The best way to
PERFECTION
filmtronics
c
c
s
DOLBY ft
O
L
B
Y
ft
J
B
L
ft
T
A
S
A
M
ft
C
I
N
E
M
E
C
A
N
I
C
JBL ft TASCAM ft KINOTON ft OSRAM ft SCHNEIDER ft JBL ft CINEMECCANICA
B
A
C
U
K
I
N
O
T
O
N
P
E
R
M
A
S
E
L
ft
D
O
L
B
ABACUS ft OSRAM ft KINOTON ft SCHNEIDER ft ELECTRO VOICE 6 PERMASEL ft DOLBY
Phone: 02526 - 75877 and 06 - 52822427 Fax: 02526 - 89810
van privaatrechtelijke aard. De beoordeling, welke aard van win-
dowregeling de voorkeur verdient, hangt in belangrijke mate af
van de feitelijke situatie in een land, met name van de marktpositie
van de producenten en de onafhankelijke distributeurs en hun re
laties met video en televisie. Overigens hebben de vertegenwoor
digers van producenten, distributeurs, exploitanten, alsmede van
de publieke en de commerciële televisie zich al in 1988 uitgespro
ken voor een Europese windowregeling)4. Het ligt dan ook niet
voor de hand, de wenselijkheid van formele regelingen te betwij
felen. Men kan bezwaar hebben tegen gehanteerde sliding scales
(blz. 15, linker kolom). Als deze verouderd zijn, kan dit echter niet
aan de Bond worden geweten, aangezien sliding scales geen on
derdeel van de Bondsreglementering vormen.
De uitspraak, dat werkzame concurrentie zeker niet mogelijk is zo
lang de exploitanten in de organisatie de grootste partij vormen
(blz. 15, rechter kolom), mist elke grond. De statuten van de
N.B.B, garanderen immers volledige pariteit van verhuurders en
exploitanten. Voor het nemen van de leden bindende besluiten is
namelijk de meerderheid vereist van elk der betrokken Afdelingen,
en bij de Federatie zal dat op overeenkomstige wijze het geval zijn.
Sanering betekent inderdaad gezondmaking (blz. 15, rechter ko
lom). Niet alle sluitingen komen evenwel uit saneringen voort,
resp. zijn als zodanig aan te merken. Indien er bijvoorbeeld in een
stad of regio min of meer gelijktijdig meerdere complexen worden
gevestigd, en deze zelfs bij de meest stoutmoedige bezoeksver-
wachting een aanmerkelijke overcapaciteit met zich zouden bren
gen, is het niet zinvol, van sanering te spreken als één van de
nieuwe vestigingen na betrekkelijk korte tijd blijkt te moeten slui
ten. Ook het uit de markt drukken van goed geleide en goed geë
quipeerde bedrijven is weliswaar een gevolg van concurrentie,
maar kan moeilijk als gezondmaking worden bestempeld.
DE BONDSREGLEMENTERING NADER BEZIEN
Mijn bezwaar tegen Maltha's opvattingen over doel en effect van
de Bondsreglementering houdt in dat hij te veel protectionistische
motieven veronderstelt en dat de gevolgen van de reglementering
sterk door hem worden overschat. Het doel van regelingen be
treffende het onderlinge handelsverkeer en de ruimte die daarvoor
bestaat, zijn duidelijk omschreven in de beleidsnota van oktober
1989: 'Een goede regeling met betrekking tot het onderlinge han
delsverkeer moet in grote trekken overeenkomen met datgene wat
tot stand zou komen in vrije onderhandelingen door niet kortzich
tige marktpartijen.')5 Deze uitspraak wijst er al op, dat de Bond
geen vergaande afwijkingen van vrije concurrentie op het oog
heeft, noch illusies koestert over de mogelijkheid, deze toch te be
werkstelligen. Daarnaast kan worden gezegd, dat men in de Bond
altijd heeft gestreefd naar het zo veel mogelijk tegengaan van
agressieve handelwijzen, een streven dat eveneens in de regle
mentering terug te vinden is. Hierbij gaat het dus niet om een
doelstelling van uitsluitend economische aard, maar ook om een
soort van gedragscode waarvoor men heeft gekozen. Mogelijk is,
dat de marktontwikkeling een dergelijke houding tot een luxe zal
maken die wij ons dus niet meer, althans in mindere mate, kunnen
veroorloven.
Met het aangeven van de ruimte waarbinnen een Bondsregle
mentering effectief kan zijn, ben ik gekomen bij de concrete pun
ten van kritiek op deze reglementering. Een 'hot item' is daarbij de
vestigingsregeling (blz. 15, rechter kolom). Het is mijn overtuiging
dat ook hier de effecten van hetgeen door de Bond is bijgestuurd
sterk worden overschat. Niet gemakkelijk te bewijzen is natuurlijk,
dat het vestigingsbeleid van leden en buitenstaanders zonder de
vestigingsreglementering niet fundamenteel anders zou zijn ge
weest. Het tegenovergestelde is evenwel nog veel moeilijker aan
nemelijk te maken. Hoewel in het artikel niet expliciet is gesteld
dat de komst van multiplexen nieuwe stijl in Nederland tot nu toe
is tegengehouden door de vestigingsregeling, kan met de uit
spraak dat deze regeling 'de heetste aardappel' van de 'hot items'
is (blz. 15, rechter kolom), toch nauwelijks iets anders zijn be
doeld. Niets wijst evenwel op de houdbaarheid van een dergelijk
standpunt. Mogelijk is dat de vestiging van met name een bepaald