'Zonder overheidssteun overleeft de branche niet' m INTERVIEW HFN 'Ik ga ervan uit dat het marktaan deel in de komende vijf jaar met 50% ia! toene men/ In gesprek met consulent filmvertoning Ted Chiaradia Hij leek vergroeid met het Nijmeegse Cinemariënburg. En als cultureel ondernemer kreeg hij Cathérine Deneuve zover om artplex LUX met een daverende klap op de Ne derlandse filmkaart te zetten. Maar toch vertrok Ted Chi aradia na een kwart eeuw bij Cinemariënburg/LUX, om begin januari Gerard Bunnik op te volgen als consulent filmvertoning bij het Nederlands Fonds voor de Film. Zijn taak: 'de vertoning van de artistieke film verstevigen'. Foto/Filmfonds Door Roeland Loosen Chiaradia's takenpakket is drieledig. Ten eerste onder steunt hij bij professionaliserings- en verbetertrajecten en adviseert hij over businessplannen, concepten, progno ses, marketing en horeca. Ten tweede ondersteunt hij 'in het veld', waarbij de consulent filmhuizen die 'bedreigd' worden, begeleidt in hun contacten met lokale of regiona le overheden. Tenslotte adviseert Chiaradia theaters op het terrein van digitalisering van de projectie. Charmeoffensief 'Ik reis het hele land door om theaters te adviseren over met name renovatie- en/of uitbreidingsplannen', aldus Chiaradia op de vraag wat het inhoudt om consulent film vertoning te zijn. 'Er is gelukkig veel vernieuwingsdrang. Ik spreek namens filmtheaters regelmatig tijdens raadsver gaderingen, waarbij ik zo'n verhaal meteen ook inbed in een breder betoog over de toekomst van het filmhuis in Nederland. Je kunt het zien als een charmeoffensief van de filmhuizen!' Het arthousepark in Nederland wordt in Chiaradia's optiek tot 2012 niet alleen vergroot, maar ook verbeterd. En dat gaat het filmbezoek uiteraard ten goede komen: 'Steden als Den Bosch, Haarlem en Nijmegen hebben laten zien dat het bezoek kan verdubbelen. De filmthea ters hebben over 2007 opnieuw een groei laten zien, dit keer van 8%. Opvallend is wel dat het verschil tussen de daling in bioscoopbezoek en de stijging in de filmtheaters groter wordt. Ik ga er dan ook van uit dat het marktaan deel in de komende vijfjaar met 50% zal toenemen.' Andere mediaconsumptie Als oorzaken van die groei wijst Chiaradia op de aan houdende toename van het aantal zalen en de verbe tering van de kwaliteit en de service in de theaters. 'Zo is de Verkadefabriek bezig om er twee of drie zalen bij te krijgen en willen kleinere filmhuizen van een verto ningsavond in de week naar permanente vertoningen. Signalen die aangeven dat de belangstelling voor films in die theaters nog altijd groeiende is. Aan de andere kant: ook de filmbezoeker is aan het vergrijzen. Dat is niet 'De kwaliteit van de wijn of de koffie die je schenkt is vele malen belangrijker dan de kwaliteit van de film.' (Ted Chiaradia) erg, want dat is een trend die zich zo'n beetje overal in Europa voordoet. Het gaat erom hoe je met die ontwikke ling omgaat.' Chiaradia wijst in dat verband nadrukkelijk op het serviceverlenende aspect van de filmtheaters: 'Heb je als theater je voorzieningen op peil, heb je een goed café, is je theater toegankelijk? Met andere woorden: de kwa liteit van de wijn of de koffie die je schenkt is vele malen belangrijker dan de kwaliteit van de film. Dingen dus die je basispubliek - mensen van boven de 35, die nog kran ten en boeken lezen - belangrijk vindt. Mensen die zich wat mediaconsumptie betreft niet alleen tot het internet willen beperken. Want daar ligt de grens: mensen die al les via het internet tot zich nemen, gaan niet naar de film. Het bioscoopbezoek neemt mede daardoor ook niet structureel toe. Logisch, want er komt simpelweg geen nieuw publiek bij. Er groeien nu al generaties op die het bioscoopgevoel helemaal niet meer ervaren. Er dreigt bijna een soort van nieuw clubgevoel te ontstaan!' Revolutie Als expert op dat terrein wijt Chiaradia het kwakkelende verloop van digitalisering in de filmtheaters, en van CinemaNet in het bijzonder, aan financieringsproblemen. Er is volgens hem een patstelling ontstaan. 'De hamvraag is: wie gaat het betalen? We staan aan de vooravond van een gigantische revolutie en als branche komen we daar zelf niet uit. Dat gold ook voor de kunst- en cultuur wereld. Dus moeten alle ogen op de overheid worden gericht. In de ons omringende landen heeft de overheid vele miljoenen in film geïnvesteerd. Het is een idee-fixe te denken dat digitalisering geld oplevert. Maar zonder overheidssteun gaat onze branche de digitaliseringsgolf in elk geval niét overleven.'

Historie Film- en Bioscoopbranche

Holland Film Nieuws | 2008 | | pagina 16