BEYERSWEG 16 - 1093 KR AMSTERDAM TELEFOON (020) 9309 50 - TELEFAX 66500 43 mogelijk maakt van speelfilms, waarvoor niet onmiddellijk de bezoekersaantallen maatgevend zijn. Al zitten ook hier rendementsvragen achter. Subsidiëren we wel terecht. Komen er nog wel voldoende bezoekers? Waar ligt dat aan? Voor het artistieke klimaat van even groot belang is daarnaast de continuïteitsgarantie voor een groep van Filmtheaters die zich inmiddels ontwikkeld heeft tot productief centrum voor de Film- kultuur. Het zijn er slechts een handvol, maar ze zijn met Festivals, Filmmuseum en een aantal andere instellingen uitgegroeid tot hoekstenen van de Nederlandse Filmkultuur. Filmtheaters als 't Hoogt in Utrecht, Rialto en Desmet in Amsterdam, het eerder genoemde Lantaren/Venster, het Haags Filmhuis en een aantal andere vertoners komt een speciale plaats toe. Zij zijn meer dan premiare-theater, ontwikkelen een scala aan activiteiten en de overige Filmtheaters en Filmhuizen nemen de initiatieven vaak dankbaar over. Het is in deze context dramatisch dat de Melkweg Cinema in Amsterdam, die onlangs haar filmbeleid saneerde, de rol van het Russische Film Initiatief (Sovjetskoje Kino) niet hoger wist te waarderen. Opmerkelijk is ook de rol van een aantal Provinciale Vertoners Organisaties, zoals de Vereniging van Brabantse Filmtheaters, het in Leeuwarden vanuit de vertoners gegroeide Noordelijk Film Festival, het recentelijk opgegroeide Festival Zeeland en de initia tieven van de Gelderse Filmhuizen (Britse Cinema). Een aantal provincies beginnen te ontdekken dat er ook met de Filmkultuur goede zaken gedaan kunnen worden. Voor deze initiatieven geldt ondanks het moderne sponsoring-beleid wat er al vaak wordt toegepast, dat de overheid een belangrijke partner is gebleven. VOLGENDE OVEREENKOMST Terug naar de overeenkomst. De vraag is natuurlijk of alweer zo'n stuk vaderlandse regelgeving noodzakelijk was. Kijk, er zijn natuurlijk een paar grote steden, waar die NBB - ANF overeen komst minder reikwijdte heeft. Daar draait Cinecitta (Tilburg) of The Movies (Groningen, Utrecht, Amsterdam), Springhaver (Utrecht) en Studio (Den Haag) vlot weg met het kwaliteitsaanbod uit de NBB - distributie. Maar het zou natuurlijk flagrante onzin zijn om te stellen dat dit toereikend is. Filmhuis Tilburg put uit een breed aanbod, evenals Liga '68 in Groningen en Desmet in Amsterdam en waar blijft de vermaarde Haagse Cinematheek (Haags Filmhuis) nog zonder de kleurrijke programmering van (ook) N.B.B. Films. Een representatief aanbod van kwaliteitsfilms, taken ook op het gebied van filmhistorie, retrospectieven, thema-programma's en kleine festivals kunnen niet gerealiseerd worden zonder een vrij aanbod van speelfilms uit alle catalogi. En zoals al eerder gesugge reerd, dat geldt wederzijds. Ook de gesubsidieerde distributeurs zouden hun zaakjes met de N.B.B, eigenlijk af moeten ronden. De Spiegelbeeldconstructie, regelgeving voor het handelsverkeer met de gesubsidieerde distributie, ligt feitelijk allang in concept gereed. Het enige wat velen weerhoudt van al deze overeenkomsten en dat geldt ook voor de recente A.N.F. N.B.B, ondertekening, is een gezonde afkeer van teveel regelgeving. Ons land scoort er laag mee op de ladder van de O.E.S.O. En daar is veel voor te zeggen. Nederlanders verschuilen zich achter rekken vol paperassen en contracten en dat maakt het creatief opereren vaak erg ongemak kelijk. Zolang we elkaar dicht op de lip zitten is er niks op tegen een paar afspraken te maken, maar zo onder de kerstboom, bij een verzoenend woord: wordt het niet eens tijd voor een paar andere afspraken? Het is toch zo dat distributeurs professioneel genoeg met hun vak omgaan om zelf uit te maken welk theater het beste past bij welke film. Hetzij een Bioscoop, hetzij een Filmtheater. En voor de vertoners geldt toch ook dat er altijd ruimte is voor een verdere profilering op een deel van de markt. Inzet van de volgende besprekingen tussen N.B.B, en A.N.F, mag dan ook blijven dat er een verdere uitbreiding komt van het handelsverkeer. Maar laten we nu eens een slagvaardig initiatief ontwikkelen en de regels even aan onze laars lappen. Want zijn we er in geslaagd met dit pluriforme aanbod van kwaliteitsfilms de vaderlandse filmkultuur een opsteker te geven? Daarvoor kan er meer gedaan worden. (Wordt vervolgd) Drs. Gerard L. Bunnik, Beleidsmedewerker/ Consulent A.N.F. 66

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1990 | | pagina 64