Publiciteit, de manier waarop een film aan het publiek gepresen teerd wordt, is een zaak geworden om bij de programmering ter dege rekening mee te houden. Welke media worden bereikt, in welke bladen en op welke manier. De meeste verhuurkantoren hebben hun eigen publiciteitsafdeling. Van sommige kantoren weet je uit ervaring dat alles perfekt geregeld is, bij anderen laat het soms wel eens te wensen over. Daarop heb je geen invloed, maar een film kan wèl door verkeerd gerichte of onvoldoende pu bliciteit de mist in gaan. Er zou mijn inziens veel doeltreffender en fantasievoller gewerkt kunnen worden. Het is niet voldoende om met de regelmaat van de klok een aktie te voeren in de Libelle of de Veronica-gids. Op zich een prima idee, maar als het te vaak gebeurt, is het effekt weg. Tegenwoordig krijgen we van de verhuurkantoren grote hoe veelheden trailers toegestuurd. De klacht dat trailers zouden moe ten wijken voor reklame-films is ongegrond, in ieder geval wat onze theaters betreft. Alleen: wij bepalen het juiste moment en het juiste theater om een trailer te tonen. Het is onnodig een trailer maanden voor de release-datum in te zetten. Het is bovendien weinig zinvol om bijvoorbeeld Tous les matins du monde' als trailer in te zetten bij 'Flodder in Amerika'." Je houdt met hart en ziel van film, met name de Europese kwali- teitsfilm; je bent aktief in de CICAE; Is het dan niet vaak frustre rend om juist in het commerciële circuit te werken? "Natuurlijk moet ik commercieel zijn, maar dat hoeft niet per se strijdig te zijn met mijn persoonlijke voorkeur. In een aantal van onze theaters, zoals City/Movies Utrecht, kunnen we die films pro grammeren, die als artistiek aangemerkt worden. Een prachtige film als bijvoorbeeld Toto Ie Heros' is daar volkomen op z'n plaats. Ik moet er wel bij zeggen dat het feit dat Utrecht een studenten stad is, het eenvoudiger maakt dergelijke films suksesvol in de bioscoop te draaien. In kleinere plaatsen ligt dat moeilijker. Films die hier in de bioscoop vertoond worden, worden daar in de film huizen gedraaid. En dat is ook een prima zaak. Bioscopen, film theaters en filmhuizen moeten niet tegen elkaar opboksen. Uitgangspunt moet zijn een film een kans te geven en dat betekent dat hij in het meest geschikte theater - dat kan nu eens een bio scoop, dan weer een filmhuis zijn - geprogrammeerd wordt. Gesubsidieerde filmhuizen kunnen bovendien baanbrekend werk verrichten voor films van getalenteerde, maar nog onbekende re gisseurs. Een zaak van het grootste belang, vind ik. Dat is gebeurd met filmmakers als Wim Wenders en Claude Lelouche. Eenmaal tot ontwikkeling gekomen, kunnen en moeten zij dan in de bio scoop onder de aandacht van een groter publiek gebracht worden. Vanuit dezelfde gedachte ben ik ook van mening, dat gesubsi dieerde distributeurs geen films moeten kopen die suksesvol in de bioscoop kunnen draaien en waar niet-gesubsidieerde distribu teurs belangstelling voor tonen. De prijs wordt hierdoor onnodig opgedreven. In de beginjaren '80 heb ik hierover een felle discus sie gevoerd met Huub Bals. Ik kan me niet aan de indruk onttrek ken dat momenteel dezelfde problematiek aan de orde is naar aan leiding van Gouden Palmwinnaar 'Best Intentions'. Wèl een ar- thouse-film, maar een film die het naar mijn mening verdient in de bioscoop onder de aandacht van een breder publiek te komen." Je hebt in de afgelopen 40 jaar de bloeitijd van het bioscoopbedrijf meegemaakt met lange rijen voor de kassa's, maar bent ook ge tuige van de geleidelijke daling van het bioscoopbezoek. Je hebt veel mensen in het bedrijf zien komen en gaan. Het vak is in de loop der jaren harder geworden, zoals je zelf zegt. Heb je nooit eens de behoefte gevoeld van werkkring te veranderen, je op iets anders dan film te richten? "Toegegeven, ik erger me tegenwoordig vaker, maar ik ben niet moe gestreden. Uit het filmbedrijf stappen...? Nee, dat heb ik nooit overwogen. Na al die jaren ben ik nog steeds een groot film en bioscoopliefhebber. Film op het grote doek is iets totaal anders dan video en televisie, hoe geavanceerd ook. Je mist daarbij een uiterst belangrijke dimensie, namelijk het publiek. Het gezamenlijk beleven van film, dat is essentieel." A.D.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1992 | | pagina 28