EEN INVESTERING IN DE TOEKOMST /s/ kindervoorstellingen in het NFM door Frank Roumen - il* Het gaat de laatste jaren goed met de vertoning van de kinderfilm. Steeds meer theaters gaan kinder films draaien. Zo kun je als Amsterdams kind onder andere je ledige woensdag- of zondagmiddag in Rialto, Kriterion, de Uitkijk, of City slijten. Vreemd is dat na tuurlijk niet: als je het grut eenmaal hebt binnengehaald voor home alone of pippi langkous weten ze op latere leef tijd de weg naar de bioscoop vast ook te vinden. Kinderen zijn een investering in de toekomst. Het Filmmuseum, dat al weer een aantal seizoenen voor kinde ren op de woensdagmiddag program meert, is sinds december '92 ook begon nen met weekvoorstellingen in de korte vakanties. Kinderfilms pur sang De meeste kinderfilm-vertoners rich ten zich op de 'moderne' kinderfilm. Logisch, gezien de beschikbaarheid en distributiemogelijkheden van de kin derfilm. Het Filmmuseum, met haar rijke collectie, heeft daarentegen juist de mogelijkheid om uit haar archief te putten en zodoende de wat oudere film uit de jaren dertig (emiel und die detective), veertig (fietsendieven) of vijftig (jeux interdits) te vertonen. Wat opvalt is dat het begrip 'kinderfilm' in "Jeux Interdits "Fritsje is niet zoo dom de loop der jaren is veranderd. Vroeger gingen de kinderen 'gewoon' naar de matinee-voorstelling in de plaatselijke bioscoop, waar ze dan een 'mooie film' draaiden met een speciaal voor kinderen aangepast voorpro gramma (van disney-films tot en met Jan Klaassen). Ja, de Laurel Hardy's, de our gang-films en Charlie Chaplin zijn natuurlijk altijd al voor een jonger publiek vertoond, maar je kunt dat na tuurlijk ook niet bestempelen als kin derfilm pur sang (die fout maakt de te levisie jammer genoeg al). Bestaat de term kinderfilm pas sinds eind jaren zestig? Sinds de tijd dat de kunstzin nige vorming film ging gebruiken als middel om na te praten over relaties, vriendschap en discriminatie? Als bo venstaande veronderstelling klopt, valt die periode samen met de eerste pippi langkous film (1968), misschien wel de eerste echte kinderfilm. Familiefilm De films die voor de jaren zestig in de bioscoop door kinderen werden gezien waren familiefilms, films voor jong en oud. palle, alleen op de wereld is een van de mooiste films uit deze catego rie. Hij is van vlak na de oorlog, ge maakt door Astrid Henning-Jensen, met haar zoon in de hoofdrol. Het is een schattig kort filmpje over het jongetje Palle die 's ochtends wakker wordt en ont dekt dat het huis en de stad geheel verlaten zijn. Dan trekt hij erop uit. De wereld ligt aan zijn voeten, met als hoogte punt de tram die hij door lege Kopenhagense straten mag be sturen. De film doet denken aan het documentaristische, kleine en vertederende van tijdgenoot fietsendieven. Het ontroerende, kleine drama tref je tegenwoordig nog wel aan in Iraanse films (de sleutel of de vis). Sociaal realisme Tegenwoordig worden we overspoeld met de sociaal re alistische stroming met de Zweedse en Deense kinderfilm industrie als trendsetter ('kind van gescheiden ouders wordt gepest op school en worstelt zich daaruit'). In dit type film staat het kind, zijn belevings wereld en zijn relaties op een verantwoordde manier cen traal (De schaduw van Emma, Pudding Tarzan of Tarzan, Mamma Mia). Wat de films verbindt is hun on derwerpkeuze, vakkundig op diverse wijze op celluloid gezet (volledigheids halve: naast de sociaal-realistische stroming is de Scandinavische kinder filmindustrie de laatste decennia ook bekend vanwege de fantasietraditie, van Ronja de roversdochter tot en met Mirakel in Valby). Oude tradities Het Filmmuseum wil een aantrekkelijke en diverse programmering bieden, zonder daarbij de andere vertoners te beconcurreren. Het gaat om een aan vulling, een verbreding, en misschien wel een voortrekkersrol. Er zijn twee soorten kindervoorstellingen: de fami liematinee en de weekvoorstelling. In de familiematinee (elke woensdagmid dag) wordt de 'alle leeftijden' film en/of de 'avonturenfilm' vertoond; een oude traditie wordt in ere hersteld, de mid dagvoorstelling voor jong en oud. Wat je tegenwoordig zo jammerlijk ziet mis lukken in andere bioscopen, helaas. Neem de Uitkijk, die vaak prachtige 'alle leeftijden' films heeft (mijn vader woont in rio of après la guerre) die vervolgens niet de bezoekersaantallen krijgen die ze verdienen omdat ze in de middag staan geprogrammeerd en door de argeloze bezoeker worden af gedaan met 'zal wel weer zo'n kinder film zijn'. Het is jammer dat deze uit stekende programmering geen beter lot beschoren is. Tegen beter weten in probeert het Filmmuseum de alle leef tijden-formule, in de hoop dat de wat oudere familiefilm op den duur toch weer gezien gaat worden. Het fenomeen weekvoorstelling voor kinderen in de korte vakanties is nieuw dit seizoen. In december 1992 heeft het NFM de mooiste van haar recent gevonden alice in cartoonland films in middag- en avondvoorstelling getoond; met succes. In de krokusvakantie was er een dagje uit..., waarbij acteur Berry Eggink het publiek mee uit neemt aan de hand van vier korte films, waaron der zoo van Bert Haanstra en naar de speeltuin van Wiebe Mullens. Voor kin deren een kennismaking met het 'dagje uit' van vroeger en voor de ouderen een feest van herkenning. Voor de paasdagen staan er vier verto ningen van the kid, met live-pianobege leiding op het programma. Het heeft er alle schijn van dat er nog kinderen zijn die een dergelijk bezoekje aan het film museum, hopelijk samen met ouders of opa en oma alleszins de moeite waard vinden. 29

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1993 | | pagina 29