nederlandse film alle perspectief, de markt is willig, we zullen alleen een aantal onontbeerlijke voorwaar den moeten scheppen, schikken of herschikken. Ik hef het glas op onze nationale muilezel. Jan Blokker 8 Ij*-^ O P T I C A L RADIATION CORPORATION

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 8