NEDERLANDSE FILMKEURING EXIT? Betekent "Grote Efficiency" het einde van de filmkeuring in Nederland? Cor C.N.Crans, sekretaris-direkteur van de Nederlandse Filmkeuring, reageert op deze vraag. Het is inmiddels al weer drie jaar geleden dat de leden van de Tweede Kamer unaniem van oordeel waren dat: - een videokeuring serieus moest worden overwogen; - het voortbestaan van de Nederlandse Filmkeuring niet ter discussie stond (uitzondering D'66). Bij zijn aantreden heeft het Kabinet besloten tot de operatie "Grote Efficiency". Deze operatie is erop gericht om te komen tot een beter functionerende rijksoverheid. Op 27 augustus 1990 heeft de kleine ministerstaf besloten - voorafgaand aan besluitvorming - een onderzoek naar grote efficiency bij WVC te laten verrichten door een interne projektgroep. Over de Nederlandse Filmkeuring stelt men op pag. 21: "Beëindiging Nederlandse Filmkeuring (DJB) Maatschappelijke ontwikkelingen leiden er soms toe dat eertijds effec tieve en nuttige zaken en organisaties hun functie verliezen. Een voorbeeld daarvan is de Nederlandse Filmkeuring die oorspronkelijk is ingesteld ter bescherming van de jeugd. Inmiddels moet worden vastgesteld dat films die ongeschikt worden geacht voor jonge kinde ren, vrijelijk als videoband te koop of te huur zijn. Daarmee wordt de functie van deze organisatie ontkracht en kan het voortbestaan aan de orde worden gesteld. Een opheffing van de Nederlandse Filmkeuring levert 3 plaatsen op (f 210.000,-) en f 150.000,- beleidsruimte. Realisering per 1 januari 1993." Het instituut filmkeuring heeft bij de installatie een brede opdracht meegekregen van de toenmalige staatssekretaris, de heer Meyer: "pro beer meer te doen dan alleen films keuren....". Het ministerie van WVC (vroeger CRM) heeft beleidsmatig die speel ruimte niet gegeven en slechts verwezen naar de wet! De "voorzetten" van de filmkeuring zijn er ondanks dat wel geweest: - wetswijzigingsvoorstellen (begin jaren '80); - videoproblematiek onderkend (1984); -voorlichtingstaak benadrukkend (1986). Anti-filmkeuringshouding 'Boze tongen'beweren dat er een anti-filmkeuringshouding zou bestaan binnen WVC, hoewel daarvan in de overlegsfeer niets is gebleken. De filmkeuring heeft steeds zo gefunctioneerd dat er inhoudelijk niets op aan te merken is geweest. Dat klopt ook, want het systeem werkt, hetgeen niet betekent dat het niet verbeterd kan worden: - ongeveer 200 films per jaar in roulatie in Nederland; rond de 65% wordt gekeurd, hetgeen betekent dat bijna alle grote publiekstrekkers door de filmkeuring worden bekeken; (restant voor speciaal circuit zoals film huizen); -er wordt door bioscopen goed opgelet aan de ingang!!! (voorbeeld van mentor met kinderen pas toegang nadat de bedrijfslei der voor accoord had getekend i.v.m. projekt en ouders die "boos" bellen waarom mag ik er niet in met mijn kind); - veel waardering voor het Nederlandse model in Europa (filmkeuring van België is verouderd: 1920 en men denkt aan een combinatie van Engeland en Nederland; Engeland voerde onlangs de 12 jaar categorie in en Frankrijk paste de wet in februari 1990 aan: 13 naar 12 en een commissie met "gewone" mensen erin); -inhoudelijk werkoverleg (op allerlei niveaus) is inmiddels opgestart met Duitse collega's uit Wiesbaden (twee symposia en onderlinge uitwisseling van keurders). OPHEFFEN!!! (zonder u en over u?) Sinds 1977 isditdetweede keerdatereen serieuze poging wordtgedaan de Nederlandse Filmkeuring "achter het doek te plakken". Opvallend is steeds dat elke poging tot "opheffen" gelijk wordt vervolgd met het in leven roepen van een nieuw instituut dat verdraaid veel lijkt op de bestaande filmkeuring. Het lijkt erop of sommige voorstellen zijn inge geven door een stuk "frustratie" en wellicht alleen omdat men zelf vroeger "zoveel geleden heeft onder de oude keuring van voor 1977". Niemand vraagt zich blijkbaar af of het wel zo verstandig is jeugd bescherming over te laten aan het bedrijfsleven. Heeft het bedrijfsleven wel hetzelfde belang bij het "informeren van de consument"? Is het wel handig om "het kind met het badwater weg te gooien" zonder een werkbaar alternatief te bieden. De Nederlandse Filmkeuring heeft: - veel know-how opgebouwd de afgelopen jaren; - nationale en internationale waardering ondervonden voor het be staande systeem; - geconstateerd dat "Jeugdbescherming" een kernonderwerp is op Eu ropees niveau; - de videokeuring als onvoldoende bescherming ervaren (afgezien van het onjuiste principe dat het bedrijfsleven zijn eigen normen mag hanteren); - preventie hoog in het vaandel staan; - als hoofddoelstelling voorlichting te geven aan de consument. Is het nodig om jongeren te beschermen? Onderzoeksresultaten moeten altijd worden gewogen, waarbij de per soonlijke interesse vaak een rol speelt. Daarom stelde de Nederlandse Filmkeuring in het jaarverslag 1989 dat "niet zonder meer voorbijgegaan kan worden aan het feit dat een causaal verband tussen (televisie)- geweld en agressief gedrag wel degelijk als een rode draad door de wetenschapsresultaten loopt". Dit beeld wordt bevestigd door uitkomsten van studies naar kijkgedrag in de jaren '80 in Canada, VS en Duitsland: "een overdreven aanhanke lijkheid aan het tv-scherm vergroot de agressiviteit en vermindert de creativiteit" (citaat Tannis Williams, psycholoog). Evenmin positief is de uitkomst van de Duitse hoogleraar Hertha Sturm in haar onderzoek naar medische gevaren van tv-kijken. Een redelijke conclusie is dat preventieve strategieën een keiharde noodzaak zijn en vorming op het gebied van het audiovisuele gedrag een niet te negeren feit. Je kunt het gezin niet (meer) aan z'n lot over laten, hoewel in vele situaties de opvoeders allang niet meer de dienst uitmaken. Alles vrijlaten betekent over-liberalisering en staat haaks op de rechten van het kind. Het kind op weg naar de 21 e eeuw heeft het recht om kind te zijn met begeleiding, waarbij jeugdbescherming de leidraad is. Cor C.N. Crans 41

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 41