ZWARTE DONDERDAG: de democratie heeft verloren... Op donderdag 4 juli j.l. herriep de Bondsraad haar beslissing, met grote meerderheid genomen op 30 januari j.l., de speelweek weer op donderdag te laten beginnen met ingang van 5 september. Bijna iedereen was het er in januari over eens dat de belangrijkste redenen voor dit besluit waren, dat 'de vrijdag' het bezoek in de drie grootste steden met vier procent had doen teruglopen en dat vooral 'de kleinere film' het slachtoffer was geworden van prolon gatiebeslissingen, die zijn gestoeld op de omzet van slechts drie dagen. Ondanks deze nuchtere feiten bleven United International Pictures en Warner Bros. de laatste maanden volharden in hun visie, dat de vrijdag dé ideale openingsdag is. Hun standpunt werd plots ge deeld door Gilbert Audrain van The Cannon Group Nederland, die op dat moment al demissionair was. Zowel U.I.P. als Warner Bros. lieten onomwonden weten dat zij insisteerden op de vrijdag. Met het gevolg dat de speelweek in de drie grootste steden op vrijdag zou aanvangen en in de rest van het land op donderdag. Tweespalt in premièredata, een onmogelijke zaak! BESCHAMENDE VERTONING Tijdens de laatste Bondsraad gooiden de drie overige grote con cerns eveneens het roer om op grond van "technische en organi satorische" motieven. Voor de vorm werd nog even gestemd en de vóór-vrijdag-stemmers bleken in de meerderheid. En dus blijft voorlopig de vrijdag het begin van de speelweek. De Bondsraad was een frustrerende en daardoor beschamende vertoning. Vóór de vergadering waren de kaarten al geschud voor al omdat Cannon zich uitsprak dat zij géén twee begindagen van de speelweek wenste. Maar dat was niet het punt, neen, het ging om óf de donderdag óf de vrijdag als begin van de speelweek. Als Cannon zich had gehouden aan haar eerder gedane uitspraak zich bij de meerderheid van de exploitanten aan te sluiten, dan was de speelweek op donderdag begonnen. Natuurlijk hadden de twee majors kunnen persisteren bij de vrij dag en hun dreigement uit de Bond te stappen kunnen uitvoeren, maar het is maar de vraag of zij dat onverzoenlijke standpunt lang hadden kunnen volhouden en ook al hebben Den Haag en ook Brussel zich in deze zaak afzijdig gehouden, de wetenschap dat zij de Amerikaanse verrichtingen met argusogen volgen moet de ma jors enige zorg baren. Wat het meest steekt is, dat blijkt dat twee leden van de N.B.B, misbruik hebben gemaakt van de macht (via commerciële titels). Redelijk overleg, een open oog voor nuchtere feiten, een bestuur lijk en organisatorisch verantwoordelijksheidgevoel zouden hier op zijn plaats zijn geweest. Die demonstratie van machtsmisbruik lieten de meeste vertegen woordigers in de Bondsraad over zich heen gaan. TOETSING ART. 85 86 Konklusie: Er bestaan nu een Bondsraad én een Bondsbestuur, die uitzien naar het moment dat een toetsing kan plaatsvinden van ar tikel 85 en 86 van de Regels betreffende de Mededinging, waarin duidelijk staat dat "misbruik maken van een machtspositie op de gemeenschappelijke markt of op een wezenlijk deel daarvan ver boden is." Dit misbruik kan bestaan in o.a. -"het toepassen ten opzichte van handelspartners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmee nadeel berokkenend bij de mededinging"; -"het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen." Nederland neemt binnen het Europese medialandschap een zeer prominente plaats in. Zou het nu ook voorop lopen met akties te gen de Amerikaanse majors? De V.S. zijn in de regel wars van ge vechten met nationale overheden en/of de E.G. Jammer dat de arrogantie van enkelen ergernis voor velen tot ge volg heeft, maar zo is het in de geschiedenis altijd gegaan. Maar dat mag een toetsing niet in de weg staan. DE ZEGGENSCHAP VAN MARKTAANDELEN Tevens zou men kunnen konkluderen dat in de toekomst markt aandelen de dienst kunnen gaan uitmaken zonder steekhoudende argumenten voor ingrijpende veranderingen aan te voeren! Kijkt men naar de marktaandelen van U.I.P. en Warner in de laat ste vijf jaar dan schommelt dit boven de 50% met uitzondering van 1989. (Zie overzicht) Cannon Cinemas heeft de laatste jaren een marktaandeel van rond 30% - 35%. Over de eerste twintig weken van 1991 - als men uitsluitend de TOP-25 (zie pagina 4) in ogenschouw neemt - hebben beide be drijven een aandeel van 32,2%, de onafhankelijke verhuurders hebben een aandeel van 25,24%, vnl. veroorzaakt door het succes van DANCES WITH WOLVES. Stel dat twee andere films van onafhankelijke verhuurders, t.w. TERMINATOR 2 en ROBIN HOOD: PRINCE OF THIEVES eveneens een succes zijn dan kan het marktaandeel in de recette van deze drie films wel eens boven de vijftig procent komen. Zou dat een reden zijn om direkt van deze machtspositie gebruik te maken en zonder opgave van redelijke argumenten drammerig bepaalde standpunten door te drukken? Van buitenlandse zijde wordt vaak met jaloezie naar de N.B.B, ge keken, als organisatie die alle geledingen van de bedrijfskolom on der haar vleugels heeft. Op papier een democratie in optima for ma, in de praktijk soms een desillusie. In de Bondsraad werd gesteld dat deze uitoefening van de macht geen aantoonbare ekonomische nadelen heeft zodat men in Brussel zijn beklag had kunnen doen. Dat een op een democra tisch functioneren gebaseerde organisatie wordt geringeloord, vergeet men kennelijk om economische motieven. Noblesse oblige is een uitspraak, welke blijkbaar in de vergetel heid is geraakt. WJAvR Aandeel in van U.I.P. 1986 1987 1988 1989 1990 en Warner in filmhuren: 52,2% 56,1% 47,9% 75,4% 51,9%

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1991 | | pagina 5