BONDSRAAD VAN 10 DECEMBER 1991
Een van de belangrijkste uitspraken tijdens de Bondsraad van 10
december 1991 kwam voor de zijde van de bioscoopexploitanten.
Zij scharen zich - naast de onafhankelijke verhuurders - achter het
voorstel een financiële injectie te geven aan de Nederlandse film-
produktie. Zoals reeds op pagina 8 geschetst in BTW VERLAGING
IN ZICHT? wil de Minister van WVC, gedurende vier jaar, te begin
nen in 1993, jaarlijks een bijdrage van één miljoen gulden van het
filmbedrijf. Dit bedrag moet gelijkelijk door exploitanten en ver-
huuders worden gedragen.
De vergadering gaf haar goedkeuring aan het financiële beheer
over 1990. In dit verband kan de kanttekening worden geplaatst,
dat het juist een deel van de producenten niet aan hun contributie
verplichtingen voldoen. Nu twee geledingen van de N.B.B, bereid
zijn juist de derde geleding, nl. Nederlandse filmproducenten, fi
nancieel tegemoet te komen, zou men moge verwachten, dat zij
hun eigen verplichtingen jegens de N.B.B, nakomen.
Tijdens de vergadering werden de volgende leden-adviseurs, zoals
bedoeld in artikel 6 van het reglement op de Raad van Arbitrage,
benoemd. Namens de verhuurders: J.Arkenbout, J.B.Heijl,
mevr.C.Menegazzi, Drs.M.J.van der Molen, mevr.M.Pagrach,
M.van Praag en O.Wobma. Namens de exploitanten: A.Th.Abeln,
J.van Dommelen, G.Kuipers, R.v.d.Meulen, Drs.J.Ph.WoIff en
mevr.Drs.M.L.Wolff. Voor de speelfilmproducenten: G.Visser,
H.Bos en F.Rasker en namens de V.A.P. H.Schepman, Y.Brusse
en G.van Woerkom.
Mr.W.L.van der Kolf is benoemd tot lid van de Raad van Arbitrage.
Voorts werd het voorstel aangenomen dat in de Federatieraad de
volgende stemmentoedeling van toepassing zal zijn. De verenigin
gen van filmverhuuders en bioscoopexploitanten beide zeven
stemmen, de vereniging van speelfilmproducenten drie stemmen,
iedere delegatie van geassocieerden één stem en ieder bijzonder
bestuurslid één stem.
1990
1989
1988
1. Japan (1
2. Duitsland (4)
3. Frankrijk (3)
4. Canada (2)
5. Engeland/Ierland n(5)
6. Italië (7)
7. Spanje (6)
8. Australië (8)
9. Brazilië (10)
10. Zweden (9)
11. Zuid Korea (-)
12. Zwitserland (12)
13. Taiwan (13)
14. België (15)
15. Nederland (11)
Restv.d. wereld
Totaal
Verenigde Staten
Totaal mondiaal
omzet
omzet
omzet
milj.$
milj.$
milj.$
236.7
14.3
201.6
15.0
141.9
13.9
175.2
10.6
117.5
8.7
100.8
9.9
164.2
10.0
127.6
9.5
98.8
9.7
148.3
9.0
152.5
11.3
125.2
12.3
144.4
8.8
115.3
8.6
90.3
8.9
117.0
7.1
84.7
6.3
73.4
7.2
110.4
6.7
94.5
7.0
67.5
6.6
70.4
4.3
73.9
5.5
45.3
4.4
48.4
2.9
34.0
2.5
18.7
1.8
39.8
2.4
39.4
2.9
27.4
2.7
34.9
2.1
-
-
-
-
27.5
1.7
21.6
1.6
18.3
1.8
26.9
1.6
21.3
1.6
-
-
26.4
1.6
19.5
1.5
16.8
1.6
24.8
1.5
23.5
1.7
15.9
1.6
254.2
15.4
198.9
15.0
153.0
15.0
1.649.5
100.0
1.346.9
100.0
1.020.3
100.0
1.649.5
1.780.1
1.413.6
3.299.0
3.127.0
2.433.9
Positie in 1989.
In 1990 bedroeg het exportaandeel in de totale opbrengst 55.4% tegenover 43.1% in 1989 en 41.9% in 1988. Nederland daalde van de
11e naar de 15e plaats. Zuid Korea nam de plaats in van Mexico.
Bovenstaand overzicht, ontleend aan Variety, laat zien dat het aandeel van de Amerikaanse majorcompanies nog steeds toeneemt. Telt
men daar nog bij de omzet van Amerikaanse films, welke door onafhankelijke producenten rechtstreeks aan de wereldmarkten worden
verkocht dan zou de totale opbrengst nog hoger zijn. Omzetcijfers van deze laatste kategorie zijn niet bekend.
De negen bovengenoemde Europese landen genereerden afgelopen jaar ca. 830 miljoen; een stijging van 29% ten op zichte van 1989
($643.6). En het komt, aldus Variety, steeds meer voor dat de opbrengsten in Europa uitstijgen boven die in de V.S., zoals
onderstaand overzicht laat zien.
15