MEEVALLERS M MEEVALLER Spuit Elf Ook ik heb me eens vergist in een draaiboek. Daarom kan ik me heel goed voorstellen, dat een acteur ot actrice een contract voor een film aangaat, die later een mislukking blijkt te zijn. Tegenwoordig worden de meeste, door de onafhankelijke filmver huurkantoren uitgebrachte films, 'blind' gekocht. Dit gebeurt al leen op scenario, draaiboek en mogelijk op naam van de aan te trekken of gecontracteerde regisseur, alsmede de eventueel al vastgelegde acteurs en/of actrices. In mijn tijd werd er maar bij hoge uitzondering 'blind' gekocht. Praktisch alle contracten voor films werden pas na zicht afgesloten. Met draaiboeken hadden we dan ook in die tijd weinig te doen. We kregen wel ter vertaling van de Nederlandse ondertitels soms een draaiboek toegestuurd. Hierin stonden ook de dialogen vermeld, wanneer er geen aparte dialooglijst beschikbaar was. Mijn toenmalige directeur had zitting in het Produktiefonds voor de Nederlandse Film en kreeg uit hoofde van die functie alle sce nario's en draaiboeken van ter financiering aangeboden filmpro jecten ter beoordeling toegezonden. Wanneer hij op reis was ge weest of door andere oorzaken weinig tijd had, vroeg hij mij wel eens bepaalde scenario's of draaiboeken door te lezen en daarna mijn mening te geven. Ik neem aan dat hij bij een negatief advies niet meer de moeite nam zon draaiboek zelf ook nog eens inten sief te lezen, om daarmee een paar uur tijd te besparen. Hoewel ik zelf niet veel vrije tijd had, vond ik het wel interessant kennis te nemen van plannen voor Nederlandse films. In mijn ach terhoofd hield ik de 'commerciële' gedachte dat wanneer de ver huurder bij een project nog niet vaststond, er wellicht een kans was om alsnog voor verhuur in aanmerking te komen. Ik moet eerlijk toegeven dat dit geen enkele maal gelukt is, omdat de toen malige filmproducenten vrijwel altijd al een verhuurder voor hun project hadden vastgelegd. Maar je bleef hopen dat het misschien een keer zou lukken. Op een dag kreeg ik twee draaiboeken mee. Het eerste behelsde een volkomen onbruikbaar verhaal, dat ook nooit werd verfilmd. Het tweede draaiboek was voor de film 'Spuit Elf'. De naam van de producent weet ik niet meer, maar ik weet wel dat Paul Cammermans de regie zou doen. Cammermans was rond 1965 in Nederland bekend en populair door zijn werk als acteur en toneel- en televisieregisseur. Op het eerste gezicht was dit draaiboek dus geen slechte keus. De hoofdrollen zouden vertolkt worden door een aantal in die tijd bekende Nederlandse acteurs en actrices. Na het lezen van het onbruikbare draaiboek begon ik vol goede moed aan 'Spuit Elf'. Achteraf gezien had ik dit beter eerst kunnen lezen. Maar ja, als je alles van te voren zou weten... Naarmate het verhaal vorderde raakte ik meer en meer geïnteresseerd. Bij de omschrijving van bepaalde komische scènes en rake dialogen kon ik zelfs smakelijk lachen. De ene vrolijke scène volgde op de ande re. Toen ik het draaiboek gelezen had, was ik er heilig van over tuigd zojuist het draaiboek voor een grandioze succesfilm te heb ben gelezen. Dit gezien in de traditie van 'Fanfare', de succesfilm van Bert Haanstra. Ik gaf mijn rapport door en hoorde later, dat alle leden van het Produktiefonds dezelfde mening waren toege daan. De film zou worden gefinancierd. Jammergenoeg, of achter af bekeken misschien wel gelukkig, bleek de film al een verhuur der te hebben. Wij konden dus geen zaken meer doen. Ik was erg nieuwsgierig naar het eindresultaat. Wat een teleurstel ling werd dat! De film was eigenlijk niet om aan te zien. Hiermee werd weer eens bewezen, dat je voor het verfilmen van een ko misch draaiboek meer in je mars moet hebben op gebied van re gie en produktie dan Paul Cammermans op dat moment had. Ook moeten rollen in een komische film gespeeld worden door echte filmkomieken en niet door toneelspelers, al zijn ze op het to neel nog zo goed. Nog steeds kan ik me niet voorstellen hoe het mogelijk is, dat een toch goed scenario en draaiboek op zo'n klungelige wijze werd verfilmd. Het bleef bij dit filmregie-debuut van Paul Cammermans. De film werd een flop! Jammer, want dit zeer komische verhaal had een beter lot verdiend. Voor ons was 'Spuit Elf' toch min of meer een meevaller. We ont liepen namelijk het verlies, dat de verhuurder ongetwijfeld heeft geleden. MISSER Avontuur per ballon Tegenwoordig is televisie-reklame voor films gewoon geworden en men mag aannemen dat het bioscoopbezoek hierdoor gestimu leerd wordt. Bovendien, baat het niet, schaden doet het zeker niet! Het kost alleen veel geld. In de beginjaren van de televisie, zo'n 25 jaar geleden, gold voor de publiciteitsafdelingen van de filmverhuurkantoren als hoogst bereikbaar sukses: opname van een film in een van de talrijke filmprogramma's. Gemakkelijk was dat niet. Persvoorstellingen speciaal voor de televisie bedoeld, hadden weinig zin, want men gaf er de voorkeur aan in een eigen showroom de films te bekij ken en te selecteren. Radio-programma's waren alleen van belang voor films, waarin hitgevoelige muziek voorkwam. Het grootste probleem voor de verhuurkantoren was het meest geschikte filmprogramma te selecteren. Alleen aan de allerbelang rijkste films werd door meerdere programma's tegelijk aandacht besteed. Aktiefilms konden aan de VARA of AVRO worden aangeboden (TROS en Veronica bestonden nog niet), speelfilms in het alge meen aan iedere omroep en de NCRV plaatste voornamelijk films geschikt voor alle leeftijden, waartegen niemand enig bezwaar kon hebben. De NTS (voorloper van de NOS) had ook een eigen film programma, waarvoor elke film in aanmerking kwam. Bij de AVRO kwam je er niet gemakkelijk tussen. Het programma werd samengesteld door de alom betreurde Simon van Collem. Door zijn binding met Nova-Nederland Film en het Tuschinski- concern werd de beschikbare zendtijd meestal met films van dat concern gevuld. Bij de NTS had men een 'vreemde' smaak en de VARA zocht het voornamelijk in opvallende films. Het filmprogramma van de KRO heette 'Voor een briefkaart op de eerste rang' en was gecombineerd met een filmkwis. Dit program ma heeft het langst standgehouden, zeker niet op de laatste plaats door de vakkundige presentatie van Bob Bouma. De huidige filmprogramma's zijn nog te 'jong', te weinig ingebur gerd om er een oordeel over te vellen. Wel kan men zich afvragen waarom het in Nederland niet mogelijk is een filmprogramma te maken, zoals jarenlang door Jo Rupcke op de Belgische televisie 29

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1992 | | pagina 29