VOOR EEN DUBBELTJE OP DE EERSTE RANG I De laatste jaren is er in de bioscoopbranche veel diskussie ge weest over o.a. de aanvangsdag van de speelweek, overheidsno- ta's ter stimulering van de Nederlandse film, laag BTW-tarief en vele andere zaken. Wellicht allemaal interessante onderwerpen welke er allen op ge richt zijn het rendement van de bedrijfstak te verhogen, doch m.i. is de belangrijkste vraag, waar iedereen in de branche mee bezig zou moeten zijn: Hoe krijgen wij in Nederland de bezoekfrequentie omhoog? Uiteraard is dit sterk afhankelijk van het filmaanbod, het ene jaar zijn er nu eenmaal meer grote films dan het andere jaar, maar is dit eigenlijk wel zo? Sinds 1985 is het bezoekcijfer zeer stabiel na een scherpe daling in de jaren daarvoor. MARKETING Welke marketing-instrumenten worden er eigenlijk gebruikt om "een bioscoopje" te promoten? Natuurlijk, de filmverhuurders hebben grote budgetten voor de promotie van nieuwe films, en die worden besteed voor buiten en TV-reklame, akties etc. Exploitanten investeren grote bedragen aan nieuwbouw en reno vatie van theaters. Optimalisering van comfort, service, bespreek- mogelijheden, beeld- en geluidskwaliteit, plus dan nog de lokale reklame. Maar toch, een algemene inspanning ontbreekt, terwijl dit zeker mogelijk zou moeten zijn in onze kleine bedrijfstak waar iedereen elkaar kent en, wat belangrijker is, iedereen dezelfde doelstelling heeft. Immers een hoger bioscoopbezoek is niet alleen interes sant voor de recettes maar ook voor de neveninkomsten als hore- ca-verkoop en doekreklame. Het zou het image van de bedrijfstak ten goede komen als een deel van de hogere recettes besteed zouden worden aan een verdere verbetering van het theaterpark. Deze verbetering zal ook weer extra bezoek generen. Hoewel het moeilijk aantoonbaar is, denk ik dat een theater met een perfekte ambiance 10 a 15 meer kaartjes verkoopt dan een gemiddeld theater bij hetzelfde filmaanbod. Ook voor het adverterende bedrijfsleven wordt de bioscoop dan een interessanter medium. Dit is belangrijk, zeker als wij in het oog houden dat er op wellicht op middellange termijn beperkingen zullen worden opgelegd o.h.g.v. tabak- en wellicht alkoholreklame. Ook potentiële sponsors van Nederlandse films zal één en ander niet ontgaan. De kernvragen zouden dus moeten zijn: 1. Waarom is de bezoekfrequentie in Nederland aanmerkelijk la gerdan in andere landen? 2. Wat kunnen we hieraan doen? De eerste vraag zal niet eenvoudig te beantwoorden zijn. Hier zal gedegen onderzoek nodig zijn, wellicht op Europees niveau. Veel cijfers zijn echter reeds beschikbaar zoals penetratiegraad van vi deorecorders, aantal speelfilms op TV etc. Momenteel wordt er ook onderzocht waarom dertigers de bioscoop relatief weinig be zoeken. Laten we de beantwoording van vraag 2 echter niet uitstellen tot dat dit afdoende is onderzocht, maar zo snel mogelijk. Iedereen zal zich moeten realiseren dat een verhoging van het bioscoopbezoek een absolute must is, en dat inspanningen om dit te bereiken vele malen relevanter (en interessanter!) zijn dan de eerder genoemde diskussiepunten. Uiteraard eist dit een goed doortimmerd marketingplan en een forse hoeveelheid financiële middelen, maar als de bedrijfstak in zijn geheel voldoende is ge motiveerd zijn dit op te lossen problemen. KOLLEKTIEVE CAMPAGNE Het meest voor de hand zou liggen het opzetten van een kollektie- ve reklamecampagne. Deze moet uiteraard gedragen worden door de gehele bedrijfstak, zowel exploitanten, verhuurders, reklame-exploitanten en produ centen. In deze campagne dient de nadruk gelegd te worden op de kwali teit van de theaters, de perfekte presentatie op een groot doek, kortom de optimale beleving van film in de bioscoop, en zal men sen die nu nooit naar de film gaan moeten bereiken. Verder zal de bioscoopbon gepromoot moeten worden. Als deze overal en altijd verkrijgbaar is moet het toch net zo'n begrip kun nen worden als de boeken- of de platenbon. Inschakeling van een kreatief reklameburo zal noodzakelijk zijn, er zal niet over één nacht ijs gegaan moeten worden. Enige jaren geleden zijn er reeds pogingen ondernomen om een dergelijke campagne op te zetten doch deze heeft niet het gewens te resultaat opgeleverd. Mijns inziens zijn hier 3 redenen voor aan te wijzen: - gebrek aan goede follow-up - geen sprekende, kreatieve invulling - gebrek aan motivatie van een deel van de bedrijfstak Voor een belangrijk deel zijn deze punten uiteraard te wijten aan een te krap budget. FINANCIERING EN ORGANISATIE Uiteraard vergt dit een fors budget. Om een dergelijke campagne goed te voeren dient er voor zeker 3 jaar een flink bedrag te wor den gereserveerd, hoewel wat is flink? Als we bij een recette-omzet van zo'n 170 miljoen op jaarbasis, 1% hiervoor uittrekken is er een budget van ca. 1V2 miljoen ex clusief B.T.W. beschikbaar. Voor een dubbeltje per bezoeker zijn er veel mogelijkheden! Eén en ander vergt een goede organisatie en, nog belangrijker, motivatie van de gehele bedrijfstak. RESULTAAT Een kollektieve campagne voor "het bioscoopje" moet kunnen luk ken. Denk eens aan andere suksesvolle campagnes als "Kaas uit het vuistje" en "Bloemen houden van mensen". Ook deze, veel grotere, bedrijfstakken hebben ingezien dat een al gemene campagne noodzakelijk was en hebben hierin fors geïn vesteerd. Het resultaat was ernaar! Een kollektieve reklamecampagne, ondersteund door een goed PR-beleid om te voorkomen dat pers en TV tot in lengte van jaren op onze bedrijfstak blijven afgeven en alleen negatieve zaken pu bliceren, al of niet gebaseerd op feiten. Weg met dat stoffige ima go! Als het produkt maar goed is. Het produkt is niet alleen de film, het is "een avondje bioscoop". (Vervolg op pagina 42) 31

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1991 | | pagina 30