m
HFN
Leden van
huishou
dens met
een thuis
bioscoop
gaan juist
relatief
vaker naar
de bioscoop
dan gemid
deld.
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
46%
Nederlander (11,5 min.)
Niet-bioscoopbezoeker
de bioscoop. Het relatieve aandeel
bioscoopbezoekers is zelfs groter
onder allochtonen dan onder
autochtonen. Uit grafiek 2 blijkt
dat 26% van de (niet-)westerse
allochtonen een frequente bios
coopbezoeker is, terwijl dit onder
autochtonen 19% is. Deels komt
dit door het feit dat niet-westerse
allochtonen relatief veel in sterk
verstedelijkte gebieden wonen.
Het is bekend dat het gemiddelde
bioscoopbezoek hoger is naarmate
de stedelijkheidsgraad toeneemt.
Thuisbioscoop
Vaak wordt verondersteld dat de
komst van moderne audiovisuele
technologie voor thuis het einde zal
betekenen van de bioscoop. Deze
discussie begon met de komst van
de televisie en later de videorecor
der en daarna de thuisbioscoop.
De discussie is recent weer opge
laaid met de ontwikkeling van de
3D-televisie. Voor de 3D-televisie
kunnen we deze veronderstelde
negatieve invloed op het bioscoop
bezoek nog niet testen, maar wel
voor de thuisbioscoop. In 2007
stond in ongeveer 24% van de
huishoudens een thuisbioscoop.
Hiermee hebben ruim vier miljoen
mensen thuis de beschikking over
een geavanceerde 'home cine-
maset'. Welnu, gaan deze vier
miljoen mensen minder naar de
bioscoop dan gemiddeld omdat
ze thuis een 'bioscoop' hebben?
Het antwoord zal de pessimisten
Grafiek 2: Al
lochtonen gaan
graag naar de
bioscoop (gra
fiek: Stichting
F/7monderzoe/c)
(Niet-)westerse allochtoon (2,7 min.
Incidentele bioscoopbezoeker
doen verbazen. Want leden van
huishoudens met een thuisbios
coop gaan juist relatief vaker naar
de bioscoop dan gemiddeld (zie
ook grafiek 1Nu is het wel zo
dat vijfenzestigplussers niet vaak
over een thuisbioscoop beschik
ken. Dit is meteen ook de groep
die gemiddeld het minst naar de
bioscoop gaat.
Inkomen
De kredietcrisis leidde in 2009
tot een economische recessie.
Er werd verwacht dat de con
sument ook wel eens zouden
kunnen gaan bezuinigen op
het bioscoopbezoek. Maar het
tegendeel bleek waar. 2009 was
een recordjaar voor bioscopen,
filmtheaters en arthouses, zowel
qua bezoekcijfers als omzet.
Voor het eerst in dertig jaar steeg
zelfs het bioscoopbezoek naar
meer dan zevenentwintig miljoen
bezoeken (bron NVB/NVF).
Hetzelfde verschijnsel deed zich
voor in het begin van de jaren
dertig, toen de crisis toesloeg.
Ook uit de gegevens van het CBS
blijkt dat wanneer mensen krap bij
kas zitten, men niet snel geneigd
is te bezuinigen op het bioscoop
bezoek. Zo gaat 41 van de
Nederlanders die aangeven dat
de vaste lasten erg hoog zijn ten
opzichte van hun inkomen, nog
steeds naar de bioscoop (vergelijk
met 54% gemiddeld). Hetzelfde
geldt voor mensen die aangeven
Heel Nederland 15 min.)
Frequente bioscoopbezoeker
dat het met het huidige inkomen
moeilijk is om de kosten van de kin
deren op te brengen. Deze laatste
groep gaat ongeveer even vaak
naar de bioscoop als gemiddeld.
Vrije tijd
De druk op de vrije tijd is voor som
mige groepen door de jaren heen
steeds groter geworden. Ten op
zichte van 1975 is de vrije tijd voor
Nederlanders gemiddeld met ruim
drie uur afgenomen. Uit ons onder
zoek blijkt dat bioscoopbezoekers
in hun vrije tijd erg actief zijn. Onder
mensen die graag naar dance-eve-
nementen gaan (ruim een miljoen
Nederlanders) of popconcerten
bezoeken (vijf miljoen Nederlan
ders) zitten relatief veel frequente
bioscoopbezoekers. We zien dit
ook, maar in mindere mate, bij
mensen die musicals bezoeken of
een Nederlands museum bezoeken
(ruim zes miljoen Nederlanders).
Stichting Filmonderzoek heeft
via de onderzoekgegevens van
het CBS een uitgebreide analyse
gemaakt van de bioscoopbezoeker.
Deze rapportage komt binnenkort
beschikbaar. Ook is het voornemen
dergelijke rapportages te maken
over de filmtheaterbezoekers en
over Nederlanders die thuis films
kijken.
Dimitri Lahaut is onderzoeker bij
Stichting Filmonderzoek
'lt should have showed in the research, l'm sorry.' (Joseph Gordon-Levitt als Arthur in Inception)