ACHTERAF BEZIEN. door F.P.van den Berg Filmgenres die verdwenen en nooit meer terugkomen: Van "Grün ist die Heide" tot "Liebesgrüsse aus der Lederhose" Wanneer men de filmproduktie van de laatste jaren bekijkt, valt het op dat er eigenlijk geen sprake meer is van een bepaald genre dat 'in' is. Elke film die uitge bracht wordt, staat op zichzelf en al leen in sommige gevallen, bij groot sukses, wordt een vervolg gemaakt, zoals "Startrack", "Police Academy", "Terminator"Lethal Weapon" en an deren. Van een echt genre, met films van verschillende producenten, regis seurs en acteurs, kan men hier niet spreken. Het is eerder doorborduren op een bepaald onderwerp in seriever- band, meestal daarmee eindigend, dat de nummers twee, drie en soms vier nog wel met redelijk sukses in het voetspoor van nummer één mee draaien, maar dat daarna verzadiging optreedt, gepaard aan terugval in de resultaten. Dit was in het verleden, met name in de jaren '50 tot '80 regelmatig het geval. Vaak geheel onverwacht kwam er een film uit met een min of meer nieuw of origineel onderwerp, dat aan sloeg bij het publiek. Binnen korte tijd stortten de producenten in het be treffende land of soms zelfs wereld wijd, zich op het onderwerp en produ ceerden er lustig op los. De filmverhuurders, groot en klein, wil den wel een graantje meepikken van het sukses. Het gevolg was dat ook de slechtste film in het genre werd uitge bracht en dat na verloop van tijd - he laas van te voren nooit exact vast te stellen - het sukses van het genre afnam om vervolgens geheel uit de bioscoop te verdwijnen. Eén van de eerste voorbeelden van dit verschijnsel dateert uit het eind van de jaren '50, begin jaren '60: de Duitse Heimatfilm. Volkomen onverwacht sloeg dit genre aan. De eerste Heimatfilm, de Berolina-produktie "Schwarzwaldmadel", was in Duitsland weliswaar een overweldigend sukses, maar werd pas later in Nederland uit gebracht. Voor de doorbraak in Nederland was verantwoordelijk "Grün ist die Heide". Het begin van een reeks die - de niet optimale verhouding tussen Neder landers en Duitsers buiten beschou wing gelaten - zó typisch Duits was, dat het sukses van de film iedereen verbaasde. Wel moet worden opge merkt, dat de beste resultaten geboekt werden in het zuiden en oosten van het land. In september 1980 startte de Duitse TV de uitzending van een reeks "Heimat- filme" met "Grün ist die Heide". De film werd aangekondigd als het grootste Duitse bioscoopsukses uit de jaren '50. De oorspronkelijke produktie uit 1951, onder regie van de routinier Hans Deppe, werd zo vaak nagemaakt en geïmiteerd, dat de film als trendsetter voor de Heimatfilm beschouwd kan worden. Wat het publiek precies in dit genre aantrok, is altijd een raadsel gebleven. Het concept was in vrijwel alle geval len uiterst simpel: een stralende hemel, veel groen, mooie landschap pen en een mager liefdesverhaal, on derbroken door Heimatliederen of an dere volksmuziek. Ook de toenmalige deling van Duitsland en de uit de voor malige Duitse gebieden in Polen ver dreven Duitsers speelden soms een rol. Dat het genre in Duitsland aansloeg, was - gezien de situatie - niet zo verba zend. De naweeën van de oorlog waren nog duidelijk voelbaar, de opbouw weliswaar in volle gang, maar de zor gen nog groot. Het publiek kon zich met Heimatfilms enige tijd onbezorgd amuseren. Daarmee is echter nog niet verklaard dat regisseur Hans Deppe alleen al in de periode tussen 1951 en 1960 meer dan twintig van dit soort films kon maken, die vrijwel allemaal veel geld opbrachten. Daarbij komt zeker nog een zelfde aantal, gemaakt door an dere regisseurs. De lokaties varieerden van Lüne- burgerheide, via het Schwarzwald, de Alpen en Beieren naar Tirol. Jachtopzieners, grootgrondbezitters, zwervers, muzikanten en avonturiers vormden een onmisbaar onderdeel van de scenario's. Zoals aan elke trend, kwam ook hier aan een eind. Omstreeks 1961/'62 was het afgelopen, niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland. De Heimatfilm werd een museumstuk, niet zo zeer om zijn filmische kwaliteiten, maar als ui ting van een tijdperk en kenmerkend voor de smaak van het toenmalige bio scooppubliek. Hiermee zou deze ontboezeming afge sloten kunnen worden, ware het niet dat er aan het eind van de jaren '60 iets opmerkelijks plaats vond, hetgeen op dat moment niet als zodanig werd onderkend. De Duitse producent Erwin C.Dietrich lanceert als eerste de 'soft sex- Heimatfilm'. Zijn "Die Nichten der Frau Oberst" uit 1968 is een overweldigend sukses en brengt een nieuwe golf op gang, die van de 'Tirolers', zoals het genre in het bedrijf werd aangeduid. Al in 1969 volgt het tweede deel "Mein Bett ist mein Burcht" en dan is het hek van de dam. Andere producenten nemen de trend over; de lokaties wor den uitgebreid tot Saint-Tropez, Ibiza, Mallorca en andere bekende vakantie oorden; de jachtopzieners, zwervers en grootgrondbezitters worden ver vangen door landlieden, dorpsjeugd, boerenjongens en boerenmeiden, en vooral veel jeugdig vrouwelijk schoon. Zweedse en Deense schonen komen naar Beieren en Tirol, de dorpsjeugd amuseert zich aan de Middellandse Zee. Bloot, sex en de Lederhose staan cen traal in deze films. En wederom, net als met de oorspron kelijke Heimatfilm, volgt Nederland braaf deze trend. Toen de neerwaartse tendens in het bioscoopbezoek op onrustbarende wijze doorzette, bleven de Tirolers al tijd goed voor een (hoofd)prijs in de filmloterij. Aan het sukses kwam een eind toen de porno-film zich aandiende. Daar was de Tiroler zelfs niet tegen opgewassen, al werd ook deze steeds meer omge vormd tot porno-film. Al spoedig be landden de Tirolers in de videotheken. De films verdwenen uit de bioscoop en werden nog wel gekocht, maar dan uit sluitend ten behoeve van de video- handel. 31

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1993 | | pagina 31