ACHTERAF BEZIEN... Filmgenres die verdwenen en nooit meer terugkomen: Heinz Rühmann, de akteur die een genre vertegenwoordigde Er zijn maar weinig akteurs van wie men kan zeggen dat zij een filmgenre vertegenwoordi gen. Wanneer er één akteur is die daar voor in aanmerking komt, is dat wel de inmiddels legendarische Heinz Rühmann. Door de jaren heen was hij een echte moneymaker' voor het film- en bio scoopbedrijf. Het merendeel van zijn films waren kassuksessen. Zowel in ko mische, tragi-komische als serieuze rollen, blonk deze 'kleine grote man' uit. Telkens wanneer een nieuwe Rühmann-film werd aangekondigd, was het filmbedrijf in 'blijde verwach ting'. Waren de Rühmann-films tot het einde van de Tweede Wereldoorlog bijna allemaal in distributie bij UFA- TOBIS, het Duitse staatsfilmverhuurbe- drijf met filialen in Nederland, dat ver anderde na 1945 ten gunste van enkele Nederlandse onafhankelijke filmver huurkantoren. De levensgeschiedenis van Heinz Rühmann is een zeer gevarieerde. Zijn toneeldebuut maakte hij in 1920 in Breslau in het dramastuk "Rosa Bernd" van Gerhard Hauptmann. Tien jaar lang stond hij in een grote verscheide nheid aan rollen op de planken. In 1926 speelde hij zijn eerste filmrol in de stomme film "Das Deutsche Mutterherz" onder regie van Geza von Bolvary. Hoewel op zich een onopval lende film, vestigde Rühmann toch de aandacht op zich als akteur. Zijn grote liefde bleef echter toneel. In 1930 volgde zijn doorbraak als film- akteur. Regisseur Wilhelm Thiele bood hem een rol aan in "Die Drei von der Tankstelle", naast Lilian Harvey en Willy Fritsch. Het werd een der groot ste suksessen van die tijd en de film geldt nog steeds als een klassieker. Hetzelfde geldt voor een van de schla gers hieruit: "Ein Freund, ein guter Freund, das ist das Beste was es gibt auf der Welt". Na dit sukses moest Rühmann zijn tijd verdelen tussen toneel en film, want de filmindustrie liet hem niet meer los. Aanbod op aanbod volgde. In 1931 schitterde hij in "Der Mann, der seinen Mörder sucht", naast de, in Duitsland suksesvolle Nederlandse ak- trice Lien Deyers, dochter van de eige naar van het destijds zeer gerenom meerde café-restaurant Deyers op het Buitenhof in Den Haag. Oudere Hagenaars herinneren zich ongetwij feld de projektie-plaatjes die in elke Haagse bioscoop werden vertoond: Tot straks bij Deyers!". In datzelfde jaar volgde, eveneens tot de klassiekers behorende "Bommen op Monte Carlo", naast Hans Albers; "Meine Frau, die Hochstaplerin" onder regie van de, in de jaren 1933 - 1940 - na uit Nazi-Duitsland te zijn uitge weken - met veel sukses in Nederland door F.P. van den Berg werkende regisseur Kurt Gerron en "Der brave Sünder" onder regie van Fritz Körtner. De twee laatstgenoemde films brachten weliswaar goede, maar geen overdonderende resultaten. 1932 begon weer met een groot sukses "Der Stolz der Kompanie". In dit soort komische rollen was Rühmann onna volgbaar. Ook "Man braucht kein Geld" met de bekende Oostenrijkse komiek Hans Moser, en "Es wird alles wieder besser" van Kurt Gerron, waren zeer suksesvol. Heinz Rühmann was inmid dels niet meer van het filmdoek weg te denken. Tussen 1933 en 1936 werkte hij mee aan een aantal films die stuk voor stuk matig waren. De machtsovername door de Nazi's zal hieraan niet geheel vreemd zijn geweest. Daarna brak met "Lumpazi-vagabun- dus" weer een suksesperiode aan. Rühmann zet in deze jaren zijn stem pel op een groot aantal films, waaron der "Der Mann der Sherlock Holmes war" (samen met Hans Albers), "Fünf Millionen suchen einen Erben" (1938) en "Lauter Lügen" (1938), een komedie die hij zelf regisseerde. Eind 1940 ver schijnt de eerste propaganda-film "Wunschkonzertwaaraan Rühmann - evenals een groot aantal bekende ak teurs en aktrices - alleen als 'gast' mee werkte. Wellicht minder bekend is het feit dat Rühmann een hartstochtelijk sportvlie- ger was. Zodra hij het woord 'vliegen' hoorde, raakte hij al in vervoering. Later verklaarde hij in een interview dat hij soms aan films had meegwerkt met als enig motief geld te verdienen om een eigen vliegtuig te kunnen kopen. Toen hem dan ook in 1941 de hoofdrol werd aangeboden in de film "Quax, der Bruchpilot", aarzelde hij geen moment. Het werd een topper! Ook in Nederland, ondanks het feit dat wij en kele jaren voor de oorlog al met een, op hetzelfde gegeven gebaseerd ver haal hadden kunnen kennismaken door "It's in the air" met de Engelse ko miek George Formby. In 1953 trok Berolina Film Rühmann aan voor een aantal films, waaronder "Brieftrager Muller". Het begin van een nieuwe suksesperiode na een aantal jaren waarin hij bijna uitsluitend op de planken stond. Over de kwaliteit van zijn films is Rühmann zelf niet zo te spreken. De enige film die hij op televisie nog eens heeft bekeken, is "Die Feuerzan- genbowle", waarin hij zich als veerti ger opnieuw aanmeldt als leerling van een middelbare school naar aanleiding van een weddenschap. Zijn overige films vindt hij qua scenario, regie en camerawerk achterhaald. Rühmann was eigenlijk altijd omgeven door een waas van melancholie. Het best wordt dit getypeerd in het liedje dat hij als clown zingt in de film "Wenn der Vater mit dem Sohne". Hij wilde ie dereen laten lachen, maar zelf keek hij altijd treurig. Als men Rühmann vraagt wat zijn lie- velingsfilm is, noemt hij tegen de ver wachting in niet "Der Hauptmann von Köpenick" of "Charlie's Tante", maar "Der brave Soldat Schweick", een film waarin hij zich volledig kon uitleven. De verwijten die hem na de oorlog ge maakt werden, dat hij een collabora teur was, doen hen nog steeds pijn, vooral omdat ze afkomstig zijn van mensen die zelf nogal wat boter op hun hoofd hebben. Rühmann vond de verwijten onrechtvaardig. De mensen moesten iets te lachen hebben in die jaren, er was toch niets anders, was zijn verontschuldiging. Hij had toch niemand kwaad berokkend. Echt boos maakt Rühmann er zich niet over. Verdraagzaamheid was bijna altijd het kenmerk van zijn rollen. Daarom was hij bij het publiek zo geliefd. Hij ver tolkte de figuur van 'de kleine man', waarover Louis Davids ook zo treffend zong. De schlemielen die er ondanks alles weer bovenop komen. Heinz Rühmann is een zeer bescheiden man, wars van uiterlijk vertoon. Maar toen hij in maart 1992 zijn negentigste verjaardag vierde, toonde hij zich be reid mee te werken aan een televisie gala. Het was een belevenis voor al zijn bewonderaars. Meer dan tien miljoen kijkers volgden het gala op de Duitse televisie. Men zag een Rühmann, ont roerd als nooit tevoren, die op zijn ge heel eigen wijze glimlachte en af en toe een traan wegpinkte tijdens de - als een "Dit is uw leven" opgezette en door Hans-Joachim Kuhlenkampf ge presenteerde - show. Zijn slotwoord typeerde de echte Rühmann: "Het was geweldig, kom alle maal over vijf jaar weer bij me!" Het tijdperk Heinz Rühmann, de akteur die een genre vertegenwoordigde, is ech ter voorgoed uit de bioscoop verdwe nen om nooit meer terug te keren. 35

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1993 | | pagina 35