BTW-VERLAGING IN ZICHT? Ned. Vereniging van Bioscoopexploitanten (het Nederlandse lid van Media Salles) zal ik dan ook niet voorstellen, laat staan aanbe velen. Het verloop van deze eerste bijeenkomst van de General Assembly zou nauwelijks anders dan pessimistische verwachtingen recht vaardigen, ware het niet dat er ook hoopgevende aspecten zijn. Zo werd er door de begeleider van Media Salles en ambtelijk lid van het uitvoerend comité, de Spanjaard Gomez (medewerker van mevr. Lhoest), op gewezen dat andere programma's van 'Media 95' ook weinig succesvol zijn gestart, maar nu naar tevredenheid lopen, waarbij hij als voorbeeld het European Film Distribution Office (EFDO) noemde.2) Een moeilijkheid is, dat Media Salles het door zijn late start zonder een voorbereidende fase heeft moeten stellen. Of Media Salles uiteindelijk iets reëels voor de bioscopen en de Europese film zal betekenen, hangt er grotendeels van af, of de leden van het uitvorend comité bij hun eerstvolgende vergade ringen in meerderheid tot realistische standpunten zullen komen. Hierbij verwacht ik met name van de vertegenwoordigers van Groot-Brittannië en van de C.I.C.A.E. veel steun. Gemakkelijk zal het echter niet zijn. Men zou immers kunnen zeggen dat de Italianen zich meesters in de tactiek hebben getoond door de tijd zo lang te rekken totdat de General Assembly voor een voldongen feit kon worden gesteld. Aan de andere kant is echter te bedenken dat zij niets hebben aan tactische overwinningen als deze uiteinde lijk ook voor de Italiaanse bioscoopexploitanten geen tastbaar voordeel opleveren. De nadruk zal nu eerst moeten worden gelegd op de twee andere geaccordeerde punten, onderzoek en voorlich ting, die ook wat betreft de eerdergenoemde 50%-regeling veel gemakkelijker te realiseren zijn. In de tussentijd zal er dan gedacht moeten worden over zinvolle plannen ter bereiking van het voor naamste doel, de stimulering van het vertonen van Europese films in bioscopen, waarbij ik er van overtuigd ben dat deze plannen op de situatie per land te dienen te worden afgestemd. Ondanks alles lijk het vooralsnog zeker de moeite waard, zich te blijven inzetten voor deze eerste hulp van de E.G. aan bioscopen, die tevens een eerste erkenning inhoudt van de grote betekenis die de bioscopen voor de film hebben. Cinema Expo International 1992 Een nuttig effect van deze eerste bijeenkomst van de General Assembly van Media Salles was dat deze tevens gelegenheid bood voor het geven van informatie over het eerste in Europa te houden internationale forum voo,r het bioscoopbedrijf. Zoals uit eerder verzonden informatie bekend is, gaat het om een Europees equi valent van SchowEast/ShoWest in de V.S. Van 29 juni tot en met 2 juli zal er volgend jaar in Brussel een combinatie zijn van trade- shows, exposities, conferenties en festiviteiten op bioscoopge bied. Deze gebeurtenis, waarvoor men exploitanten uit alle Europese landen verwacht, zal zich afspelen in Kinepolis en in het Internationale Congrescentrum te Brussel. Tijdens een onderbre king van de vergadering zijn hierover door de heren Joost Bert en Jimmy Sunshine (de hiervoor aangetrokken coördinator van ShowEast) interessante mededelingen gedaan. Steun voor Cinema Expo International is al toegezegd door major companies en door grote sponsors als Coca Cola. Een belangrijk onderdeel zal be staan uit seminars over actuele aspecten van de bioscoopexploita tie. Op dit gebied zal er een hechte samenwerking zijn met de U.N.I.C., hetgeen ook tot uiting komt in het feit dat een aantal functionarissen daarvan (waaronder schrijver dezes) desgevraagd graag zijn toegetreden tot het advies-comité. Hier bestaat een uit stekende gelegenheid om inhoud te geven aan het derde onder deel van Media Salles, namelijk informatie en training van bio- scooopexploitanten en -managers. Over de voortgang van de plannen voor Cinema Expo International 1992 zal onder meer in dit blad verslag worden gedaan. drs. J.Ph. Wolft In haar Adviesaanvraag Kunstbeleid 1993-1996 (dat elders met betrekking tot Film in deze editie staat afgedrukt) schrijft de Minister van W.V.C. H.d'Ancona, dat zij zal ijveren voor een BTW- verlaging ten gunste van het filmbedrijf. Zoals bekend valt het BTW-tarief, geheven over bioscoopkaartjes, in de hoogste BTW- tranche en is een van de hoogste binnen Europa (zie overzicht). De E.G. heeft nadrukkelijk gesteld dat een aantal zaken en dien sten in de laagste BTW-tranche kunnen worden opgenomen, w.o. de podiumkunsten w.o. film. De Minister is bereid een voorstel de podiumkunsten in de laagste tranche onder te brengen kenbaar te maken bij haar collega van Financiën. Het is gebruikelijk dat een dergelijk voorstel wordt ondersteund door een advies van een neutrale instantie, in deze het accoun tantskantoor Moret Limperg, waarbij het verzoek niet zo zeer op sociaal-economische aspecten gebaseerd moet zijn als wel kultu- rele argumenten moet aandragen. Dit advies moet voor de zomer van 1992 worden uitgebracht. Minister d'Ancona heeft ook gesteld dat het filmbedrijf in de perio de 1993-1996 jaarlijks een aanzienlijk bedrag van 1.000.000 aan de Nederlandse filmproduktie moet voteren. Rest nu de vraag: Kan en wil het filmbedrijf deze jaarlijkse bijdrage opbrengen? De onafhankelijke verhuurders hebben in een bijeenkomst van 5 december jl. al toegezegd jaarlijks de helft van dit bedrag te willen suppleren. De Amerikaanse majors daarentegen hebben zich daar over (nog) niet positief uitgelaten. Een bijdrage van hun kant zou een precedent kunnen scheppen in andere landen, die een gelijk soortig doel nastreven, zoals Engeland, Griekenland en Denemarken. Voorts zou de bijdrage ten kosten gaan - aldus het argument - van dat gedeelte van de filmhuren, waarop de produ centen recht hebben. Hoewel misschien konsekwent, getuigt het niet bepaald van een visie op lange termijn. Ook Amerikaanse producenten zijn gebaat bij een lager BTW-percentage. En stel dat de major companies Nederland als testcase gebruiken en de BTW wordt hier daadwer kelijk verlaagd dan werkt dit positief door naar de andere boven genoemde landen. Indien de bijdrage van het filmbedrijf een door de Overheid vast gestelde vorm zou krijgen zouden de Amerikanen gedwongen zijn - voor hun eigen bestwil overigens - hun aandeel bij te dragen. OVERZICHT VAN DE BTW-TARIEVEN IN BINNEN DE E.G. - - - - - - - - - Noten 1) "E.G.-geld voor bioscopen? (II). De werkconferentie te Brussel" (Film, okt. 1990); "Hulp voor de filmproductie in Europa door steun aan bioscopen, of hulp voor de bioscopen door steun voor de Europese film?" (Film, dec. 1990); "Media Salles, sluitsteen van het E.G.-programma Media 95" (Film, maart 1991); "Te weinig of te veel E.G.-geld voor bioscopen? De conferentie te Cork over het vertonen van Europese films" (Film, okt. 1991). 2) Zie bijv. "EFDO in New York" in Filmecho/Filmwoche, 25-10-91, blz. 8-9. tarieven laag hoog excessief bioscoop video DENEMARKEN 22 22 22 NEDERLAND 6 18,5 18,5 18,5 GRIEKENLAND 6 18 36 18 18 ENGELAND 15 15 15 IERLAND 2,4 en 10 23 10 23 LUXEMBURG 3 en 6 12 12 12 ITALIË 2 en 9 18 38 9 9 FRANKRIJK 2,1 en 4 5,5 en 7 18,6 33,3 7 33,3 DUITSLAND 7 14 7 14 BELGIË 1 en 6 19 25 en 33 6 19 SPANJE 6 12 33 6 12 PORTUGAL 8 16 30 16

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1991 | | pagina 8