INGEZONDEN BRIEVEN Was de filmladder die tot begin van dit jaar ook in NRC Handelsblad stond nu echt zo nutteloos? Ik ken tientallen mensen die 'm braaf uitknipten en ophingen, en zo de hele week aan de bioscoop werden herinnerd. Dat is nu dus weggevallen, zodat 83.000 Amsterdamse lezers in 30.000 huizen het moeten hebben van een saaie, grijze pagina. In Den Haag bestaat al jaren de op aanzienlijke schaal verspreide weekagenda 'Over en Uit', compleet met Haagse filmladder. Voor o.a. Het Parool en Nieuws van de Dag wordt de Amsterdamse filmladder toch al in elkaar gezet. Het zou mogelijk moeten zijn een uitgever bereid te vinden een Amsterdams equivalent van 'Over en Uit' in omloop te brengen. Misschien wil de Commissie Marketing en Communicatie van de N.F.C, hier eens overdenken. P.Hans Frankfurther Alle cinefielen buigen zich zorgelijk over de dalende curve van het bioscoopbezoek. Wat is ertegen te doen? We kennen de oorzaak: de huisbioscoop. Eerst de groeiende belangstelling voor televisie en daarna de in troductie van video. Nu voor deze media ook speciaal geprodu ceerd wordt, brengt het (overigens te veel overtreden) verbod op vertoning van te recente bioscoopfilms niet voldoende soelaas meer. De teruglopende recettes hebben de bioscoopexploitanten ertoe gebracht steeds meer reclamefilms in te lassen, want daarvoor wordt huur ontvangen in plaats van betaald. Toch zou het wel eens zo kunnen zijn, dat ze bijdragen aan het teruglopen van het bezoek en dus een tegendraadse uitwerking hebben. Ze zijn wel beter en levendiger geworden, maar men gaat niet naar de bio scoop om telkens weer aanprijzingen opgedrongen te krijgen. Het is jammer van het onmiskenbare talent, dat eraan gespendeerd wordt. Er wordt wel eens gemopperd over de pauze in de hoofdfilm, maar als het woord 'pauze' vóór de echte film op het doek komt, valt het ergerlijk op, dat men alleen nog tegen reclame heeft zitten aankijken, waarvoor de entreeprijs toch niet werd neergeteld. Nog niet zo lang geleden werd het voorprogramma in veel grotere mate gevuld met binnenkort in dit theater', t.w. met trailers van te verwachten speelfilms. Dat was heel wat onderhoudender. Wel werden soms sensationele momenten gekozen, die afschrikten, of werd er zoveel getoond, dat 'het al niet meer hoefde'. Dat komt het bezoek aan de film juist niet ten goede. Intussen liggen er planken vol met leuke, mooie, aardige, korte produkties, documentaires, semi-documentaires, animatie- en speelfilms, afkomstig van de Filmakademie, zowel als van volleer de cineasten. De keus is groot, ze zullen beslist niet duur zijn en kunnen zorgen voor een onderhoudend aanvullend programma en een onvervalst filmgebeuren. Zouden er geen theaters te vinden zijn die - ondersteund door een publiciteitscampagne - een flinke proeftijd met zo'n volwaardig programma aandurven? Het betekent wel een revolutie in de hui dige reclame-productie, en er zullen nog heel wat meer bezwaren zijn Maar de lege stoelen vormen ook geen gering probleem. Jacqueline Wijchers Ook al ben ik niet meer aktief betrokken bij het bedrijf, het wel en wee van film en bioscoop gaat me toch ter harte. Toen ik dan ook recentelijk de column 'Kanttekening' van A.G.Brouwer met de kop 'Bioscoop' in de Telegraaf las, stond - het klinkt misschien wat overdreven - het huilen me nader dan het lachen! De heer Brouwer spuide in het betreffende stuk zijn slechte ervaringen in één van de City Theaters, variërend van afval in de zaal tot de ma tige kwaliteit van beeld en geluid. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Engeland en Duitsland is het bios coopbezoek in Nederland de eerste maanden van dit jaar drastisch gedaald. Wordt het geen tijd dat men zich eens goed gaat verdie pen in de mogelijke oorzaken, die öf weggenomen óf verbeterd kunnen worden. De heer Brouwer is in de gelegenheid zijn ergernis openbaar te maken, maar hoeveel Nederlanders hebben niet overeenkomstige ervaringen en houden een bioscoopbezoek voorlopig voor gezien? De situatie in de theaters moet toch verbeterd kunnen worden. Natuurlijk komt als eerste tegenargument de minimale bezetting aan personeel op tafel. Maar geldt ook in deze tijd niet het spreek woord 'De kost gaet voor de baet uit'? Vooral in complexen met meerdere theaters is een strakke leiding onontbeerlijk. Zou een goede bedrijfsleider - een man met hart voor de zaak' - met een hoger salaris zijn geld niet zelf terugver dienen, indien zijn functioneren een aantal klachten van het pu bliek wegneemt? Het zou goed zijn, wanneer de Vereniging van Bioscoopexploitanten een opleiding voor bedrijfsleiders van bio scopen in het leven zou roepen. Mogelijkerwijs in combinatie met de reeds bestaande opleiding voor operateurs. Omdat de oevreuse bijna niet meer voorkomt en de portier al hele maal een museumstuk is geworden, is de cassière de eerste per soon waar de bezoeker mee te maken heeft. Hij/zij is het visite kaartje van de bioscoop; zijn/haar optreden blijft de klant bij. Ook bij de selectie van cassières zouden hogere eisen gesteld moeten worden, wat tevens een hogere beloning van deze functie inhoudt. De slotconclusie van de column van de heer Brouwer is alarme rend en wil ik u niet onthouden: "Mij zien ze in ieder geval niet meer terug. Ik wacht wel tot mijn favoriete film op de TV komt...!" Het antwoord hierop ligt bij de exploitanten! Vooral die in de hoofdplaatsen. Ik ben ervan overtuigd, dat er ook complexen zijn waarvoor dergelijke aanmerkingen niet gelden. F.P.van den Berg De bioscoopexploitanten komen op mij over als ingeslapen met een gebrek aan guts. De gouden jaren zullen niet meer terugkeren, wat niet wil zeggen dat bioscopen niet winstgevend zouden kun nen zijn. Geachte exploitanten, denk er eens over na hoe mensen van pak weg boven de 35 in de bioscoop te krijgen. Ik ben er zo een: bezit geen TV, maar mijn bioscoopbezoek is matig, uitgezonderd het Filmmuseum. Het ligt niet aan het filmaanbod, maar aan de bio scoop: krakende zakjes, pauzes in hoofdfilms waar ze niet horen, te veel reclame, een niet optimale projectie, en ongeïnteresseerd personeel, om maar eens wat op te noemen. Ik wil graag uitgaan - en dat mag van mij best wat meer kosten - maar niet een film zien en dan oplazeren. Een fijne voorstelling was bijvoorbeeld Lawrence of Arabia, de gerestaureerde 70mm. versie, in Casino Den Bosch. Nooit vertoond in Amsterdam, zoals ik al zei: geen guts! Hans van Noort Computer Associates, Research Development FILM staat open voor een veelvoud van meningen, ook al stroken die niet altijd met die van anderen. Uit dien hoofde past FILM geen inhoudelijke of tekstuele censuur toe. Zij prijst zich gelukkig indien artikelen c.q. ingezonden brieven aanleiding geven tot positieve discussie.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1992 | | pagina 33