I<$ streerde 'De Oude Delft' het Delrama sys teem in Cinéma du Midi te Amsterdam. Hier werd een aantal buitenopnamen van Amsterdam vertoond die door Triofilm was vervaardigd. Vista Vision noemde Paramount in 1954 een door John R. Bishop van de Para mount Studios ontworpen wide-screensys- teem dat oorspronkelijk "Lazy 8" werd genoemd. Met een speciaal hiervoor ont worpen camera werd een filmbeeld belicht met een afmeting van een kleinbeeldop- name (24 X 36 mm). De film werd hori zontaal door de camera gevoerd en er werden steeds over 8 perforaties twee normaalfilmbeelden getransporteerd. Vandaar de naam Lazy Eight. Het negatief dat zo ontstond werd optisch verkleind en 90 gedraaid zodat een normale 35 mm projectiecopie ontstond. De beeldverhou ding bleef 1.85 1 (oorspronkelijk 1.66 1). Met deze methode werd een verbeterde beeldscherpte bereikt. Paramount bracht volgens dit systeem o.a. de film 'White Christmas'. Ook in Duitsland werd een widescreensys- teem geïntroduceerd, door Garutsa ont wikkeld en dat Plastorama werd ge noemd. De beeldverhouding was 1.85 1. Bij de verfilming van 'Eine Liebesge- schichte', een film van Erich Pommer werd het systeem toegepast. Tenslotte bracht Metro Goldwyn Mayer in 1954 een nieuw optisch stereosysteem onder de naam Per- specta-Sound. Het systeem werd slechts korte tijd toegepast. In 1955 moesten de geprojecteerde beel den steeds groter worden, maar de kwali teit van de 35 mm film riep bij een super vergroting toch problemen op. Het Vista Vision systeem van Paramount gaf welis waar een grote verbetering van de beeld scherpte, maar het systeem was be schermd en kon derhalve niet door anderen worden toegepast. Daarom greep men terug op de reeds vaker toegepaste 70 mm projectiefilm. Het waren de Ame rikanen joseph Schenck, George Skouras en Michael Todd die de Magna Theatre Corporation stichtten. De bedoeling van MTC was om een nieuw widescreensys- Cinerama 1 - 3,25 Ci.nsiDgvtope 11 2,55 Universal 1=2 Columbia 1 1.8 MOM I s 1.75 Paramount l1.66 vvvyyxx Normaiwand Xy///// v/X//// ',33 Vergelijk tussen de oorspronkelijke beeldbreedte-verhoudingen. teem te gaan exploiteren volgens een principe waarbij gebruik werd gemaakt van een 65 mm negatieffilm, terwijl de projectiecopie werd geleverd op 70 mm film. Ook Lee Shubert, Richard Rodgers en Oscar Hammerstein waren geïnteresseerd. Het systeem was ontworpen door de vice- president van American Optical Co., Dr Brian O'Brien. Maar een projector voor 70 mm film was er nog niet en de Amerikaanse constructeurs toonden zich niet geïnteresseerd. Philips Eindhoven bleek wel bereid om een projector een ontwerpen. Men ging over tot het oprichten van de Todd-AO Corporation, die de projectieap- paratuur waarmee het nieuwe procédé moest worden vertoond, zou gaan verhu ren. Er werd onderhandeld met Ing. J. Kotte, ontwerper-constructeur bij Philips Eindhoven. In samenwerking met de Todd-AO Corporation construeerde Kotte een speciale projector, de DP 70. Deze projector bood de mogelijkheid om zowel 70 mm film als 35 mm film te vertonen. Voor 70 mm films was de projector voor zien van een aftastinrichting voor zes magnetische geluidsbanden en voor de 35 mm film voor een aftastmogelijkheid van vier magnetische geluidsbanden, alsmede van een traditionele optische geluidsaftas- ting. De eerste proeven met het systeem werden vertoond in het Regent Theater te Buffalo. Voor zijn ontwerp werd Ing. J. Kotte in Amerika met een Technische Oscar onderscheiden. Walt Disney introduceerde in 1955 het Circarama systeem. Oorspronkelijk werd hiervoor gebruik gemaakt van elf 16 mm projectoren, maar al spoedig werden de 16 mm projectoren vervangen door negen 35 mm projectoren. De projectoren ston den in een cirkel opgesteld en projecteer den op de binnenzijde van het cirkelvor mige scherm één 360 totaalbeeld. De toeschouwers werden binnen de cirkel geplaatst en totaal omsloten door het beeld. Er waren smalle zwarte kaders tus sen de beelden, waardoor men de indruk kreeg door negen vensters te kijken. Hierdoor viel de onderlinge beeld-onstabi- liteit minder op. Circarama wordt nog steeds bij Euro-Disney in Parijs toegepast. In 1956 kwam de Xenon-projectielamp als vervanger van de koolspitsen-booglamp en in 1958 kreeg het Cinerama-systeem concurrentie van het Cinemiracle drie- fïlms-systeem, dat te vergelijken was met Cinerama. Anders dan bij Cinerama werd Cinemiracle met drie projectoren vanuit één projectiecabine gepro jecteerd. De middelste projector projecteerde het middenbeeld, de rechter projector projecteerde via een spiegel het linker beeld en de linker projec tor eveneens via een spie gel het rechterbeeld. Uit Rusland kwam het Kinopanarama 22-films-sys- teem dat met niet minder dan 22 projectoren op de binnenzijde van een cirkel- 70 mm Todd-AO-projectie (1956). vormig scherm werd geprojecteerd. Elf projectoren verzorgden de onderste helft van de cirkel met bewegende beelden, de andere elf projectoren verzorgden de bovenste helft waarop voornamelijk ani matiebeelden zonder beweging werden geprojecteerd. Op de Wereldtentoonstelling 1958 in Brussel werd voor de eerste maal een ander opvallend systeem vertoond. Het kwam uit het toenmalige Tsjecho- Slowakije en het werd Laterna Magica genoemd. Op verschillende schermen wer den zowel films als dia's geprojecteerd terwijl de personen die men op de film projecteerde, volkomen synchroon aan de bewegingen op het scherm plotseling ach ter het scherm vandaan kwamen en 'live' naast en voor het scherm verder acteer den. In Praag worden nog steeds Laterna Magica-voorstellingen gegeven. Op de Photokina tentoonstelling te Keulen presenteerde Philips in 1958 de nieuwe FP 20 S projector met de gasontladingslamp SPP 800. De kleur van het SPP-licht bleek in de praktijk minder goed bruikbaar. Later stapte ook Philips over op de xenonlamp. Tijdens de 32nd Convention of the Audio Engineering Society te Los Angeles intro duceerde Ray M. Dolby op 25 april 1967 een audio ruisonderdukkingssysteem dat was ontwikkeld door zijn Dolby La boratories te Londen. Ray M. Dolby werd in 1933 te Portland, Oregon geboren. Van 1949 tot 1952 werkte hij bij de Ampex Corporation waar hij gevarieerd audio- onderzoek verrichtte. Vanaf 1952 tot 1957 was hij mede verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het Ampex videotape opnamesysteem. In 1957 studeerde hij af aan de Stanford University en in 1963 werd hij door de Verenigde Naties voor een periode van twee jaar als adviseur naar India gezonden. In 1965 kwam hij terug naar Engeland, waar hij Dolby Laboratories oprichtte. Helaas zijn wij genoodzaakt i.v.m. de lengte van deze aflevering hier te onderbreken. In het volgende nummer van Holland Film Nieuws zullen wij het vervolg plaatsen (red.).

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 1997 | | pagina 23